De film Thirteen Days speelt zich af tijdens de Koude Oorlog en gaat over de dertien dagen durende Cubacrisis (van 16 tot 28 oktober 1962).
Een Amerikaans U2-spionagevliegtuig neemt foto's boven Cuba, waaruit blijkt dat de Russen op slechts 145 kilometer van de Amerikaanse kust korte en middellange afstandsraketten hebben geïnstalleerd, die voorzien zijn van nucleaire kernkoppen. De wereld staat op de rand van een nucleaire wereldoorlog en de president moet strijd leveren op twee fronten: enerzijds tegen de Sovjets en anderzijds tegen zijn eigen generaals. Kennedy en zijn legerstaf zijn het namelijk oneens over de te volgen procedure: terwijl de president en zijn rechterhand Kenny (Kenneth) P.O'Donnell een gecontroleerde en diplomatieke oplossing willen proberen, ijveren zijn generaals voor een directe militaire aanval. De beslissing is cruciaal en JFK houdt het voortbestaan van de mensheid in zijn handen.
De film werd geproduceerd door New Line Cinema, in samenwerking met Tig productions, de productiemaatschappij van Kevin Kostner. De hoofduitvoerders waren producers Armyan Bernstein, Peter O. Almond en Kevin Kostner zelf.
David Self was de scenarist voor Thirteen Days. Hij verrichtte hiervoor intensief onderzoek naar de Cubacrisis. Hij las een groot aantal boeken, memoires en traditionele literatuur ter voorbereiding en onderzocht diverse primaire bronnen, zoals neerslagen van opnames over de gebeurtenissen, CIA-documenten en presidentiële papieren. Daarenboven luisterde hij uren naar de "Kennedy Tapes". Dit zijn bandopnames van de vergaderingen in het Witte Huis met betrekking tot de Cubacrisis. Eind jaren negentig werd deze geheime informatie immers meer en meer vrijgegeven. E. May en P. Zelikow schreven deze gesprekken neer in het boek met de toepasselijke titel "The Kennedy Tapes".
Ook regisseur Roger Donaldson deed veel research naar de Cubacrisis en hij werd hierin bijgestaan door enkele betrokkenen: Ted Sorensen, voormalig raadslid van het Witte huis, Robert McNamara, voormalig secretaris van Defensie, luchtmachtcommandant William B. Ecker en tenslotte Dino Brugioni, CIA foto-interpretator. Al deze personen stonden in voor het historisch advies.
De hamvraag waarmee de filmmakers geconfronteerd werden, was evenwel hoe ze op een originele en intrigerende manier de dertien dagen durende Cubacrisis in herinnering konden brengen. Op het ogenblik dat de film werd geproduceerd, werd het publiek namelijk geconfronteerd met verschillende series, zoals The West Wing, die hen een kijkje gunden achter de muren van het Witte Huis. Dergelijke series bevestigden de zogenaamde Camelot-mythe, waardoor John F. Kennedy werd herinnerd als een heroïsche halfgod. De mythe vond ingang dankzij de "image building" rond JFK en nam buitengewone proporties aan na zijn plotse en tot de verbeelding sprekende dood.
De makers van Thirteen Days wilden echter achter deze mythe graven en zo een realístisch beeld brengen van de Kennedy's. De film moest John en zijn broers schetsen op een manier die het publiek nooit eerder had gezien. Men koos bijgevolg voor een alternatieve invalshoek: de Cubacrisis werd voorgesteld door de ogen van Kenny (Kenneth) O'Donnell, Speciaal Assistent van de president. Deze was destijds geen bekende naam bij het publiek, omdat hij zich veelal afzijdig hield en hierdoor geen sterk visueel imago kon opbouwen. Het ontbreken van een hype rond zijn persoon zorgde dan ook voor een onbevooroordeelde blik bij de kijkers.
Dankzij de originele en vernieuwende benadering van de Cubacrisis (cf. supra) werd de film positief onthaald door verscheidene filmrecensenten én door het grote publiek. De filmmakers hadden immers een menselijke Kennedy gecreëerd, zonder afbreuk te doen aan zijn persoon. Vooral in vaderlandslievend Amerika was dit laatste element cruciaal!
Daarnaast kon het publiek ook de spanning smaken die deel uitmaakt van de film. Het creëren van een dergelijke spanningsboog was nochtans niet evident, aangezien de afloop van het verhaal alom bekend is.
Ondanks het feit dat Thirteen Days voor een deel geromantiseerd werd, is en blijft het in de eerste plaats een politiek drama waarbij de concrete gebeurtenissen van de Cubacrisis centraal staan. Het is dus geen absolute noodzaak om de film in zijn geheel te bekijken.
Het lijkt mij opportuun om de film niet thematisch maar wel dag per dag te benaderen. De film biedt namelijk een mooi overzicht van de gebeurtenissen tussen 16 en 28 oktober. Ik presenteer hieronder een treffende scène voor elke dag van de dertien dagen durende crisis.
De Cubacrisis (16- 28 oktober 1962) wordt beschouwd als het meest kritieke moment van de Koude Oorlog. Tijdens deze crisis dreigde de Koude Oorlog namelijk te ontaarden in een atoomoorlog tussen de VSA en de Sovjet-Unie.
Cuba is een klein eiland in de Caraïbische Zee en ligt als het ware in de achtertuin van de VSA. De VSA hadden er grote economische belangen en steunden bijgevolg de Cubaanse dictators die garant stonden voor de stabiliteit op het eiland. In 1958 vond in Cuba echter een revolutie plaats onder leiding van Fidel Castro, waardoor de relaties met Amerika bekoelden. De VSA reageerden hierop met een economische boycot van het land, met als gevolg dat Castro in het communistische kamp werd gedreven en Cuba zich meer en meer richtte op de Sovjet-Unie. In 1961 vond uiteindelijk de Amerikaanse invasie van de Varkensbaai plaats waardoor Cuba, ondanks een verpletterende nederlaag voor de VSA, de Amerikaanse dreiging ernstig ging nemen.
Rond die tijd vatte Nikita Chroesjtsjov het idee op om Sovjetraketten te plaatsen op Cuba. Hij maakte zich namelijk zorgen over de Amerikaanse tussenkomst op het eiland en was verbolgen over de raketten die de VSA in Turkije hadden geplaatst. Daarenboven schrok hij niet terug voor JFK; hij zag Kennedy als een zwakke leider die geen kordate beslissingen zou durven nemen. Dit bleek achteraf een grove misrekening.
In mei 1962 lichtte Chroesjtsjov Fidel Castro in over operatie ANADYR. Deze vreesde dat zijn land het middelpunt zou worden van een Amerikaans-Russische oorlog, maar hij was wél bereid de socialistische wereld een dienst te bewijzen. Castro had namelijk eerder geprobeerd tot het Warchau-pact toe te treden, maar deze poging was jammerlijk mislukt. De instemming met operatie ANADYR was dus vooral een kwestie van status.
Amerikaanse verkenningsvliegtuigen legden de offensieve wapens vast op luchtfoto's en voor het eerst voelde Amerika zich van nabij bedreigd door de Sovjet-Unie. Tussen 16 en 28 oktober stond de wereld dan ook op de rand van een Derde Wereldoorlog. Op 22 oktober trad de crisis in volle openbaarheid toen Kennedy een speech hield, waarin hij de ontmanteling eiste van alle raketbases op Cuba en een blokkade afkondigde van alle militaire goederen naar het eiland. Op 24 oktober ging de blokkade van kracht en de wereld hield zijn adem in.
Achter de schermen werd intussen druk diplomatiek overleg gepleegd en op 28 oktober kwam er een keerpunt in de crisis: De Sovjet-Unie beval zijn schepen rechtsomkeer te maken en hiermee was de lont uit het kruitvat. Deze concessie was het gevolg van intensief overleg tussen beide grootmachten. Er zou een ontmanteling van de raketbases in Cuba komen, op voorwaarde dat Amerika zijn raketten in Turkije zou terugtrekken. De Verenigde Staten moesten ook de integriteit van Cuba respecteren.
Uiteindelijk leidde de Cubacrisis tot een toenadering tussen beide grootmachten. De VN speelde hierin een belangrijke rol.
Historische commentaren en speeches van de betrokkenen
Biografieën van de belangrijkste betrokkenen: John F. Kennedy, Nikita Chroesjtsjov, Fidel Castro, Robert Kennedy, Kenneth O'Donnell en vele andere adviseurs, militairen, diplomaten en journalisten.
Commentaar van de regisseur
Verwijderde scenes
www.rottentomatoes.com: recensies van erkende filmcritici en publiek
HOBSBAWM E., Een eeuw van uitersten. De twintigste eeuw 1914- 1991., Utrecht, Het Spectrum, 2000, 723 p.
KENNEDY R., SCHLESINGER A., Thirteen days: a memoir of the Cuban Missile Crisis., W.W. Norton and Company, 1969, 192 p.
MAY E., ZELIKOW P., The Kennedy Tapes: inside the White House during the Cuban Missile Crisis., W.W. Norton and Company, 1997, 320 p.
VANDE WINKEL J., De Cubacrisis in The Missiles of October en Thirteen Days: een case-study naar de waarde van fictiefilms als historische bron. (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), Gent, UGent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte vakgroep Nieuwste Geschiedenis, 2002- 2003, 188 p.
Om de gerelateerde filmfragmenten te kunnen bekijken, dient u zich eerst aan te melden. U kan inloggen via de link onderaan deze pagina.