Amsterdam Museum

Gepubliceerd op 20-11-2012, laatst bijgewerkt op 02-10-2021.
Taal
Trefwoorden (blogbericht, project)
Nov 20
11:45

De recensie van een duaal museum

'Wat moet je met een museum met duizenden gelijkaardige objecten?’ Paul Spies, de directeur van Amsterdam Museum (AM) gooide het in de groep tijdens zijn uiteenzetting in Gent vorige maand. Onder zijn impuls opende in 2011 Amsterdam DNA, een apart multimediaal traject doorheen AM dat de bezoeker in 45 minuten introduceert in de geschiedenis van Amsterdam. Gedreven door scepsis én hoop gingen we het zien met eigen ogen.

Je zoekt/vindt AM in een steegje dat uitkomt op de drukke Kalverstraat. Het strekt zich uit over een kluwen van vleugels van een voormalig weeshuis en biedt onderdak aan enkele duizenden objecten van voor 1870. Die specifieke locatie en collectie zijn de context waarbinnen Paul Spies in 2008 als ‘cultureel ondernemer’ ging opereren. Zijn opdracht: een nieuwe, ‘innovatieve’ opstelling met een ‘hoge terugverdiencapaciteit’. Het museum heette toen nog het Amsterdam Historisch Museum en hoewel het in de jaren 19’70 geroemd werd om zijn moderne expositie, was het toe aan verfrissing.

 

Kunst én geschiedenis

Resultaat van zijn oefening is DNA Amsterdam: een kort chronologisch traject door zeven zalen waarvan de pitch wordt overgebracht via driedimensionale filmpjes van elk anderhalve minuut. Ankerpunten in die filmpjes zijn verscheidene objecten uit de collectie die je rondom in de zaal terugvindt: een portret, een maquette, een kaart, een schoen,... het is een beperkte maar sterke selectie. Zo zijn we meteen bij het conceptuele succes van DNA Amsterdam beland. Spies is er in geslaagd kunst en collectie te verzoenen met geschiedenis en narratief.

Spies is er in geslaagd
kunst en collectie te verzoenen
met geschiedenis en narratief.

Of zoals hij het zelf uitlegt: kunsthistorici zijn verzoend met historici. Het werkt in allerlei richtingen: de bezoeker begrijpt dat geschiedenis sporen nalaat maar ook dat het verleden wordt geconstrueerd aan de hand van die – vaak toevallige - overblijfselen; dat de collectiestukken hun betekenis krijgen in relatie tot elkaar en tot de historische context waarbinnen ze zijn geproduceerd; dat de filmische representatie dimensies aan het object toevoegt maar dat niets zo sprankelt dan het object in zijn werkelijke proporties.

Out of order

Het viel binnen de verwachting dat de resolute keuze voor een multimediaal en interactief concept een frisse meerwaarde biedt maar ook kwetsbaar is. Nu ben ik zelf een geduldige voorstander van intelligent en eigenlijk gebruik van multimedia in musea en erger ik me aan de gratuite scepsis van bezoekers over een sporadisch technisch mankement. Ik vergeef het AM dus met de glimlach dat de film in één van de zeven zalen niet werkte – wat gezien het concept van het traject betekende dat ik helemaal geen context kreeg bij de affirmatief getitelde episode “Centrum van de Wereld”.

Het valt het me dan ook moeilijk de ervaringen van de bezoekers rondom mij te noteren: de vijftigjarige Poolse die volslagen hulpeloos en ontgoocheld zucht dat het toch niet gemakkelijk is; de kinderen die keer op keer de hoofdtelefoon omgekeerd tegen hun oor houden en desgevallend niets snappen van de films – tot opluchting van hun moeder die de inhoud niet bepaald kindvriendelijk beoordeelde; het Spaanse koppel dat niet begrijpt dat het de code op hun folder is die voor hen de filmtaal selecteert. De multimediale geletterdheid van het internationale publiek mag duidelijk nog niet overschat worden. In musea waar er een ‘analoog’ alternatief is, is er geen man overboord. In het AM is het op het randje. Een berekend risico van een voortrekker, zo denk ik dan. De grootste drama’s worden opgevangen door proactieve suppoosten. Hun hulpvaardigheid draagt ook nog eens bij tot een gezellige sfeer die sociale interactie bevordert maar ik vraag me toch af wie er voor de bezoekers zorgt als het erg druk is of als de suppoost een slechte dag heeft.

DNA is niet alles

Welke geschiedenis wordt dan verteld in die zeven zalen? Volgens de salestalk van AM zien we dat Amsterdam zichzelf te danken heeft aan vier eigenschappen – het DNA van de stad: ondernemerschap, creativiteit, vrijdenken en burgerschap. Daar fronsen de wenkbrauwen van historici... De genoemde eigenschappen zijn bij uitstek concepten die de 21ste eeuw hoog in het vaandel draagt.

 

De genoemde eigenschappen
zijn bij uitstek concepten
die de 21ste eeuw hoog
in het vaandel draagt.

Ze toepassen op 1000 jaar stedelijke geschiedenis is een anachronisme van jewelste. ‘Waar’, zegt Paul Spies, ‘maar dat is juist de reden waarom we ze gekozen hebben. In een tweede laag problematiseert Amsterdam DNA deze concepten en confronteert ze met verleden en heden.’

Met die vier concepten valt het in praktijk nogal mee, zo dacht ik aanvankelijk opgelucht. Het narratief dat bezoekers door het traject leidt is primair chronologisch: de muurhoge tijdlijn wijst de weg doorheen alle zalen. Ik had niet de indruk dat dat 21ste eeuwse DNA door mijn strot werd geramd. Die fenomenale eigenschappen las ik nergens expliciet en in de bijschriften van de schilderijen en objecten wordt inderdaad een en ander – evenwel voorzichtig – in vraag gesteld (‘tolerantie of eigenbelang?’, ‘sociaal of praktisch?’).

Citymarketing, dan toch

Maar nu ik het bezoek zo een dag heb laten bezinken en de krachtlijnen van het narratief Slimste Mens-gewijs oproep, frons ik alsnog de wenkbrauwen: Amsterdam (1) werd bepaald door de aanwezigheid van water, (2) kent een lange traditie als (pragmatisch) tolerante stad, (3) werd rijk door zijn succesvolle handelaren, (4) ging de uitdagingen van de moderniteit met de glimlach tegemoet, (5) houdt haar vrije meningsuiting en seksuele vrijheid hoog in het vaandel. Al bij al een veilig en zelfbevestigend beeld waar citymarketeers van smullen.

Honger

Het is de moeite. Zoveel mag duidelijk zijn. De crew van AM kent zijn vak: op vlak van collectie-selectie, narratief en presentatie scoort het uitstekend en neemt het de vlucht vooruit. De keuzes die het maakte, zijn expliciet en verdedigbaar. Juist omdat die introductie op de Amsterdamse geschiedenis zo sprankelend geslaagd is, heb je zin in meer en laat het museum je paradoxaal genoeg op je honger zitten. De rest van het museum, goed voor nog eens vier uur bezoek, staat er voorlopig nog in zijn ouderwetse opstelling en vult de leemte niet. Spies vraagt zich samen met zijn medewerkers hardop af hoe hij de transformatie van de rest van het museum moet aanpakken. Maar hij maakt geen haast: via tentoonstellingen binnen- en buitenshuis, thematische routes, een kinderafdeling, experimentele partnerschappen en een diverse publiekswerking exploreert AM haar taak, publiek en omgeving verder.

www.amsterdammuseum.nl

Zie meer: https://www.youtube.com/embed/lrqqQIChz90?rel=