Studenten op (st)app(s)!

Gepubliceerd op 05-07-2021, laatst bijgewerkt op 02-10-2021.
Taal
Jul 5
11:30

Hoe ontsluit je historisch waardevolle plaatsen in tijden van een pandemie? Hoe maak je het cultuurhistorische verleden van een landschap begrijpbaar? Hoe vang je de geest van een monument? Hoe doe je dit op maat van een gediversifieerd publiek? De masterstudenten publieksgeschiedenis van de UGent verlieten afgelopen academiejaar noodgedwongen de campus en gingen op (st)app. Samen met hun erfgoedpartners presenteren ze deze zomer zes nieuwe routes in de Erfgoedapp van Faro.

Onderwijs en erfgoed in tijden van pandemie

In het onderzoeksseminarie publieksgeschiedenis definiëren we publieksgeschiedenis als geschiedenis voor, door en/of met publiek. Jaarlijks krijgen de studenten een oefening waarbij ze zelf een ‘vertaling’ moeten maken van geschiedenis naar ‘publiek’ waarbij ze op zoek moeten naar een balans tussen inhoud, vorm en publiek. Hoe concreter en realistischer de opdracht is, hoe gemotiveerder ze daarvoor zijn. Via de nieuwsbrief van de Erfgoedapp vonden we in september partners met plannen of dromen voor een (Corona-proof)erfgoedroute. De overweging dat we de inspanningen van studenten en lesgevers in deze intensieve oefening even goed dienstbaar konden inzetten, speelde zeker mee. Community service learning, heet dat in het onderwijs. 

In de meer dan twintig voorstellen voor erfgoedroutes vonden studenten meteen een brede staalkaart aan probleemstellingen die de sector kent in het ontsluiten van het lokale erfgoed en verleden. Uit het aanbod bleek dat veel gemeenten en erfgoedcellen, maar ook natuurverenigingen, broeden op manieren om het landschap en de omgeving via erfgoed betekenis te geven, of omgekeerd. Met onze oproep bereikten we ook een andere groep aan erfgoedpartners dan het reguliere stagenetwerk van het IPG: minder stedelijk, minder museaal, meer vervlochten met culturele en toeristische diensten en verenigingen. Een fantastische leeromgeving voor studenten met ambities in de sector.

Van onderwerp naar verhaal

Met een vaag thema maak je geen aantrekkelijke route. Die app moet érgens over gaan. Dat hadden ook de makers van de erfgoedroute Vijdland in Beveren ons ingepeperd. Van onderwerp naar probleemstelling dus, de stap in het wordingsproces waar masterstudenten geschiedenis allicht het beste mee vertrouwd zijn. Met de hulp van de plaatselijke ‘kenners’ van het verleden in erfgoedcellen en heemkundige kringen, oriënteerden ze zich snel in lokale literatuur, archieven en audiovisuele collecties. Die lokale kennis verbonden ze met regionale en nationale geschiedenis om tot een aantal coherente thematische verhaallijnen te komen. Ze detecteerden de lokale gevoeligheden, maar studenten leerden ook hun rol als ‘buitenstaander’ te spelen door vrij(er) van lokale evenwichten keuzes te maken in functie van verhaal, emotie, actuele en historische relevantie. Dat bracht hen vaak naar een sociaal-economische lezing van het landschap en het erfgoed: hoe de groene gemeente Destelbergen zich organiseerde als toevluchtsoord voor stedelingen van allerlei slag (inclusief huispersoneel) en de neo-kasteelheren met filantropische werken de gemeente uitbouwden; of hoe Deinze dankzij zijn geografie uitgroeide tot industrieel centrum maar werd ingehaald door de wetten van de wereldeconomie.

Een digitale tool is mensenwerk

Het format van het eindproduct was voor alle studenten gelijk: maak een tour met de Erfgoedapp. Met de uitgebreide documentatie via de DIY-handleiding en de tientallen voorbeelden van tours, maakte Faro het de studenten gemakkelijk om ermee aan de slag te gaan. Na het schrijven van een recensie van een bestaande tour, begon het te dagen dat  een app naast digitale technologie toch in de eerste plaats vorm krijgt door een creatieve input. Anderzijds leverde de Erfgoedapp ook de nodige technologische begrenzing voor al te wilde ideeën. Less is more, was het advies dat ook Bram Wierckx de studenten meegaf. Audio bleek voor de meeste groepen een uitweg voor de beperkingen van een klein scherm en hun narratieve creativiteit: zo neemt de bargeman wandelaars op sleeptouw langs het kanaal in Aalter en komen in de app voor het Industriemuseum intieme gezichten beter tot hun recht dan archieffoto’s. De scratchfunctie werkt wel prima om achter de foto’s van industrieel erfgoed door Alexander Dumarey het verleden te vinden. De Erfgoedapp heeft geen geheimen meer, een lijstje van desiderata voor nieuwe functionaliteiten van deze generatie digital natives wordt aan Faro overgemaakt...

Publiek

Last but not least. Voor wie wordt de route gemaakt? Hier was het advies en het engagement van de erfgoedpartners cruciaal. Kustgemeente Koksijde ambieerde Corona-proof aanbod voor toeristen; het Industriemuseum bood graag iets extra aan de bezoekers van de fototentoonstelling over industrieel erfgoed; Deinze en Destelbergen zochten het dichter bij huis en wilden fietsers uit de ruime omgeving met een andere blik naar de gemeente laten kijken; voor Aalter mocht er ook een educatieve component in voor de lokale scholen. 

Publiek kreeg ook inhoudelijk de hoofdrol in de route over de Fiertelommegang in Ronse. Het lukte de studenten, die zelf roots hebben in de gemeente, om van de gemeenschap rond de Fiertel het hoofdonderwerp te maken door getuigen aan het woord te laten en de participanten in beeld te brengen. Ze illustreerden dat historici niet perse genuanceerd en vraagstellend aan de kant hoeven te staan om een interessante geschiedenisapp te maken. Eindelijk begrijpt en voelt ook de buitenstaander what the Fiertel is all about.

De balans

Een erfgoedroute en -app zijn het resultaat van een heel proces. Deze jonge publiekshistorici zochten naar de perfecte balans tussen inhoud, vorm en publiek. Helaas lukte dat niet altijd: in Gent bleek dat de Erfgoedapp geen evident format biedt om meerstemmig en participatief te werken rond dekolonisatie, en dat partners en makers het soms niet eens raken over doelpubliek of het te volgen pad. Dat neemt niet weg dat de ErfgoedApp een zeer dankbaar educatief instrument is gebleken. Studenten moesten al hun vaardigheden aanscherpen: ze kregen workshops tekst-, beeld-, en audioredactie, dachten na over digital storytelling, navigatie, vormgeving, doelgroepen en gebruiksgemak. De oefening gaf studenten ook inzicht in het vakmanschap dat aanwezig is in de culturele (erfgoed)sector: het geheugen van de heemkundige, het netwerk van de cubelco, de pen van de eindredacteur, de begeestering van de stemacteur, de beeldentaal van de grafisch vormgever, de telefoonboek van de schepen... Tegelijk begrijpen ze dat ze niet zonder eigen kwaliteiten en vaardigheden aan hun loopbaan als publiekshistoricus/a zullen beginnen.