Herkomst- en contextonderzoek naar Afrikaanse objecten in de Etnografische Verzamelingen van het Gents Universiteitsmuseum
Informatie over koloniale collecties verzamelen, is cruciaal in het proces van het openen van een dialoog over hun ethisch beheer. Herkomstonderzoek biedt heel wat mogelijkheden, maar gaat ook gepaard met heel wat moeilijkheden zoals het tijdrovend karakter ervan, het feit dat er nog geen algemene methode rond herkomstonderzoek bestaat en dat de documentatie rond het voorwerp vaak beperkt is. In het gunstigste geval zijn de namen van de verzamelaars bekend. Wie waren zij, en op welke manier verzamelden zij? Verzamelden zij hier of hadden ze misschien zelf contact met de Afrikaanse bevolking? En hoe verliep dat contact dan? Noteerden ze dan ook gegevens over de voorwerpen die ze verwierven?
Het openlijk delen van gegevens over de inhoud van collecties en geschiedenissen in een gebruiksvriendelijk formaat toont de bereidheid van een instituut om vroegere en huidige ongelijkheden aan te pakken en individuen, gemeenschappen en staten te voorzien van de informatie die nodig is om onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar het materiaal dat in het bezit is van buitenlandse instellingen, en om restituties te vorderen.
Herkomstonderzoek is relevant omdat kennis van de eigen Afrikaanse culturele geschiedenis een cultureel kapitaal vormt dat een bron van zelfrespect is en bijdraagt tot maatschappelijke betrokkenheid en cohesie. In de Ethische Code voor Musea (2004) van ICOM wordt de verplichting om onderzoek te doen naar de herkomst van collecties en objecten expliciet vermeld, en men zou kunnen stellen dat dit een cruciaal onderdeel is van de wetenschappelijke missie van het museum. UMAC, het onderdeel van ICOM dat over Universiteitsmusea en academische collecties gaat, ondersteunt dit principe op 19/08/2021 met richtlijnen voor restitutie. En dit geldt ook voor digitale restitutie.