Het IPG ontwierp in het kader van het Vlaamse Topstukkendecreet en in opdracht van de Vlaamse overheid een proeflijst van topstukken voor het Wereldoorlog I-erfgoed. Op initiatief van toenmalig Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege, werden zes objecten en zeven verzamelingen uit deze proeflijst als Topstuk erkend. Het ging om een voorlopige opname in de Topstukkenlijst, de eerste stap in de bescherming. De definitieve opname moest binnen de 9 maanden gebeuren. Daarmee telt de Topstukkenlijst 428 individuele stukken en 45 verzamelingen.
Het Topstukkendecreet regelt de bescherming van cultuurgoederen die omwille van hun uitzonderlijke archeologische, historische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis voor de Vlaamse Gemeenschap bewaard moeten blijven. Cultuurgoederen op de Topstukkenlijst worden als zeldzaam en onmisbaar voor de Vlaamse Gemeenschap beschouwd. De bescherming als roerend erfgoed heeft een aantal gevolgen voor de eigenaar. Beschermde objecten buiten Vlaanderen brengen kan alleen nog met toelating van de overheid. Gaat het om een definitieve uitvoer dan kan de Vlaamse overheid weigeren, op voorwaarde dat zij zich engageert om het topstuk van de eigenaar te kopen tegen de internationale marktwaarde van het object.
Voormalig Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege: “100 jaar ‘Groote Oorlog’ wordt in heel Vlaanderen herdacht met allerlei initiatieven. Terecht, want de gruwelen van de oorlog mogen nooit vergeten worden. Veel oorlogserfgoed wordt bewaard en gekoesterd in privébezit, maar vooral in musea en archieven waar ze bestudeerd en voor het publiek toegankelijk gemaakt worden. Een team van experten selecteerde zes objecten en zeven verzamelingen voor opname op de Topstukkenlijst. De extra bescherming die hieruit voortvloeit, garandeert dat deze zeldzame en unieke getuigen van WOI in Vlaanderen nooit verloren gaan.”
Dit zijn de zes objecten en zeven verzamelingen die de Topstukkenlijst zullen vervoegen:
Ultimatum general von Boehn dating from 1914
'Debout les morts. Résurrection infernale’, one of the seven woodcuttings by Frans Masereel from 1917
De studieopdracht ‘Proeflijst Topstukken WOI-erfgoed’ werd gecoördineerd door Ruben Mantels en werd uitgeschreven door het Agentschap Kunsten en Erfgoed. Tessa Boeykens bezocht als wetenschappelijk medewerkster de erfgoedinstellingen en privéverzamelaars ter plaatse en paste de selectiecriteria toe op hun Wereldoorlog I-bezit. Zij kon beroep doen op een kerngroep van experten van de UGent, waaronder Antoon Vrints, Bruno De Wever en Giselle Nath. Het project liep van januari tot september 2013.
Looptijd: januari - september 2013
Ruben.Mantels@UGent.be
Meer informatie over het Topstukkendecreet en de stukken uit de Eerste Wereldoorlog vind je op www.topstukken.be en de website van het agentschap Kunsten en Erfgoed.