Platoon brengt ons het relaas van de jonge Amerikaanse infanterist Chris Taylor die als vrijwilliger naar Vietnam wordt gestuurd. Chris maakt meteen kennis met de harde realiteit in Vietnam. Tijdens de lange tochten doorheen de wildernis wordt hij gebeten door insecten en na een nachtelijke guerrilla-aanval van de Noord-Vietnamezen raakt Chris lichtgewond. Hij krijgt drie dagen arrest in het basiskamp waar hij samen met andere soldaten aan de harde realiteit probeert te ontsnappen met hasj en alcohol. Al vrij snel is Chris hersteld en moet hij zijn taken op het terrein weer vervullen. Tijdens een patrouille wordt een ondergrondse Vietnamese bunker ontdekt. Tijdens het onderzoek van de bunker ontploft een mijn en verdwijnt Manny, een Amerikaanse soldaat. Onder leiding van sergeant Barnes trekken de Amerikaanse soldaten naar een nabijgelegen dorp. Onderweg vinden ze het lijk van Manny. Uitzinnig van woede bereiken de soldaten het dorp. Wanneer er enkele wapens worden gevonden is het hek volledig van de dam. De Amerikanen revancheren zich en brengen een aantal Vietnamese burgers om het leven. Ook Chris verliest even de pedalen en houdt een Vietnamese burger onder vuur. Wanneer sergeant Elias het dorp bereikt roept hij meteen iedereen tot de orde. Terug in het Amerikaanse basiskamp doet hij aangifte van de illegale daden van sergeant Barnes bij hun overste. Van dan af aan raakt het volledige peloton verscheurd tussen de brave, vergevingsgezinde, ethische en menslievende Elias en de bloeddorstige, immorele supersoldaat Barnes. Gechoqueerd door de gebeurtenis in het Vietnamese dorp kiest Chris partij voor Elias. Al vrij snel wordt het peloton opnieuw naar het front gestuurd. Dit keer komt het tot een hevige confrontatie met de Vietcong. De soldaten krijgen het bevel zich terug te trekken aangezien het gebied zal worden gebombardeerd. Sergeant Elias bevindt zich echter nog diep in het vijandige gebied en heeft dus het bevel niet gehoord. Sergeant Barnes belooft Elias te gaan halen. Wanneer Barnes Elias aantreft schiet hij hem in koelen bloede neer. Wanneer Barnes met de rest van het peloton het gebied ontvlucht met de helikopter zien Chris en zijn kompanen hoe Elias de wildernis komt uitgerend en wordt gedood door de Vietnamezen. Veel tijd om te treuren over het verlies van Elias krijgt Chris echter niet. Het peloton wordt opnieuw de wildernis ingestuurd waar het tot een ultieme nachtelijke confrontatie komt met het Noord-Vietnamese leger. Zowat het volledige peloton sneuvelt onder de Vietnamese aanvallen en de Amerikaanse napalmbombardementen. De volgende ochtend ontwaakt Chris als één van de enigste overlevenden. Chris vindt te midden van alle lijken de zwaargewonde Barnes terug. Barnes vraagt Chris medische hulp te gaan halen. Chris wreekt echter de dood van Elias en doodt Barnes. De zwaargewonde Chris wordt met een helikopter van het slagveld weggebracht en mag terug naar huis.
Het scenario van Platoon is grotendeels geïnspireerd op de persoonlijke ervaringen van regisseur Oliver Stone. In 1967 reisde Stone immers als soldaat naar Vietnam om er de Vietcong te bevechten bij de 25ste infantrie. Na 15 maanden keerde hij terug naar de USA waar hij voor zijn bewezen diensten beloond werd met de ‘Bronze Star' en de ‘Purple Heart'. Kort na zijn terugkeer ging hij film studeren aan de universiteit van New York onder leiding van Martin Scorsese. Zijn eerste film werd de horrorfilm Seizure (uit 1973). Succes verwierf hij voor het eerst met Salvador, een politiek drama over de oorlog in El Salvador.
De productie van Platoon kwam heel moeizaam tot stand. In 1976 schreef Stone reeds het script voor de film. Geen enkele filmstudio toonde echter enige interesse om de film te maken. Het wantrouwen van Hollywood tegenover de Vietnamoorlog en de mogelijke opschudding was immers vrij groot. De daaropvolgende jaren diende Vietnam slechts als een inspiratiebon of als een referentiekader voor Hollywood-regisseurs. Naar het einde van de jaren '70 toe veranderde het klimaat echter enigszins. In 1978 kwamen met The Deer Hunter en Coming Home twee films uit die handelden over de mentaliteit van de Vietnamveteranen. Na het succes van The Godfather I en II kreeg Francis Ford Coppola het budget van de productiemaatschappij Zoetrope Studios om Apocalypse Now te draaien in 1979. Apocalypse Now handelde wel over de ‘donkere kant' van de oorlog maar ging nog niet echt over de aard van de oorlog. Bovendien was de film vrij surrealistisch. Toch bleef het wachten tot het verrassende succes van Salvador in 1986 vooraleer Stone voldoende steun kreeg voor zijn film. De kleine Britse firma Hemdale Film Corporation was bereid om te film te produceren. Dat de Vietnamoorlog nog steeds een gevoelig onderwerp was, bleek uit het beperkte budget (6,5 miljoen dollar) dat Stone ter beschikking had. Bij de verdeling van de film zou Hemdale Film Corporation de steun krijgen van de Amerikaanse verdeler Orion Pictures Corporation.
Bij het schrijven van het script maakte Stone geen gebruik van historisch advies, aangezien hij zelf een eersterangs getuige was van de Vietnamoorlog. Voor Stone was het regisseren van Platoon een soort therapie om zijn eigen oorlogstrauma's te verwerken. Hij maakte echter wel gebruik van een militair adviseur, in de persoon van Dale Dye (een Vietnamveteraan met een staat van dienst van 20 jaar bij de Amerikaanse marine). Om zijn acteurs voor te bereiden op de productie trok Stone met zijn cast naar de Filippijnse wildernis (waar de film ook zou gedraaid worden). Daar werd een rekruteringskamp georganiseerd door Dye. De acteurs moesten gedurende twee weken lange tochten maken door de wildernis met zware rugzak. Ze overleefden op legerrantsoenen en overnachtten in loopgraven. Verder werden er af en toe luide explosies afgevuurd tijdens hun nachtrust. Stone's hoopte dat de acteurs er zo bij de start van de opnames zouden uitzien als Vietnamsoldaten: uitgeput, verweesd en verwilderd.
Bij zijn release in 1986 maakt Platoon meteen furore. De film werd tegelijk geprezen en bekritiseerd voor zijn rauwe representatie van het oorlogsgeweld. Bovendien sneed de film enkele taboes aan zoals de oorlogsmisdaden van bepaalde Amerikaanse soldaten, het gebruik van drugs om aan de realiteit te ontsnappen door de mariniers, het FNG-syndroom (een negatieve houding van oudere soldaten binnen een peloton tegenover nieuwe rekruten) of het frag-fenomeen (het vermoorden van een onpopulaire overste door een soldaat of een groep soldaten). Niettemin werd Platoon een onverdeeld succesverhaal. Door de meeste critici werd de prent positief onthaald. Vincent Canby van ‘The New York Times' was vrij enthousiast en noemde de film ‘a succession of found moments'. Volgens het gezaghebbende magazine ‘Time' toonde Stone de Vietnamoorlog ‘as it really was'. De film creëerde sensatie in binnen- en buitenland en Stone werd prompt gebombardeerd tot één van de belangrijkste regisseurs uit de Amerikaanse cinema. De film sleepte maar liefst acht nominaties voor de Academy Awards (beter bekend als de oscars) in de wacht, waarvan hij er vier won: Best Director, Best Film Editing, Best Picture en Best Sound. Verder won Platoon nog zeventien andere prijzen waaronder twee BAFTA Awards en drie Golden Globes. Ook bij het grote publiek sloeg Platoon aan. Met een budget van amper 6,5 miljoen dollar maakte de film een winst van 136 miljoen dollar (250 miljoen dollar met de opbrengst van de video's erbij).
Platoon is een van de eerste langspeelfilms die handelt over de werkelijke aard van de Vietnamoorlog. Als Vietnamveteraan en getalenteerd cineast slaagde Stone erin om op een authentieke manier het gevecht tegen de ‘onzichtbare vijand' in beeld te brengen. Bovendien behandelt de film ook enkele heikele thema's zoals de oorlogsmisdaden tegen Vietnamese burgers, de zware verliezen van de Amerikanen, de twijfel over de oorlog bij de infanteristen, het druggebruik aan het front, de napalmbombardementen, ... Kortom, Stone hangt een kritisch beeld op over de oorlog.
De rode draad doorheen de film is de verscheurdheid van het peloton (en in eerste instantie van Chris) tussen sergeant Barnes en sergeant Elias. Twee tegengestelde standpunten worden als het ware samengebald in deze twee personages. Sergeant Elias is de brave, morele sergeant die eerbied heeft voor de mensenrechten en de Vietnamese bevolking met respect behandelt. Sergeant Barnes daarentegen is de immorele, wrede krijger die de Vietnamezen - indien nodig - in koelen bloede executeert. Het contrast tussen beide personages wordt nog versterkt door de beeldspraak die wordt gehanteerd. Zo wordt Elias af en toe weergegeven als een moderne Christusfiguur. In het begin van de film draagt hij zijn machinegeweer als een soort kruis. Daarnaast doet ook Elias' sterfscène - door zijn gekruiste armen - denken aan Christus. Bovendien sterft Elias net als Jezus na verraad. Verder wordt hij door Barnes onder andere ‘a water walker' genoemd. Sergeant Barnes doet - met zijn gehavende gelaat - in zekere zin denken aan een soort satan-figuur. Bovendien heeft Barnes zeven schotwonden overleefd. Op die manier krijgt Barnes min of meer een aureool van onsterfelijkheid. Beide figuren kunnen worden beschouwd als de twee polen waartussen iedere soldaat zich bevindt. Daarbij staat Elias voor het goede en Barnes voor het slechte in elke soldaat.
Omwille van bovenstaande redenen loont het zeker de moeite de volledige film te bekijken in de klas. Op die manier raken de leerlingen het meest emotioneel betrokken bij de gebeurtenissen en kunnen ze zich het best inleven in de verscheurdheid van het hoofdpersonage en het peloton soldaten. Bovendien is de film vrij toegankelijk voor de leerlingen. De prent werd logisch opgebouwd en is meeslepend. De film biedt de leerkracht de mogelijkheid de leerstof op een kritisch manier te behandelen en bijgevolg een aantal eindtermen in te vullen.
We verwijzen ook graag naar twee ander films van Oliver Stone: Born the Fourth of July en Heaven and Earth. Born the Fourth of July handelt over een getraumatiseerde Vietnamveteraan. Heaven and Earth behandelt de oorlog vanuit het standpunt van een Vietnamees meisje. Een combinatie van enkele cruciale scènes uit deze drie films kan de leerlingen een bijzonder accuraat en coherent beeld geven over de Vietnamoorlog in zijn geheel.
In bepaalde scènes van de film worden ook een aantal concrete thema's aangaande de Vietnamoorlog behandeld. We zetten de voornaamste scènes per onderwerp even op een rijtje:
De Vietnamoorlog was een conflict dat zich afspeelde binnen een bipolair kader. Tussen 1945 en 1954 kreeg Frankrijk het in zijn Aziatische kolonie Indochina (het huidige Vietnam) aan de stok met communistische groeperingen onder leiding van Ho Chi Minh. De Amerikanen bekostigden een groot deel van de oorlog die de Fransen voerden, maar konden niet voorkomen dat deze nabij Dien Bien Phu toch in de pan werden gehakt. Op de daaropvolgende conferentie van Genève werd Indochina opgesplitst in Noord- en Zuid-Vietnam. In Zuid-Vietnam werd een Amerikaansgezinde regering geïnstalleerd terwijl Noord-Vietnam communistisch werd.
De Amerikanen vreesden dat Noord-Vietnam een springplank zou beteken voor het communisme in Zuidoost-Azië (het zogenaamde domino-effect). Deze vrees bleek enigszins terecht want vanaf 1959 infiltreerde de communistische guerillagroep Vietcong (of het Nationaal Front voor de Bevrijding van Zuid-Vietnam) in Zuid-Vietnam. De Vietcong begon openlijk de Amerikaansgezinde regering te bevechten en kreeg daarbij de steun van de Zuid-Vietnamese bevolking. President Kennedy reageerde en verhoogde de Amerikaanse troepen in Zuid-Vietnam van 3.200 tot 16.000 manschappen.
Niettemin verslechterde de situatie snel voor de Amerikanen in Zuid-Vietnam. De Vietcong trok langzaam maar zeker op naar het Zuiden en Zuid-Vietnam dreigde volledig in handen te vallen van het communisme. De Amerikaanse president Lyndon B. Johnson wenste in te grijpen en na een incident in de golf van Tonkin (in augustus 1964) keurde het Amerikaanse congres en de Amerikaanse regering de Vietnamoorlog goed.
Zonder dat hij het goed en wel besefte had Johnson de VSA in een hopeloze strijd geworpen. De Amerikaanse troepen kregen in de Vietnamese wildernis nooit enige greep op de guerrillatechnieken van de Vietcong. Ondanks de massale inzet van hoogtechnologisch materiaal en massale bombardementen met chemische wapens (zoals napalm en agent orange) op Noord- en Zuid-Vietnam bleef de Vietcong bijzonder actief en kreeg het veel steun en medewerking van de Zuid-Vietnamese bevolking. Deze bombardementen kostten overigens het leven aan vele Zuid-Vietnamese burgers die de Amerikanen zogezegd hoorden te beschermen. President Johnson reageerde door nog meer troepen te sturen. Tevergeefs. De Amerikaanse mariniers zonken steeds verder weg in het Vietnamese moeras.
In 1969 bevonden zich maar liefst 543.400 Amerikaanse troepen in Vietnam. Bovendien raakten de Amerikaanse troepen stilaan het noorden kwijt. Sommige troepen begonnen zich te revancheren op de Zuid-Vietnamese bevolking. Een aantal Amerikaanse soldaten gingen hun boekje te buiten aan slachtpartijen, aanrandingen, folteringen, verkrachtingen, ...
De talloze verliezen, de vele doden, de gruwelijke oorlogsmisdaden van sommige Amerikaanse soldaten, ... Alles werd uitgebreid beschreven in de Amerikaanse oorlogsberichtgeving en media. De oorlog raakte op die manier ontzettend onpopulair bij het Amerikaanse publiek. Er ontstond onder meer een bijzonder krachtige vredesbeweging van Vietnamveteranen en steeds meer jongeren weigerden in dienst te gaan bij het leger. De Amerikaanse regering dwong bijgevolg steeds meer mensen, vooral armen en zwarten zonder connecties, om in dienst te gaan; rijken konden de dienst makkelijk ontlopen. Tussen 1967 en 1971 steeg het percentage mensen dat de dienst weigerde op morele gronden van 8% tot 43%, een percentage dat ongeëvenaard was.
De kentering in de oorlog kwam er op 30 januari 1968 toen de Vietcong het Tet Offensief lanceerde. Hoewel ze met deze aanval enorme militaire verliezen leden (ze verloren 40.000 van hun beste troepen en vele wapens) was de Vietcong er toch in geslaagd om de Amerikanen een enorme psychologische dreun te geven. Tot het Tet Offensief hadden de Amerikanen een overwinning in de Vietnamoorlog voor mogelijk gehouden. Na Tet ging men vooral denken aan de terugtrekking uit Vietnam zonder gezichtsverlies.
De publieke opinie had zich nu openlijk tegen de oorlog gekeerd. Richard Nixon beloofde tijdens zijn presidentscampagne ‘een eervolle vrede' en won de verkiezingen. Stilaan werden de troepen teruggetrokken en leerden Amerikaanse experts het zwakke Zuid-Vietnamese leger om op eigen benen te staan. Nixon drong ondertussen aan op onderhandelingen met de Vietcong. Niettemin ging hij rustig verder met zware bombardementen op Noord-Vietnam en op het oosten van Cambodja. Met deze bombardementen hoopte Nixon de zogenaamde Ho Chi Minh Trail-route af te sluiten (via dewelke de Vietcong bevoorraad werd uit Cambodja). Ondertussen werden de troepen stelselmatig teruggetrokken. In 1970 bevonden er zich nog 334.000 Amerikanen in Vietnam, tegen 1972 was dat aantal reeds gezakt tot 24.400. In december 1972 begonnen de vredesonderhandelingen. In 1973 bereikte men een overeenkomst. Deze overeenkomst zou echter dode letter blijven. De Amerikaanse troepen waren amper weg of Noord-Vietnam opende een aanval op het Zuiden. In 1975 capituleerde het Zuid-Vietnamese leger. De Amerikanen evacueerden hun ambassade en namen enkele Vietnamezen mee die hen hadden gesteund. De meeste Vietnamezen bleven echter achter en werden door de Vietcong omgebracht.
Vietnam was herenigd en de Vietnamoorlog was voorbij. Deze had evenwel een zeer zware tol geëist: 47.244 Amerikaanse, ongeveer 224.000 Zuid-Vietnamese en 660.000 Noord-Vietnamese soldaten werden gedood. Daarnaast bekochten 365.000 Vietnamse burgers de oorlog met hun leven. Verder telde het Amerikaanse leger 153.329 gewonden en 2.483 vermisten. Het Zuid-Vietnamese leger telde uiteindelijk 570.000 gewonden.
TOPLIN (R.), History by Hollywood. The use and abuse of the american past, Illinois, 1995.
TOPLIN, (R.), Oliver Stone's USA. Film, history and controversy, Dansas, 2000.
BILTON (M.) en SIM (K.), Four hours in My Lai. A war crime and its aftermath, New York, 1992.
CAPPS (W.), The Vietnam reader, New York, 1991.
MALO (T.) en WILLIAMS (J.), Vietnam War Films, 1994.
Om de gerelateerde filmfragmenten te kunnen bekijken, dient u zich eerst aan te melden. U kan inloggen via de link onderaan deze pagina.