KMKG - Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis

Stageplaats

KMKG

Stagementor: Kristien De Henau, k.dehenau@kmkg-mrah.be en Klara Herremans, k.herremans@kmkg-mrah.be
Werkplek: Bureau van Dienst Publiek en Educatie
www.kmkg-mrah.be/nl

Mensen, kunst en geschiedenis verbinden

De Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG) wakkeren in Brussel, in het hart van Europa, nieuwsgierigheid en verwondering aan voor de werelden die vrouwen en mannen hebben gemaakt. 

De KMKG bieden democratiserende, inclusieve en meerstemmige ruimtes aan voor een kritische dialoog over verleden en toekomst. In vertrouwen bewaren en onderzoeken wij kunstwerken, gebruiksvoorwerpen, wetenschappelijke data en documenten voor de samenleving. We stellen diverse herinneringen veilig voor toekomstige generaties. We garanderen gelijke rechten en gelijke toegang tot erfgoed en wetenschappelijke expertise.

Wij zijn een participatieve en transparante federale wetenschappelijke instelling zonder winstoogmerk. We werken in actief partnerschap met en voor diverse gemeenschappen aan het bewaren, verzamelen, interpreteren, tentoonstellen en ontsluiten van collecties met als doel studie, educatie, troost en genot. Wij streven diepere inzichten in samenleving en culturen na. Dat moedigt ons aan om beter zorg te dragen voor de wereld, waardoor we ons ook een andere wereld kunnen voorstellen.

Wij streven ernaar bij te dragen aan menselijke waardigheid en sociale rechtvaardigheid, wereldwijde gelijkheid, planetair welzijn, gevoel voor schoonheid en besef van tijd.

Stageopdrachten

Dienst Publiek en Educatie - stage dekolonisatie

Ambitie en uitdagingen voor de Dienst Publiek en Educatie

De uitdaging van de Dienst Publiek en educatie is rechtstreeks verbonden met de visie van het museum

1. We willen een inclusieve en meerstemmige ruimte zijn voor een kritische dialoog over verleden en toekomst.1

1.1 Inclusief en meerstemmig

  • We willen meer plaats en aandacht voor verschillende narratieven
  • We willen het gesprek mogelijk maken en begeleiden vertrekkend van het erfgoed  waar we als museum voor zorgen en het humane hierin centraal stellen
  • We willen meer aandacht voor herkomstgeschiedenis in het verhaal over de stukken
  • We willen werken aan een mentaliteitsswitch (weg van wij-zij denken), aandacht krijgen voor eigen blinde vlekken en vooraannames en een plaats veroveren voor meer nuance in het taalgebruik (vb. tot slaaf gemaakte ipv slaaf)
  • Wij willen openheid voor inbreng van andere historische referentiekaders en achtergronden in het museum
  • Wij willen zorgzaam omgaan met mensen en dus voorzichtig omspringen met gevoelig erfgoed (vb. gruwelijke beelden, menselijke resten, etc)
  • Wij willen een diverser publiek aanspreken en betrekken. In de praktijk merken we dat ons publiek vrij homogeen is: heel jong (lagere en middelbare scholen) of eerder oud (65+). Liggend in het hart van Brussel in zijn superdiversiteit, merken we dat veel mensen uit deze samenleving de weg naar het museum niet vinden of zich niet aangesproken voelen.

1.2 Kritische dialoog

De geschiedenis van het museum is verbonden met het leven, de visie en doelstellingen van Leopold II. Er is maatschappelijke controverse rond deze koning van België i.v.m. zijn kolonie Congo, waar we als museum niet kunnen/willen naast kijken. Ook wereldwijd leeft sterk het debat over dekolonisatie sinds de gebeurtenissen rond George Floyd en de Black Lives Matter-beweging. Het noodzakelijk verzet tegen uitbuiting van mensen en slavernij. Het onderzoek naar de herkomst van objecten en het restitutievraagstuk stegen op de prioriteitenlijst van vele musea/erfgoedinstellingen. Ook al gingen de planning en de bouw van het Jubelpark vooraf aan de oprichting van de eigenlijke kolonie, kunnen we stellen dat opbrengsten uit de kolonie naar het museum zijn gegaan. Denk aan het ivoor van de art nouveau, de bouw van de triomfboog, het Congo-monument in het park en het ruiterstandbeeld van Leopold II.
Naast de directe link met Leopold II is er ook een schurende kant aan andere niet-Europese collecties (alleen al die voormalige aanduiding verraadt een sterk eurocentrisch perspectief): het oude Egypte, het Oude Nabije Oosten, de Amerika-collecties uit de precolumbiaanse periode, etc. Ze worden in se nog steeds heel sterk gebracht vanuit een bepaald perspectief – Westers (kunst)historisch.
Dekolonisatie is evengoed het ‘ontzetten’ de male white supremacy.

  1. We willen participatief en transparant zijn

Vanuit de publiekswerking willen we het maatschappelijk debat (over dekolonisatie) faciliteren en voeden, of nog ambitieuzer: op gang brengen en trekken. De gidsenploeg is op de hoogte van deze wens en vertaalt deze  tijdens de rondleidingen in de mate van het mogelijke en wenselijke. Dat gebeurt momenteel erg intuïtief en persoonlijk vanuit elk van de publieksmedewerkers. Er is echter geen structureel / uitgewerkt aanbod om het thema van de dekolonisatie aan te brengen, noch naar groepen, noch in de ondersteuning van freelancers.

  1. We willen werken voor diverse gemeenschappen

Werken voor diverse groepen, maar ook werken met diverse groepen. Het aantrekken van mensen met een andere achtergrond dan de Westerse moet de eigen starre blik openbreken.

Waarom deze probleemstelling:

Het maatschappelijk debat over Leopold II is geruime tijd aan de gang. We zijn ons ervan bewust dat een heleboel thema’s niet (genoeg) aan bod komen in onze werking. We willen als museum van kunst en geschiedenis ook reflecteren over hoe geschiedenis in een museum vorm krijgt. Hoe de collecties, het onderzoek en de ‘médiation’ / publiekswerking (gesprek)stof geven om actuele en maatschappelijke vragen te beantwoorden. Het is nodig om onze bezoekers op de hoogte te brengen van het feit dat de situatie van het museum en zijn werking nu een gevolg is van de geschiedeis van het museum en visies in het verleden en daar ook nieuwe visies in toe te laten.

Voorbeelden van andere musea:

We leven niet op een eiland. Daarom kijken we als dienst Publiek en Educatie naar andere musea waar het thema dekolonisatie al aan bod komt. In deze musea is het aanbod van de publieksdienst voor scholen (vooral secundair onderwijs) rond het thema uitgewerkt en kan het een bron van inspiratie zijn. Het Africa Museum (Tervuren) is een evident voorbeeld. Daarnaast kijken we naar de werking van het Belvue museum (Brussel), van het MAS (Antwerpen), het Tropenmuseum (Amsterdam) en het Museum Volkenkunde (Leiden). Ook het British Museum (London) en het Pitt Rivers Museum (Oxford) staan ver in het omgaan met bewustwording en bewustmaking. Denk: Artists in residence, scientists in residence, focus op herkomst van objecten en restitutie, menselijke resten, contact en werken met diaspora, werkgroep ‘terminologie’ in het Rijksmuseum om heel bewust te werken aan inclusieve taal, enz.. Dit is een greep uit de mogelijkheden waarmee andere musea al aan de slag zijn.   

Ook in het onderwijs komt het thema van dekolonisatie aan bod en wordt langzaam maar zeker gewerkt aan de nieuw lesmateriaal waar bewust(er) wordt omgegaan met de keuze van bronmateriaal ter analyse bijvoorbeeld. Onderzoeken hoe leerkrachten hiermee en rond werken – met of zonder museumbezoek – is inspirerend voor een plan van aanpak.

Stage Dekolonisatie

Inhoud stage voor studenten Publieksgeschiedenis binnen dienst Publiek en Educatie heeft als doel te vaak nog als evident beschouwde visie over het verleden voor onze huidige bezoekers te doorbreken (1) en tegelijkertijd nieuwe bezoekers aan te trekken (2). Resultaatgebieden kunnen bijvoorbeeld zijn

  • uitwerking van een ‘toolkit’ EHB(de)koloniserend rondleiden in A&H voor gidsen en workshopbegeleiders van schoolgroepen
  • uitwerking van een rondleiding/workshop over geschiedenis (en hoe deze tot stand komt) en/of dekolonisatie in het Museum Kunst en Geschiedenis.

Thema’s:

  • Wat is (de)kolonisatie?
  • Goed versus slecht – wat met polarisering?
  • Bewustwording/making van het geïnternaliseerd koloniaal denken (dat zich sterk in taal veruiterlijkt)
  • Waarom is werken aan dekolonisatie belangrijk/zinvol/verrijkend/noodzakelijk/…?
  • Nadenken over structurele ongelijkheid in een ‘wit’, vaak ook ‘mannelijk’ systeem.
  • Werken op taalgebruik, terminologie en (hoe herkennen en ontkrachten) van stereotypen.
  • Kwetsend versus helend
  • Andere perspectieven om museumcollecties te duiden: deelname aan het debat door belanghebbende mensen buiten het museum.
  • Wegstappen van de Westerse analyse.
  • Dekolonisatie als hefboom in een groter een proces van museale transformatie

En daarnaast: deelname vergaderingen, deelname gidsenwerking (contacten, volgen rondleidingen, kennismaking educatief materiaal), participatie in de activiteiten van de DP&E (vb. Kunstendag voor Kinderen), contacten met conservators en wetenschappelijk personeel, archief. Alle mogelijke hulp wordt geboden. Eventuele aankoop van materiaal om dit educatieve project te bekostigen.

Stage tijdens eerste semester: oktober-november of november-december. (120 uur)