De film Made in Dagenham is gebaseerd op waargebeurde feiten. De film speelt zich af in Engeland en start op 28 mei 1968. Rita woont in Dagenham (wijk in Groot-Londen) en werkt daar in de Ford-fabriek waar zij samen met andere vrouwen met behulp van gemaakte patronen de zetelhoezen naait voor de auto’s die in de fabriek geproduceerd worden. Wanneer de naaisters te weten komen dat hun mannelijke collega’s voor hetzelfde werk meer betaald krijgen dan zij, besluiten ze massaal het werk neer te leggen. Rita, de hoofdrolspeelster van de film, ontpopt zich hierbij tot een vastberaden onderhandelaarster. Tijdens haar strijd voor de vrouwenrechten komt ze niet enkel in aanraking met haar directie en de overheid, maar botst ze ook tegen haar echtgenoot. Naast deze centrale verhaallijn, komen er ook nog enkele andere zijverhalen aan bod.
De inspiratie voor de film kwam van de producer Stephen Woolley. Op de radio hoorde hij een programma dat ging over de reünie van enkele stakers. Dit programma liet zo’n diepe indruk bij hem na dat hij hier graag een film over wou maken. De film is dus deels gebaseerd op historische gebeurtenissen, maar om de verhaallijn in de film te bewaren verzonnen de makers het fictieve personage Rita O'Grady. Deze vrouw, in de film de aanvoerster van de stakers, staat symbool voor verschillende vrouwen die destijds bij de actie betrokken waren (m.n. Rose Boland, Eileen Pullen, Vera Sime, Gwen Davis en Sheila Douglas). Enkele staaksters werden nauw betrokken bij de film en deelden hun ervaringen met de regisseur. Zij worden op het einde van de film ook kort even aan het woord gelaten.
Door de reputatie van Nigel Cole als regisseur stapten BBC Films en de UK Film Council snel mee in de boot en waren bereid de film te financieren. De regisseur koos bewust voor een komische en luchtige film om de zware problematiek van stakingen in beeld te brengen. De bedoeling was om: “een film te maken voor het brede publiek en niet één die enkel in kunstcinema’s wordt gespeeld”, zei Cole. De regisseur hoopt met deze film ook mensen te inspireren die het vandaag de dag moeilijk hebben.
Tijdens de film wordt de sfeer van de jaren ’60 opgeroepen met verschillende liedjes uit deze tijd (denk aan het liedje op het einde 'You Can Get It If You Really Want', maar ook de kledij geeft heel goed de sfeer weer van de jaren ’60. De film won geen prijzen, maar werd wel genomineerd voor vier awards (Beste Britse film, kostuum ontwerp, Make Up & Hair Design en beste actrice) van de British Film Awards 2010.
De film Made in Dagenham werd met gemengde gevoelens onthaald. De reacties lopen uiteen van zeer positief tot zeer negatief. Hieronder proberen we een zo genuanceerd beeld weer te geven van de verschillende reacties.
De meeste recensenten zijn de mening toegedaan dat Made in Dagenham een feelgood film is met een ongebruikelijk onderwerp en dat er een realistisch beeld van de jaren ’60 wordt gecreëerd door de verfilming van de auto’s, kledingstijl, dagdagelijkse gewoontes en de muziek.
Vervolgens zijn de meningen verdeeld. Een groep recensenten meent dat de film te luchtig is met te weinig diepgang en aandacht voor de uitwerking van de personages en de historische gebeurtenissen die al bij al geen beklijvende indruk nalaat. De recensie op enola.be is niet mals met haar kritiek. De film wordt beschreven als een soort crowdpleaser die zich er gemakkelijk van af maakt door het volgen van bepaalde conventies en sentimentele clichés.
Genuanceerdere verhalen horen we eerder bij onder andere Tom Henheffer, recensent bij MacLeans. Volgens hem is dit een feministische film die het seksisme veroordeelt en ondanks de luchtige toon toont het de werkelijke kost van de strijd voor burgerrechten. Voor hem vormt de combinatie van optimisme en realisme een goede balans en is het een plezier om naar de film te kijken. Sommigen menen dat de film tevens een hoog actualiteitsgehalte heeft vanwege de loonkloof die nog steeds aanwezig tussen mannen en vrouwen vandaag de dag.
In het najaar 2014 wordt er ook een musical uitgebracht die het verhaal van de vrouwen uit de Dagenhamfabriek zal brengen. De releasedatum wordt voorzien op 5 november 2014.
Afhankelijk van wat je in de les wilt bereiken, kan deze film meer of minder bruikbaar zijn. Als je echt een historische film wilt laten zien om de leefomstandigheden van de arbeidersklasse weer te geven dan vermoed ik dat er betere films bestaan. Wil je echter de film gebruiken om een gesprek te openen over vrouwenrechten of vrouwenemancipatie of wil je één bepaalde casus behandelen (in dit geval dan de staking in de Dagenham fabriek), dan geloof ik dat deze film wel enkele mogelijkheden biedt.
Vooraleer ik enkele bruikbare scènes bespreek wil ik nog één opmerking meegeven. Het is namelijk zo de film gebruik maakt van verschillende ‘trucjes’ om haar geloofwaardigheid hoog te houden. Zo wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van oude documentairebeelden en krijgen we op het eind van de film via de ondertiteling nog wat meer historische achtergrondinformatie mee. Op het einde van de film worden enkele vrouwelijke stakers aan het woord gelaten die vertellen over hun ervaringen tijdens de staking van 1968. Hierbij dient echter steeds in het achterhoofd gehouden te worden dat de verhaallijnen in de film fictief zijn en dat sommige personages eigenlijk de verpersoonlijking zijn van verschillende belangrijke spelers in de staking (cf. Rita en Albert).
1. Filmtechnieken om historiciteit te benadrukken
2. Positie van de vrouw
3. Belang van politieke belangenvermenging
Als algemene conclusie ben ik van mening dat deze film gebruikt kan worden in zowel de geschiedenisles als in een les cultuurwetenschappen. In de les cultuurwetenschappen kan de film aangewend worden om de positie van de vrouw te bespreken en dieper in te gaan op vrouwenemancipatie. In de geschiedenisles kan de nadruk dan eerder komen te liggen op bredere structureren, zoals stakingen en wat je daar mee kan bereiken. Bij de bespreking van de fragmenten heb ik ook telkens geprobeerd om enkele mogelijke vragen als uitgangspunt naar voor te schuiven die gebruikt kunnen worden in de les.
Het is volgens mij ook aangeraden om de film in zijn geheel te laten zien en als leerkracht de nadruk te leggen op bepaalde scènes, veel meer dan losse scènes te tonen. Dergelijke losse scènes zijn te kort en niet duidelijk genoeg om leerlingen mee te krijgen in het hele verhaal.
De film Made in Dagenham leent zich ten slotte uitermate goed om na te gaan hoe een regisseur met bepaalde filmtechnieken de geschiedenis probeert weer te geven, maar daar niet altijd op een even goede manier in slaagt. Al bij al is deze film toch het overwegen waard om in een les te gebruiken.
Zoals reeds eerder vermeld is deze film gebaseerd op historische gebeurtenissen. In deze historiografische schets gaan we eerst dieper in op de historische gebeurtenissen in de jaren ’60 die leidden tot de Equal Pay Act in 1970 in Engeland. Vervolgens plaatsen we de strijd van deze vrouwen in een breder kader.
De Fordfabriek in Dagenham is gelegen in Groot-Londen, in het oosten van Engeland. In de Fordfabriek waren er 54.813 mannen en 187 vrouwen werkzaam. De vrouwelijke arbeid werd als ongeschoold bestempeld. In 1968 vond hier effectief een staking plaats die een drietal weken duurde (van 7 juni tot 29 juni). In tegenstelling tot de film was er niet één vrouw, maar waren er vijf vrouwelijke leiders: Rose Boland, Eileen Pullen, Vera Sime, Gwen Davis en Sheila Douglas. Deze vrouwen vormden een apolitieke groep van 187 vrouwelijke arbeiders die ervoor pleitten om hun werk als naaisters als geschoold te laten bestempelen (en bijgevolg ook een hoger loon te ontvangen). Deze staking zou uiteindelijk leiden tot de Equal Pay Act in 1970. De vrouwen krijgen pas in 1984 een volledig gelijkwaardig loon. Tijdens deze strijd werden de vrouwelijke stakers openlijk gesteund door Frederick Blake en Berni Passingham. Deze twee mannen worden in de film niet als individu getoond, maar worden vertegenwoordigd door Albert. In de strijd is er een grote rol weggelegd voor Barbara Castle, minister van werkgelegenheid. Zij zorgde voor een rechtvaardigere wetgeving. Net zoals in de film heeft zij de vrouwelijke stakers ontvangen. Bij deze ontmoeting waren er geen mannen toegelaten en kwam men tot het akkoord om de vrouwen 92% van het loon van de mannen uit te betalen.
Wanneer we kijken naar de effecten van de strijd zien we dat de fabriek noodgedwongen stil lag om zo het verlies van meer dan acht miljoen dollar met een risico van verlies van 40.000 jobs in gans Engeland te vermijden. Omdat Ford bleef weigeren om met de vrouwen te onderhandelen, ondernamen de vrouwen een mars naar Westminster en stelden zich op voor het parlement met spandoeken met de tekst: "We want sex equality". Dat de vrouwen niet altijd au sérieux genomen worden en dat ze zeker niet op de steun van de media kunnen rekenen komt tot uiting in een (bekende) foto waarop een fotograaf enkel het eerste deel van de slogan heeft getrokken. Hierdoor kreeg je de tekst “We want sex" te lezen. De vrouwen krijgen wel de steun van vrouwen uit andere Ford-fabrieken in Engeland. Deze leggen spontaan het werk neer en vervoegen zich bij de vrouwen uit Dagenham. De echtgenoten van de vrouwen steunen, net zoals in de film, hun vrouwen soms wel, soms niet.
Deze staking blijft belangrijk voor vrouwen in Engeland en dient vaak als voorbeeldcasus. Hierbij wordt soms vergeten dat de staking van deze vrouwen eigenlijk kadert in een meer algemene strijd van de vrouwen.
Om de gerelateerde filmfragmenten te kunnen bekijken, dient u zich eerst aan te melden. U kan inloggen via de link onderaan deze pagina.