Un long dimanche de fiançailles verhaalt over het frontleven tijdens de Eerste Wereldoorlog en het daaropvolgende verwerkingsproces in het naoorlogse Frankrijk. Het hoofdpersonage is Mathilde. In 1917 wordt haar leven abrupt verstoord, wanneer haar verloofde Manech wordt opgeroepen om mee te strijden aan het front. Wanneer blijkt dat hij niet meer terugkomt, weigert Mathilde te geloven dat haar geliefde dood is. In augustus 1919 neemt een oud-sergeant plots contact met haar op. Zijn naam is Daniel Esperanza. Hij beweert in 1917 vijf ter dood veroordeelden te hebben geëscorteerd naar een loofgraaf in de eerste linie. Daar werden ze in het ‘niemandsland' gedumpt als straf voor zelfverminking. Mathildes verloofde was één van hen. In tegenstelling tot het officiële overlijdensbericht blijkt Manech dus niet ‘gevallen op het veld van eer'. Nadat Esperanza Mathilde een doos met brieven, foto's en bezittingen van de veroordeelden heeft overhandigd, besluit zij haar eigen onderzoek te starten.
De opdrachtgevers voor de film Un long dimanche de fiançailles waren de productiemaatschappijen Warner Bros France, Topioca Films en Tfr Films Production. Zij kregen hierbij de medewerking van Canal +, Centre National de la Cinématographie, Région Île de France, Région Bretagne en Région Poitou-Charentes. De hoofduitvoerder was producer Bill Gerber.
Jean-Pierre Jeunet stelde samen met Guillaume Laurant het scenario op. Hiervoor baseerden zij zich op het boek Un long dimanche de fiançailles van Sébastien Japrisot, geschreven in het jaar 1991. Japrisot - pseudoniem voor Jean-Baptiste Rossi - werd geboren te Marseille in 1931 en stierf in 2003. Hij heeft de film dus nooit kunnen bewonderen. Slechts eenmaal had hij telefonisch contact met de regisseur.
Voor historisch advies deden Jeunet en zijn ploeg een beroep op Jean-Pierre Verney - gespecialiseerd in de Eerste Wereldoorlog - en Hervé Gransart. Verney stelde bovendien een groot aantal artefacten uit WO I ter beschikking van Jeunet. Voorts lieten de filmmakers zich inspireren door verschillende historische werken, enkele historische speelfilms en het boek van Japrisot, die vier jaar onderzoek had verricht vooraleer hij aan zijn boek startte. Japrisot had zich daarbij voornamelijk geconcentreerd op egodocumenten: getuigenissen, geschriften en brieven van oud-strijders, opgetekend tijdens de oorlog. Japrisot las ook tal van boeken over WO I en bekeek verschillende filmdocumenten. Tot slot ging hij ter plaatse observeren.
Het feit dat Jeunet met Le fabuleux destin d'Amélie Poulain (2001) en enorm succes had geboekt in 2001, kan deels verklaren waarom er zoveel inkt vloeide over Un long dimanche de fiançailles. Ook verscheidene andere redenen kunnen evenwel naar voren worden geschoven.
De film - geproduceerd door Warner Bros - was immers het slachtoffer van een wettelijke wraking in Frankrijk. De nationaliteit van de film - en dus ook de toekenning van grote Europese filmsubsidies - werden sterk gecontesteerd. Zo werd de film na een beslissing van ‘le tribunal administratif de Paris' (november 2004) ontdaan van zijn Franse nationaliteit.
Voorts hebben de Corsicanen een rechtszaak aangespannen tegen de film, naar aanleiding van het Corsicaanse nationaliteit van het personage Ange Bassignano. In de film wordt Bassignano immers opgevoerd - geheel in de lijn van het alomtegenwoordige cliché van de Corsicaanse soldaat - als een door en door slecht en lafhartig figuur. De release van de film zorgde in Corsica dan ook voor een hevige polemiek. De verspreiding van de film werd er stopgezet en verschillende organisaties dienden een klacht in.
Alsof dit alles nog niet genoeg was, ondervonden Jeunet en zijn ploeg ook nog enkele problemen tijdens het gebruik van het militair oefenterrein in Montmorillon. Het Franse leger had er namelijk een Europees handvest inzake milieubescherming ondertekend. Het laten ontploffen van granaten (al waren die nep) zorgde er dan ook voor grote problemen. Daarnaast bleek het terrein bedekt met een zeldzame heidesoort. In het nauw gedreven door het getouwtrek tussen het leger, verschillende milieubewegingen, de regio en bepaalde jagers heeft de productie er zich noodgedwongen moeten toe verbinden na afloop van de opnames de loopgraven dicht te gooien en het heidekruid opnieuw aan te planten.
De reacties van het grote publiek en van talloze filmrecensenten waren wel overwegend positief. Daarbij werd voornamelijk verwezen naar het schitterende contrast tussen de puurheid van een liefdesverhaal en de gruwelen van het frontleven, de sublieme acteerprestaties, het visuele aspect van de film (sepiabeelden, prachtige decors, vloeiende camerabewegingen, ...) en tot slot het ideale evenwicht tussen humor, surrealisme en hyperrealisme.
Un long dimanche de fiançailles kan bezwaarlijk als de zoveelste productie in de rij van films over de Eerste Wereldoorlog worden beschouwd. In tegenstelling tot de meeste andere oorlogsfilms werpt de prent immers een licht op de individuele belevenissen van de frontsoldaten en het naoorlogse verwerkingsproces. De laatste jaren is de beangstelling voor dergelijke thema's binnen het historisch onderzoek fel toegenomen. En dit, na een lange periode waarin onderwerpen als ‘zelfverminking' en ‘slachtoffers van de krijgsraad' taboe waren in Frankrijk.
Het loont dan ook zeker de moeite de film in zijn geheel te bekijken. Alleen dan slaagt de toeschouwer erin zich te verplaatsen in de personages en de belevingswereld van deze karakters te doorgronden.
Daarnaast komen ook enkele specifieke thema's aan bod in de film. Hieronder volgt een lijstje van de voornaamste thema's, waarbij telkens wordt verwezen naar de scènes waarin deze voorkomen.
Tussen 1914 en 1918 woedde in Europa een hevige strijd die ‘de Eerste Wereldoorlog' werd genoemd omdat bijna elk land in de wereld ermee te maken kreeg. De gevechten begonnen, toen het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije de oorlog verklaarde aan Servië. Algauw ontstonden echter twee kampen: de geallieerden (bondgenoten) Groot-Brittanië, Frankrijk, Italië, Rusland en de Verenigde Staten tegenover de centrale mogendheden Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Turkije. In het begin dachten beide partijen dat ze elkaar snel en gemakkelijk konden verslaan, maar geen van de partijen bleek uiteindelijk sterk genoeg om de strijd gauw te winnen. Er sneuvelden duizenden soldaten voor de prijs van een paar honderd meter terreinwinst.
De troepen rukten zo ver mogelijk op, waarna ze dekking zochten in de loopgraven. De soldaten zaten er dicht opeengepakt, tot aan hun knieën in de modder, terwijl ratten en luizen welig tierden. Zodra de soldaten uit de loopgraven te voorschijn kwamen, werden ze door de vijand met machinegeweren neergemaaid. Aan beide zijden beschikte men over artilleriegeschut met granaten waardoor miljoenen slachtoffers vielen.
Door de mensonwaardige omstandigheden in de loopgraven vroeg de strijd niet alleen fysiek, maar ook mentaal veel van de soldaten. De voortdurende aanwezigheid van dood en verderf, de schijnbare uitzichtloosheid van de oorlog en het totale gebrek aan informatie hadden immers een onmiskenbare uitwerking op de moraal van de soldaten. Depressiviteit, futloosheid en dronkenschap waren het gevolg. Velen gingen er psychisch geheel onderdoor. Ze kregen te maken met hevige angstaanvallen of andere oorlogsneuroses.
Precies in deze context moet ook de toename van individuele desertie, zelfverminking en het simuleren van ziekten worden gezien. De gevestigde orde reageerde hierop met harde hand: nadat de krijgsraad de soldaten - die zich aan één van deze middelen hadden vergrepen - had veroordeeld tot de doodstraf, werden ze voor een executiepeloton geleid en om het leven gebracht voor de ogen van hun kameraden. Men hoopte op deze manier een voorbeeld te stellen voor de anderen. Enkel door te vluchten of door gratieverlening konden de soldaten ontsnappen aan hun onfortuinlijke lot.
Het enige contact van de soldaat met het gewone leven was de correspondentie met zijn achterban. Daarnaast werd - voor de Franse soldaten vanaf 1915 - ook het verlof ingesteld. Deze periode bleek echter voor vele soldaten een ontgoocheling. Het leven aan het thuisfront was immers niet blijven stilstaan. Wederzijds onbegrip leidde er vaak toe dat de draad van voorheen niet zomaar kon worden opgepikt.
Ook de wapenstilstand betekende nog lang niet het einde van alle leed. Zowel de soldaten zelf, als het thuisfront dienden talloze verliezen te verwerken. Ten gevolge van het enorme aantal vermisten, weigerden vele families daarenboven te geloven dat hun zoon, echtgenoot of vader was gesneuveld. Zij zetten een heuse speurtocht in op zoek naar hun geliefden. Tot slot kwamen vele families na het staken van de strijd via medesoldaten en geruchten te weten dat hun naasten niet - zoals de officiële berichten hadden geluid - waren gesneuveld op het ‘veld van eer', maar op het bevel van de eigen zijde waren veroordeeld tot het executiepeloton.
DECLERCQ (E.) en GELDOF (M.), Un long dimanchedefiançailles, een film van Jean-Pierre Jeunet(onuitgegeven essay), Gent, UGent, 2006, 153p.
DE VOS (L.), De eerste wereldoorlog, Leuven, Davidsfonds, 1996, 175p.
JAPRISOT (S.), Un long dimanche de fiançailles, Parijs, Denoël, 1991, 367p.
JEUNET (J.P.), LAURANT (G.), CASOAR (P.), Un long dimanche de fiançailles, Tielt, Lannoo, 2005, 91p.
VAN BERGEN (L.), Zacht en eervol. Lijden en sterven in een Grote Oorlog, Den Haag/Antwerpen, Sdu Uitgevers/Standaard Uitgeverij, 1999, 455p.
Op de DVD Special Edition: Audiocommentaar van regisseur J.P. Jeunet en weggelaten scènes
http://wwws.warnerbros.fr/movies/unlongdimanche/: Officiële website van de film Un long dimanche de fiançailles
Om de gerelateerde filmfragmenten te kunnen bekijken, dient u zich eerst aan te melden. U kan inloggen via de link onderaan deze pagina.