Wanneer op 6 April 1994 het vliegtuig van president Habyarimana neerstort, barst in Rwanda de hel los. Het precaire evenwicht tussen Hutu’s en Tutsi’s wordt ingeruild voor een slachting die op 100 dagen tijd het leven aan ca. 800 000 Tutsi’s kost.
De gebeurtenissen worden gevolgd door de ogen van Christoffer, een oudere priester die verantwoordelijk is voor de lokale ‘Ecole Techinque Officiele’ en Joe, een jonge idealist die op het moment van de slachtingen in de school werkzaam is. Beide mannen proberen bij het uitbreken van de genocide zoveel mogelijk vluchtelingen een veilig onderdak te bieden in de school. Deze wordt op dat moment bewaakt door Belgische VN-troepen. Christoffer en Joe moeten echter lijdzaam toezien hoe - na de moord op 10 Belgische soldaten in de buurt van Kigali - de troepen op bevel van de VN teruggetrokken worden en de 2500 vluchtelingen geslachtofferd worden aan de joelende Hutu-milities die het kamp omsingelen. Zowel Christopher, als Joe worden geconfronteerd met de verscheurende keuze hun geweten te grabbel te gooien en mee te vluchten of een zekere dood te ondergaan.
Shooting Dogs (2005) is het kind van regisseur Michael Caton-Jones. De Schotse Caton-Jones is geen grote naam, maar kan wel rekenen op enige bekendheid met films als The Jackal (1997) en Basic Instinct II (2006) die eveneens onder zijn regie vielen. Zijn stijl is eerder klassiek, maar met zijn sobere weergave slaagt hij erin een direct en indringend beeld weer te geven van de gruwelijkdaden die in Rwanda plaatsvonden zonder zich op het sentimentele te beroepen. Er wordt een zekere afstand gecreëerd tussen de protagonisten en de kijker. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de blanke hoofdpersonages en niet – zoals in Hotel Rwanda (2004) het geval is – vanuit het Rwandese standpunt. De blanke protagonisten zijn op hun beurt voelbaar gebonden aan beslissingen die boven hun hoofden door x-aantal wereldleiders worden genomen. De beperkte bewegingsvrijheid die de hoofdpersonages hierdoor hebben, is voelbaar en zorgt ervoor dat de kijker het gevoel heeft dat de echte protagonisten, diegenen die de touwtjes in handen hebben, in Washington zitten.
De rol van David Belton, producer en co-scenarist van Shooting Dogs, was bij het regieproces zo nog doorslaggevender dan die van Michael Claton-Jones. Belton, nu camerman voor BBC, verbleef in 1994 in Rwanda. Precies zijn ervaringen, alsook het schuldgevoel dat hem is blijven achtervolgen omdat hij zich met andere blanken liet evacueren door de VN, dreven hem tot deze weergave van de Rwandese genocide.
De film is opgenomen in de Ecole Technique Officielle (ETO), een Belgische missieschool in Kigali, Rwanda. Dit is de plaats waar in 1994 duizenden Rwandese Tutsi’s werden afgeslacht onder de neus van de negentig Belgische VN-blauwhelmen die aldaar waren gelegerd. Met een regie op locatie hoopte de regisseur het authenticiteitsgehalte van de film te verhogen. Voor het eigenlijke filmwerk begon, werd heel wat tijd geïnvesteerd in de inkleding van de locatie zodat een zo helder mogelijk beeld kon worden weergegeven van wat zich aldaar had afgespeeld. Hiervoor kon de regisseur zich beroepen op een Rwandese crew die zelf de slachtpartij in de ETO had meegemaakt en overleefd. In de eindcredits van de film wordt deze crew duidelijk in het licht gezet. Hun namen worden vergezeld door een korte beschrijving van hun ervaringen. Dit vergroot nog maar eens het beklijvende karakter van de film en maakt de grens tussen fictie en werkelijkheid flinterdun voor de kijker.
Shooting Dogs sleepte een aantal filmprijsnominaties in de wacht. Producer David Belton kreeg een BAFTA- nominatie als meest belovende nieuwkomer (2006) en Michael Caton-Jones werd genomineerd als beste regisseur op de British Independent Film Awards (2006). Deze nominaties werden echter niet verzilverd. Dit was wel het geval op de Heartland Film Festival alwaar Shooting Dogs de Grand Prize for Dramatic Feature toegekend kreeg (2006).
Ook de pers en het publiek waren over het algemeen lovend over de prent. De film geeft een authentieke indruk en laat de kijker met een emotionele dreun achter. Critici wijzen er evenwel op dat de film geen geheel waargebeurd verhaal vertelt. De vluchtelingen in de school werden immers niet enkel afgeslacht door Hutu-burgers. Vele daders waren militieleden en soldaten van het Rwandese leger.
Verder kwam er nogal wat kritiek op het feit dat de verantwoordelijkheid voor het plaatsvinden van de Rwandese genocide in Shooting Dogs louter wordt gesitueerd op het niveau van de enkeling en zijn keuzes. Het zoeken naar verantwoordelijkheid bij een hogere macht ontbreekt in deze cinematografische weergave. Dit stelt onder meer ook Gie Vanden Berghe, historicus en ethicus verbonden aan de universiteit Gent, in zijn kritische analyse van de film Shooting Dogs en de Rwandese genocide. In deze analyse merkt van den Berghe ook op dat Shooting Dogs allesbehalve een Rwandese film is: "Rwandezen mochten, moesten meedoen, "het is tenslotte hùn verhaal". Mooi niet, Shooting dogs is een blank verhaal met zwarte figuranten, een schuldbelijdenis over westers wegkijken, met op de valreep blanke helden die alsnog onze eer redden." De film heeft immers een sterk christelijk moralistische inslag waarbij het werk van de priesters ter plaatse in de persoon van Christoffer fel verheerlijkt wordt. De communie die toegediend wordt en het feit dat hij zelfs bij zijn dood enkel maar liefde voelde voor zijn moordenaar geven de film een smakeloze wending, aldus van den Berghe.
Kritiek kwam er ook op de BBC die deze film mee financierde. De BBC wordt er in de film bijgehaald door leraar Joe om te zorgen dat de beelden verspreid zouden worden in de wereld en er bijgevolg ingegrepen zou worden vanuit het Westen. In realiteit was er in heel Rwanda niet één BBC-ploeg aanwezig en toen de Westerse massamedia uiteindelijk toch opdoken, hadden ze enkel oog voor de evacuatie van westerlingen.
De film ging op 27 maart 2006 in wereldpremière in het Amahorostadion in Rwanda. Dit, aldus de Rwandese minister van cultuur, om de verzoening tussen de Rwandezen ten goede te komen. Hulporganisaties wezen er echter op dat een reconstructie van de gruwel zo snel na de gebeurtenissen voor de Rwandezen een traumatisch effect zou hebben. Dergelijke beslissing viel dan ook niet in goede aarde.
De analyse van Shooting Dogs die hieronder volgt, is specifiek gericht op het gebruik van de film in lessen geschiedenis. Bepaalde inzichten kunnen echter ook van pas komen in vakken als cultuur- als gedragswetenschappen of in een vakoverschrijdend project rond de VOET Herinneringseducatie.
De film kan gedeeltelijk of in zijn geheel worden bekeken om leerlingen een beeld te geven van de genocide die in 1994 in Rwanda plaatsvond. Daarnaast kan de prent ook worden gebruikt om de leerlingen een zekere 'filmische geletterdheid' bij te brengen. Verschillende scènes zijn immers op een dusdanige manier in beeld gebracht dat de beeldvorming bij de kijker met betrekking tot de gruweldaden in Rwanda en de verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap in dit verhaal, sterk wordt beïnvloed. Precies door te wijzen op de gehanteerde filmtechnieken en door de film te confronteren met ander bronnen- en beeldmateriaal kan de kritische zin bij de leerlingen worden aangescherpt. Tot slot, leent deze verfilming van één van de meest tragische gebeurtenissen uit de recente geschiedenis, zich perfect tot klasdiscussies omtrent rassenhaat, de morele gevolgen van individuele keuzes, de werking van de VN, de verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap in dergelijke gruwelijke conflicten, etc.
Hieronder delen wij de film alvast op in verschillende subthema’s, die gelinkt kunnen worden aan uiteenlopende lesonderwerpen.
1. Intro
2. Etniciteit
3. Internationale gemeenschap – Rol van de VN
4. De macht van media
Doorheen de hele film wordt de radio gehanteerd als een techniek om een schets te geven van de toestand in Rwanda. Het radiojournaal wordt ingeschakeld om de kijker meer historische feiten te geven alsook de nodige achtergrondinformatie.
5. Noord-Zuid verhouding
6. Dekolonisatie en lokale politiek
7. Genocide
Reporter: “How many acts of genocide does it take to make genocide?"Shelley: "That's just not a question that I'm in a position to answer." Reporter: "Well, is it true that you have specific guidance not to use the word 'genocide' in isolation, but always to preface it with these words 'acts of'?" Shelley: "I have guidance which I try to use as best as I can. There are formulations that we are using that we are trying to be consistent in our use of. I don't have an absolute categorical prescription against something, but I have the definitions. I have phraseology which has been carefully examined and arrived at as best as we can apply to exactly the situation and the actions which have taken place ... "
De originele beelden worden gebruikt in de film en hiermee valt de aarzeling af te lezen op Shelley’s gezicht bij het beantwoorden van de vragen. Wanneer er enkel nog klank is krijgt de kijker fictieve beelden te zien van afgeslachte Tutsi’s langs de wegkant terwijl Marie nog steeds zo ver mogelijk van de gruwel wegloopt…
8. Slot
De film sluit af met het vermelden van de aantallen van de slachtoffers die gevallen zijn. Dit om de impact op de kijker te vergroten. Er vielen 2500 doden op de ETO nadat de VN-troepen zich teruggetrokken hadden en in de periode tussen april en juni 1994 werden 800 000 Rwandezen het slachtoffer van de gruweldaden die plaatsvonden. In de aftiteling krijgt de kijker foto’s van slachtoffers van de genocide en meer specifiek van het aangerichte bloedbad op de Ecole Technique Officiel te zien. Het gaat om mensen die meewerkten in de filmcrew van Shooting Dogs. Telkens wordt vermeld hoe zij en hun familieleden getroffen werden door de gruwel. De vrolijkheid waarmee de crewleden op de foto worden weergegeven staat in schril contrast met de bijhorende tekst die vertelt hoeveel familieleden ze verloren hebben.
De setting voor de film Shooting Dogs wordt gevormd door de Rwandese genocide die in 1994 aan meer dan 800 000 Tutsi’s het leven kostte. De wortels voor dit 50 jaar aanslepende conflict moeten worden gezocht in de rassenpolitiek die de Duitse en Belgische kolonisatoren tijdens de koloniale periode voerden. De Tutsi minderheid werd wetenschappelijk ‘minder zwart’ en superieur verklaard. Een gegeven waarop onder meer de Rooms-katholieke kerk in zijn bekeringsijver gretig inspeelde. Deze bal kaatste na de Tweede Wereldoorlog terug en liet het koloniale bewind achter met een Tutsi-elite die zijn onafhankelijkheid opeiste. Laatstgenoemden werden hierop bedankt voor bewezen diensten en ingeruild voor een tot dan toe onderdrukte Hutu meerderheid, met de massaslachtingen en een autoritair en dictatoriaal bewind na de onafhankelijkheid als voorspelbare gevolgen.
Het precaire evenwicht dat door de aanstelling van Juvénal Habyarimana (Hutu) als president in 1993 tot stand kwam, was niet meer dan een voetnoot en een theatrale schijnvertoning. De situatie ontplofte letterlijk toen het vliegtuig van Habyarimana op 6 april 1994 werd neergehaald. ‘Hutu Power’ schoof de zwarte piet hiervoor door richting Tutsi’s en de situatie mondde uit in een 100-dagen durende genocide die het leven kostte aan circa 1 miljoen Tutsi’s en dissidente Hutu’s. Deze naar ‘Hutu Power-normen’ nodige zuivering werd reeds voor de aanslag op Habyarimana voorbereid waardoor er sterke vraagtekens kunnen geplaatst worden bij diens omkomen. Ook de rol van de internationale troepen binnen de Rwandese volkerenmoord kan sterk in vraag worden gesteld. De 2000 aanwezige UNAMIR (United Nations Assistance Mission) soldaten die vanaf 1993 in het land waren en de vrede moesten bewaken deden niets om deze genocide te voorkomen. Roméo Dallaire, de bevelhebber van de UNAMIR, zag de ernst van de situatie nochtans in, maar zijn bede om meer manschappen werd niet beantwoord.
Na de dood van 10 Belgische blauwhelmen trok België zijn troepen terug, terwijl de VS van bij het begin druk zetten voor een erg beperkt mandaat waarbij de VN enkel toezag op de vrede en de UNAMIR enkel mocht ingrijpen indien zelf aangevallen. De houding van de VS was een regelrechte uitloper van het debacle enkele maanden ervoor in Somalië waarbij 24 Amerikaanse soldaten het leven lieten. De terugtrekking van de Belgische troepen in de film waarbij meer dan 2000 vluchtelingen aan hun lot werden overgelaten, werd een symbool voor de onmacht en het schijnheilige ingrijpen van het Westen dat de genocide misschien wel niet had kunnen vermijden maar het dodentol toch aanzienlijk had kunnen reduceren.
Deze gebeurtenissen blijven in de 21ste eeuw in het collectieve geheugen van de Westerling gegrift. Dit niet alleen door films als Shooting Dogs, The Last Just Man (2002) van Steven Silver, Shake Hands With The Devil (2007) van Roger Spottiswoode en het bekroonde Hotel Rwanda (2004) van Terry George, maar ook door de gebeurtenissen in Darfur waar de wijfelende houding van de Internationale Gemeenschap andermaal een genocide dreigde te bewerkstelligen die het leven aan honderdduizenden kon kosten.
De setting voor de film ‘Shootingdogs’ wordt gevormd door de Rwandese genocide die in 1994 aan meer dan 800 000 Tutsi’s het leven kostte. De wortels voor dit 50 jaar aanslepende conflict moeten gezocht worden in de rassenpolitiek die de Duitse en Belgische kolonisatoren tijdens de koloniale periode voerden. De Tutsi minderheid werd wetenschappelijk ‘minder zwart’ en superieur verklaard. Een gegeven waarop onder andere de Rooms katholieke kerk in zijn bekeringsijver erg gretig inspeelde. Deze bal kaatste na de Tweede Wereldoorlog terug en liet het koloniale bewind achter met een Tutsi elite die zijn onafhankelijkheid opeiste. Laatstgenoemden werden hierop bedankt voor bewezen diensten en ingeruild voor een tot dan toe onderdrukte Hutu meerderheid, de massaslachtingen en een autoritair en dictatoriaal bewind na de onafhankelijkheid als voorspelbare gevolgen.
Het precaire evenwicht dat door de aanstelling van Juvénal Habyarimana (Hutu) als president in 1993 tot stand kwam, was niet meer dan een voetnoot en een theatrale schijnvertoning. De situatie ontplofte letterlijk het vliegtuig van Habyarimana op 6 april 1994 werd neergehaald. ‘Hutu Power’ schoof de zwarte piet hiervoor door richting Tutsi’s en de situatie escaleerde in een 100 dagen durende genocide die het leven kostte aan circa 1 miljoen Tutsi’s en dissidente Hutu’s. Deze naar ‘Hutu Power-normen’ nodige zuivering werd reeds voor de aanslag op Habyarimana voorbereid waardoor er sterke vraagtekens geplaatst worden bij diens omkomen. Ook de rol van de internationale binnen de Rwandese volkerenmoord wordt sterk in vraag gesteld. De 2000 aanwezige UNAMIR ((United Nations Assistance Mission) soldaten die vanaf 1993 in het land waren en de vrede moesten bewaken deden niets om deze genocide te voorkomen. RoméoDallaire, de bevelhebber van de UNAMIR, zag de ernst van de situatie nochtans in, maar zijn bede om meer manschappen werd niet beantwoord.
Na de dood van 10 Belgische blauwhelmen trok België zijn troepen terug, terwijl de VS van bij het begin druk zetten voor een erg beperkt mandaat waarbij de VN enkel toezag op de vrede en de UNAMIR enkel mocht ingrijpen indien zelf aangevallen. De houding van de VS was een regelrechte uitloper van het debacle enkele maanden ervoor in Somalië waarbij 24 Amerikaanse soldaten het leven lieten. De terugtrekking van de Belgische troepen in de film waarbij meer dan 2000 vluchtelingen aan hun lot werden overgelaten, werd een symbool voor de onmacht en schijnheilige ingrijpen van het Westen dat de genocide misschien wel niet had kunnen vermijden maar het dodentol toch aanzienlijk had kunnen reduceren.
Deze gebeurtenissen blijven in de 21ste eeuw op het collectieve geheugen van de Westerling gebrand. Dit niet alleen door films als ‘ShootingDogs’, ‘The Last Just man’van Steven Silver, ‘Shake Hands With The Devil’van Roger Spottiswoode en het bekroonde ‘Hotel Rwanda’ van Terry George, maar ook met de gebeurtenissen in Darfur waar de wijfelende houding van de Internationale Gemeenschap andermaal een genocide dreigen te bewerkstelligen die het leven aan honderdduizenden kan kosten.
Onderwijs
De analyse die hieronder gemaakt werd is specifiek gericht op geschiedenislessen maar kan evenwel in cultuur- als gedragswetenschappen gebruikt worden. De film kan in zijn geheel gebruikt worden om leerlingen een beeld te geven van de genocide die in Rwanda plaatsvond. Hieronder maakten wij een opdeling in verschillende subthema’s die gehanteerd kunnen worden voor uiteenlopende lesonderwerpen. Bij wijze van voorbeeld kan de informatie die in de film gegeven wordt over het begrip ‘genocide’ gelinkt worden aan de jodenuitroeiing of kan de rol van de VN uitgelegd worden.
De lessenreeks over Shooting dogs. Beyond the gates wil leerlingen uit het zesde leerjaar TSO van het katholiek onderwijs laten kennismaken met de Rwandese genocide. Daarnaast leren de zesdejaarsleerlingen een historische film kritisch analyseren.
Leerplan doelstellingen (VVKSO, derde graad TSO-KSO)
10 De leerlingen tonen aan dat ideologieën, mentaliteiten, waardestelsels en wereldbeschouwingen invloed uitoefenen op samenlevingen, menselijke gedragingen en beeldvorming over het verleden (E 9).
12 De leerlingen verdiepen, verfijnen en verruimen de vaardigheden van de eerste en de tweede graad die verband houden met het ordenen van informatie in tijd, ruimte en socialiteit, met het structureren van informatie en met het formuleren en toepassen van elementaire aspecten van de historische methode (heuristiek, kritiek en synthese) (E 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18): de expliciete én impliciete boodschap van een bron detecteren.
22 De leerlingen kunnen diverse soorten primaire en secundaire bronnen (zoals beelden geluidsmateriaal, schema’s, tabellen, diagrammen, kaarten, cartoons, dagboekfragmenten, reisverslagen, memoires) herkennen. Ze kunnen historische en algemene vaardigheden toepassen op uiteenlopende soorten bronnen waaronder ook producten en media van de informatie- en communicatietechnologie (ICT) (E 13).
25 De leerlingen geven blijk van een kritische houding bij het gebruik van informatie over de historische en actuele werkelijkheid (E 20, 22).
26 De leerlingen beseffen dat de kennis van het verleden niet exact de historische werkelijkheid weergeeft en dat onze historische kennis onvolledig en voorlopig is.
32 De leerlingen zijn bereid om de actuele/historische spanningsvelden vanuit verschillende gezichtshoeken te bekijken, rekening houdend met achterliggende waarden, normen en mentaliteiten (E 20).
Doelstellingen lessenreeks
De leerlingen maken kennis met de Rwandese genocide.
De leerlingen leren dat ideologieën en mentaliteiten invloed hebben op de beeldvorming over ‘de ander’ en hun gedragingen ten opzichte van ‘die ander’; toegepast op de Rwandese genocide.
De leerlingen ontdekken hoe de kijker (en de makers van de film) vanuit een bepaald perspectief naar de Rwandese genocide (= het verleden) kijkt (= geschiedenis).
De leerlingen leren een onderscheid maken tussen de expliciete boodschap van de film (= het Westen keek weg terwijl duizenden Tutsi’s op een gruwelijke manier vermoord werden) en de impliciete boodschap van de film (= de twee blanke hoofdrolspelers, net als de BBC-ploeg, zuiveren ons geweten).
De leerlingen leren diverse bronnen observeren en analyseren. Ze leren omgaan met tegenstrijdige informatie. Ze leren zoeken naar de redenen voor de ‘foute’ informatie.
De leerlingen leren dat een (historische) film (net als geschiedenis) een weergave van de werkelijkheid is en niet de werkelijkheid an sich. Ze beseffen dat ze kritisch naar films moeten kijken.
De leerlingen leren tools om kritisch naar films te kijken en deze te analyseren. Ze leren het analysemodel van historische films kennen (en het onderscheid tussen de filmische, narratieve en symbolische laag).
Draaiboek lessenreeks Shooting dogs
Les 1 & 2 & 3 & 4 (= 4 x 50 min)
We kijken klassikaal naar de volledige film Shooting dogs. De film duurt 115 minuten, waardoor je best veel tijd verliest. Toch vind ik het een meerwaarde om de film in de klas volledig te laten spelen: ik wil dat de leerlingen eerst een gevoel van afschuw ervaren vooraleer ze de film kritisch zullen analyseren. Het contrast tussen de emoties die de film oproept en de rationaliteit van de historische kritiek toegepast op de film is groot, maar juist daarom zo interessant.
5 min: Vooraleer we de film bekijken, peil ik eerst naar de kennis van de leerlingen over Rwanda. Dit doen we door een mindmap over Rwanda te maken. De leerlingen schrijven woorden op waaraan ze denken. De woorden komen op het bord terecht. Door gerichte vragen te stellen, komen volgende woorden op het bord te staan:
125 min: We kijken naar Shooting dogs.
20 min: Na de film plaatsen de leerlingen zich in een cirkel. Ze krijgen een post-it en daarop schrijven ze iets wat ze kwijt willen over de film. Daarna houden we een klasgesprek over de film en hetgeen ze hebben opgeschreven.
Ten slotte leg ik het doel van de verdere lessenreeks over Shooting dogs uit. Ik vertel dat we deze film kritisch zullen onderzoeken. We zullen de film volgens de methode van de historische kritiek onderzoeken. Hoe zullen we dit onderzoeken?
Ik leg uit dat we het analysemodel van historische films zullen gebruiken:
Filmische laag: Hoe wordt het verleden uitgebeeld? Decor, kostuums, gebruiksvoorwerpen, camerastandpunten, muziek, …
Narratieve laag: Waar gaat het over? En hoe wordt deze geschiedenis verteld? Chronologie, oorzaken & gevolgen, hoofdrolspelers, …
Symbolische laag: Wat betekent het? Welke waarden & normen zitten in de film vervat? Tijdsgeest/mentaliteit: historisch of actueel?
50 min: Tijdens de vierde en laatste les gebruiken de leerlingen een digitale cursus en fragmenten uit de film. Na het lesuur geven de leerlingen de ingevulde cursus af ter verbetering. De antwoorden staan op punten. Extra: indien de meeste leerlingen nog niet klaar zijn, mogen ze er thuis verder aan werken.
Zie voor de digitale cursus bij deze les de bijlage bovenaan deze pagina.
Palmer (R.), Colton (J.) en Kramer (L.), A history of the modern world. Boston, McGraw-Hill, 2007, 1259 p.
http://www.imdb.com/title/tt0420901/
http://www.serendib.be/gievandenberghe/artikels/applausvoorgenocide.htm
http://www.bbc.co.uk/films/2006/03/17/shooting_dogs_2006_review.shtml
https://www.thoughtco.com/best-and-worst-african-conflict-movies-3438317
Human Rights Watch - Leave None to Tell the Story - Genocide in Rwanda, 1999.
www.hrw.org/reports/1999/rwanda/Geno15-8-01.htm
Om de gerelateerde filmfragmenten te kunnen bekijken, dient u zich eerst aan te melden. U kan inloggen via de link onderaan deze pagina.