Luther vertelt het levensverhaal van, hoe kan het ook anders, Maarten Luther. De film begint bij de wijding van Luther als priester; iets wat hij aan God beloofd had tijdens een gevaarlijke storm. Vervolgens zien we hoe Luther carrière maakt en het uiteindelijk tot doctor in de theologie aan de universiteit van Wittenberg schopt. In zijn monnikcel voert hij vaak een gevecht met de duivel, maar in de buitenwereld blijkt hij een begenadigd redenaar. Hij begint te preken tegen de aflaten en de mistoestanden in de Roomse kerk. Hierop volgt de clash tussen Luther en paus Leo X en de gevolgen van de protestantse godsdienst op de samenleving in het Heilig Roomse Rijk. Luther trouwt met de weggelopen non Katharina von Bora en vertaalt het Nieuwe Testament in het Duits. Hiermee legt hij de basis voor de Duitse taal.
Luther is een film van de filmstudio Metro-Goldwyn-Mayer en grotendeels gefinancierd door het Amerkaanse Thrivent Financial for Lutherans. De film is geregiseerd door Eric Till. Het script is van de hand van Camille Thomasson en Bart Gavigan. De muziek is gecomponeerd door Richard Harvey. De film is op verschillende locaties gefilm, o.a. in Duitsland, Italië en Tsjechië en bracht wereldwijd 29.413.900 USD op. Deze film is trouwens de laatste film waarin Peter Ustinov te zien is, hij is enkele maanden na de opnames overleden.
Uiteraard blijven films met historische religieuze thema’s niet onbesproken en is de film vandaag op het net nog steeds voer voor discussies. Deze draaien meestal uit op fervente Protestanten die de film verdedigen en even fervente Katholieken (of vrijzinnigen) die de film verguizen. Wie nieuwsgierig is naar hoe deze geanimeerde debatten verlopen kan altijd een kijkje nemen op de website IMDb.
Nochtans deed Luther in de officiële pers relatief weinig stof opwaaien. De recensies zijn eerder lauw. De film is, voor zover ik weet, niet in de zalen geweest in België en de Standaard heeft er maar één heel kort artikeltje aan gewijd nog voor de film uitkwam. Meer dan een vermelding dat de film gemaakt werd, is dit niet.
In de Nederlandse pers, waar de film wel in de zalen kwam, is er wel wat inkt over gevloeid. De film werd bijvoorbeeld vergeleken met de toen pas verschenen Passion of the Christ van Mel Gibson. Passion of the Christ (2004) deed wel heel wat stof opwaaien, Luther deed dat niet. Er zijn wel een aantal historische onjuistheden en Luther wordt wel heel positief voorgesteld, maar dit is ook te verwachten als je weet dat bijna al het geld van protestantse geldschieters komt.
Luther is goed bruikbaar in het onderwijs. Je kan de film op twee manieren benaderen: (1) als een protestantse lofzang historisch kritisch bekeken & (2) als een sfeerbeeld van de 16de eeuw en als visualisatie van de reformatie. Beide benaderingen zijn waardevol. Wie voor de eerste kiest kan zeker wijzen op de geldschieters voor deze films zoals het Thrivent Financial for Lutherans, een Lutherse investeringsmaatschappij. Je mag dan ook niet nalaten om te wijzen op de zeer positieve beeldvorming. De intolerante Luther krijgen we niet te zien. Denken we bijvoorbeeld aan zijn stellingen over de Joden. Luther wordt ook erg positief benaderd nadat hij de kant van de keurvorsten en het establishment kiest en zo, onrechtstreeks, het bloed van honderden boeren aan zijn handen heeft. Ook de tweede benadering is nuttig. Wie representaties zoekt van de reformatie, vindt hier meer dan hij of zij zoekt. De historische onjuistheden zijn niet van die aard dat de film niet bruikbaar is, integendeel. De leerlingen kunnen zich vast en zeker beter voorstellen wat die aflaten precies waren als ze Tetzel in deze film hebben zien spreken. Zo zijn er nog talrijke voorbeelden te geven.
Het is een typische mainstream film, dus het zal ook niet verbazen dit een grote one-man-show is. Melanchton, die toch niet onbelangrijk is, komt in deze film niet aan bod, en de film wordt natuurlijk evenmin in de bredere context van de reformatie geplaatst. Deze twee punten wegen echter niet op tegen de bruikbaarheid van deze film.
1. Historische Kritiek
2. Uitwassen Roomse Kerk
3. Luther als theoloog
4. Luther als held
5. Poltieke gevolgen
6. Sociale gevolgen
In de 16de eeuw waren er drie verschillende vormen van religieuze onrust. In de eerste plaats kwam het gewone volk in opstand, vaak onder leiding van de lokale clerus. Deze opstanden waren een mix van religieus en sociaal ongenoegen. We kennen ze als de anabaptisten en hun ideeën leven nog voort bij de Baptisten, Mennonieten en het Moravische Broeders. Daarnaast is er de ‘middenklasse’ in de steden en de kleine onafhankelijke republieken. Ze wilden ook beslissen over hun godsdienstige aangelegenheden. Het Calvinisme is hier de erfgenaam van. Ten slotte zijn er koningen en prinsen die streven naar (religieuze) hegemonie over hun grondgebied. Ze zien religie als een staatszaak. De bekendste voorbeelden en moderne erfgenamen zijn de Lutherse en de Anglicaanse kerk. De eerste vorm van onrust is bloedig onderdrukt, de andere twee waren relatief succesvol. Gemakshalve kunnen we stellen dat Noord-Europa protestants werd en Zuid-Europa katholiek bleef, maar het onderscheid is niet zo simpel en het duurde lang voor zowel Katholieken als Protestanten vrede namen met dit onderscheid. De beide partijen bleven lang vechten voor hun grote gelijk.
De eerste en meest succesvolle hervormer is zonder twijfel Maarten Luther. Hij had een donkere persoonlijkheid en dacht van zichzelf dat hij verdoemd was. De middelen van de kerk tegen deze spirituele angst – de sacramenten, gebed,… – brachten geen soelaas. Daarom ging hij op zoek naar een andere doctrine: die van het geloof. Hij verwierp “goede werken” als bron van zielenheil. Mensen kregen de gratie Gods alleen van God. Toen broeder Tetzel als aflaatprediker door Duitsland trok, voelde Luther zich verplicht hiertegen te ageren. Hij was ondertussen professor aan de universiteit van Wittenberg, en nagelde daar zijn beroemde 95 stellingen aan de kerkdeur. Hierin trok hij van leer tegen de gevestigde katholieke boeteleer. Hij beweerde dat de absolutie van de zonden rechtstreeks van God kwam, en er voor de clerus eigenlijk geen functie was weggelegd.
Hij schreef eerst naar paus Leo X en spoorde hem aan iets tegen de aflatenpraktijk te ondernemen. De paus gaf geen gehoor aan die oproep dus drong hij aan op een concilie, dat meer gezag had dan de paus. Maar ook de autoriteit van de concilies trok hij in twijfel. Hij verweet het Concilie van Constanz dat ze Jan Hus veroordeeld hadden. Uit het falen van de geloofsautoriteiten trok hij de conclusie dat er geen enkele autoriteit was naast die van de bijbel. Individuen moesten zelf de bijbel lezen en op basis daarvan naar eer en geweten handelen.
Luther kreeg onmiddellijk veel bijval in “Duitsland”, vooral omdat de antir-roomse gevoelens er diep geworteld waren. Hij bestreed het onderscheid tussen leken en clerus, zette mensen ertoe aan om zelf de bijbel te lezen, verwierp de vasten, bedevaarten, heiligen en het vagevuur. Van de zeven sacramenten behield hij er twee: het doopsel en de eucharistie. Hij verwierp ook de transsubstantiatieleer, het celibaat en het monasticisme. De pauselijke bul tegen hem verbrandde hij in het openbaar, hierop werd hij geëxcommuniceerd. Nu lag de verantwoordelijkheid om deze ketter te stoppen bij keizer Karel. Op de rijksdag van Worms verklaarde Luther dat alleen de bijbel en ratio hem zouden kunnen overtuigen van zijn ongelijk en hij werd in de rijksban geslagen. Enkele Duitse keurvorsten bleven hem echter beschermen, met name Frederik de Wijze, keurvorst van Saksen.
De Lutherse leer en het anti-roomse sentiment zetten Duitsland in vuur en vlam - letterlijk. Het godsdienstig ongenoegen werd vermengd met sociale en politieke elementen. De opstandelingen waren geïnspireerd door Luther maar trokken zijn leer door. Het ging hen vooral om economische en sociale hervormingen. Daarop distantieerde Luther zich van de opstandelingen. Hij noemde hen ‘vuile zwijnen’ en hij koos de kant van de keurvorsten die de opstand genadeloos neersloegen. Hierop zwakte Luther zijn leer af ten voordele van het establishment. Hij voorzag meer slagkracht voor de clerus die het volk moest leiden. De christelijke vrijheid was een religieuze vrijheid, aldus Luther, geen sociale of politieke vrijheid. Zo werd de Lutherse leer de dienstmaagd van de vorsten.
Eén persoon nam hier nog steeds aanstoot aan: Karel V. Hij was immers de keizer van het Heilig Róómse Rijk. Bovendien eisten de staten in dat Heilig Roomse Rijk het ius reformandi op, het recht op hervormingen en religieuze soevereiniteit. De staten voeren er immers wel bij. Na zich Luthers te verklaren confisceerden ze alle Katholieke bezittingen, wat een enorme boost was voor de schatkist. De staten waar een prins-bisschop aan de macht was bleven uiteraard katholiek. De uitzonderingen op deze regel zijn zeldzaam. Verschillende staten verzamelden zich tegen de keizer in het Smalkaldisch Verbond. De koning van Frankrijk, Frans I, sloot met hen een verbond. Zijn religieuze bezwaren waren ondergeschikt aan zijn politieke belangen. Keizer Karel drong er bij de paus op aan om een bijeenkomst te houden met alle “Europese” landen om deze zaak te beslechten. De pausen wilden deze uitdaging niet op zich nemen en bleven deze uitstellen, mede door het lobbywerk van Frans I. Het Smalkaldisch Verbond trok ten strijde tegen de troepen van Karel V. Met de vrede van Augsburg (1555) werd de godsdienstvrijheid aanvaard volgens volgend principe: de lokale autoriteiten bepalen welke godsdienst in hun regio beleden wordt (cuius regio, ius religio). De vrede van Augsburg betekende een overwinning voor het protestantisme en voor de staten in het Heilig Roomse Rijk. Met die vrede kwam er trouwens geen godsdienstvrijheid zoals we ze kennen. Alleen de Katholieke en de Lutherse leer werden aanvaard, andere zoals het anabaptisme en de Calvinistische leer bleven buiten de wet. Als in 1520 bekeerde de Deense en de Zweedse koningen zich tot het protestantisme. Hiermee werden ook respectievelijk Noorwegen en Finland Luthers. Omdat de leer van Luther zo sterk verweven was met de lokale machthebbers kon het zich niet internationaal verspreiden, het Calvinisme is daar uiteindelijk wel in geslaagd.
Naar: The Protestant Reformation, in: PALMER R. e.a. A History of the Modern World, 9de editie, McGraw Hill, Boston, 2002
PALMER P. COLTON J. & KRAMER L. A History of the Modern World. 9de editie, McGraw Hill, Boston, 2002
VERMEIR R. (red.) Een inleiding tot de geschiedenis van de Vroegmoderne Tijd. Van In, Wommelgem, 2008
Een protestants antwoord op Mel Gibsons `Passion', NRC Handelsblad, woensdag 30 juni 2004
Film over kerkhervormer Maarten Luther, De Standaard, zaterdag 2 februari 2002
Om de gerelateerde filmfragmenten te kunnen bekijken, dient u zich eerst aan te melden. U kan inloggen via de link onderaan deze pagina.