Voor stage-instellingen

Doelstelling

Stages bieden masterstudenten Geschiedenis de kans om een eerste vorm van professionele ervaring op te doen, in de cultureel-erfgoedsector, maar ook in andere sectoren met een omgang met het verleden: archieven, musea, erfgoedbibliotheken, erfgoedcellen, onroerend erfgoeddiensten, kunst- en cultuurcentra, productiehuizen, tv- of radiozenders, ...

De nadruk ligt op het verwerven van kennis, competenties en vaardigheden die verband houden met de (historisch georiënteerde) publiekswerking van deze organisaties.

Dankzij observatie van de werking en hun eigen praktijkervaring, kunnen studenten reflecteren over de positie van (publieks)geschiedenis in de samenleving en de rol van de historicus.

Voor de vormgeving van de stages en de samenstelling van een lijst met stage-instellingen wordt nauw samengewerkt tussen het Departement Geschiedenis van de Universiteit Antwerpen en het Instituut voor Publieksgeschiedenis (vakgroep Geschiedenis) van de Universiteit Gent. De communicatie naar de stage-instellingen verloopt gemeenschappelijk, net als het verzamelen en aanbieden van stagevacatures aan de studenten in de stagedatabank op deze website.

Plaats in het curriculum

UGent

  1. Bachelor: de observatie- en participatiestage (5 studiepunten, 2de semester, lesgever Fien Danniau) maakt deel uit van het praktijktraject publieksgeschiedenis dat in 2016-2017 van start ging. Studenten die dit traject kiezen, nemen ook het vak Historische cultuur en maatschappij (prof. dr. Berber Bevernage) en Kunstenbeleid en museumkunde (prof. dr. Maude Bass-Krueger) op.
  2. Master: sinds 2007-2008 bestaat het keuzevak Onderzoeksseminarie Publieksgeschiedenis (5 studiepunten, jaarvak, prof. dr. Jeroen Deploige, prof. dr. Bruno De Wever en Fien Danniau) met als praktijkluik Participatiestage Publieksgeschiedenis (5 studiepunten, jaarvak, lesgever Fien Danniau). Het onderzoeksseminarie en de stage zijn ingebed in het praktijktraject publieksgeschiedenis.

UAntwerpen

Vanaf 2016–17 maakt de masterstage (prof. dr. Pierre Delsaerdt) (6 studiepunten, jaarvak) deel uit van het vernieuwde mastercurriculum Geschiedenis van de Universiteit Antwerpen. De stage is optioneel; als opleidingsonderdeel heeft hij het statuut van een keuzevak. Het opleidingsonderdeel omvat enkele colleges in het eerste semester en de eigenlijke stage, die in het eerste en/of het tweede semester kan plaatsvinden. Aansluitend bij de stage dient de student een verslag en een kritische doorlichting in bij de docent die de stages coördineert.

Omvang

  • colleges: 12 (Antwerpen) resp. 25 (Gent) contacturen, voornamelijk over diverse aspecten van publieksgeschiedenis en publiekswerking in erfgoedorganisaties (o.m. gastcolleges door specialisten uit het veld)
  • stage: 120 te presteren uren = bijvoorbeeld 15 werkdagen van 8 uur of 20 werkdagen van 6 uur
  • verslaggeving en kritische doorlichting: begroot op 30-42 uren werk

Inhoud

De opdracht is drieledig:

  1. Observatie: de stagiair observeert de historische praktijken van de organisatie
  2. Participatie: de stagiair werkt mee aan de totstandkoming van een publieksproduct of –activiteit.
  3. Reflectie: de stagiair reflecteert over de positie van geschiedenis in de samenleving en de rol van de historicus.

De stage legt de nadruk vooral op concrete en doelgerichte participatie en kan de volgende activiteiten inhouden:

  • Historische onderzoek en de vertaling naar een breed publiek
  • Meewerken aan eindproducten (publicatie, website, tentoonstelling, educatieve map, interviews, wandeling…)
  • Vergaderingen bijwonen
  • Publieksgerichte teksten schrijven
  • Beeldredactie
  • Netwerking met professionele en niet-professionele erfgoedpartners
  • Contact/communicatie met/naar publiek
  • ...
    ! Louter administratief of inventariserend werk zijn niet mogelijk

Een bachelorstage verschilt van de masterstage in de zin dat de nadruk meer ligt op participatie en minder op zelfstandig, reflectief werk. Bachelorstudenten hebben allicht iets meer afbakening en begeleiding nodig dan masterstudenten.

Verwachtingen t.a.v. de onthaalinstelling

  • De organisatie stelt zich kandidaat voor het werken met één of meerdere stagiairs en bezorgt de docenten een aantrekkelijke vacaturetekst. Daarin stelt ze zichzelf kort voor en geeft ze aan waaruit de stage precies zal bestaan en hoeveel stageplaatsen ze voorziet.
  • De onthaalinstelling duidt onder haar medewerkers een stagementor aan. Deze persoon is het aanspreekpunt voor de student en de docent.
  • Stagementor en student maken onderling afspraken over het tijdstip, het verloop en de inhoud van de stage. De stagiair deelt dit voor de start van de stage mee aan de docent van de UAntwerpen resp. UGent.
  • Aan het eind van de stage, en uiterlijk vóór het einde van het semester waarin de stage werd afgerond, bezorgt de stagebegeleider aan de betrokken docent een cijfer en een korte tekst met een algemene appreciatie van de student en de wijze waarop de stage verlopen is.
  • De stage is onbetaald.

Verantwoordelijkheden van de UAntwerpen en UGent

  • De docenten (Pierre Delsaerdt voor UA en Fien Danniau voor UGent) coördineren de toewijzing van de studenten aan de onthaalinstellingen op basis van de motivatie en scriptieonderwerpen van de kandidaten. Zij vertrekken hierbij van een gemeenschappelijke lijst van stagevacatures.
  • De betrokken universiteit maakt een stagecontract op en zorgt ervoor dat de studenten verzekerd zijn tijdens de duur van de stage.
  • De docenten leggen geen stagebezoeken af, maar staan wel ter beschikking voor feedback of wanneer er zich problemen zouden voordoen.
  • De finale evaluatie van de student is de verantwoordelijkheid van de docent. Die baseert zich hiervoor op de appreciatie door de stagementor en op de door de student ingeleverde verslagen.

Praktisch: mededeling stagemogelijkheden en toewijzing opdrachten

  • Ten laatste op 31 augustus voorafgaand aan het academiejaar waarin de stage plaatsvindt bezorgen potentiële stage-instellingen hun stagevacature aan de docenten.
  • De stagevoorstellen worden aan het begin van het academiejaar aan de studenten meegedeeld via een stage.
  • De studenten delen uiterlijk één week later hun top-3 met motivering mee aan de docenten. De docenten wijzen de stageplaatsen in onderling overleg toe.
  • Aansluitend kan de stage beginnen te lopen.
  • Enkel voor de bachelorstage aan de Universiteit Gent, die in het tweede semester plaatsvindt: hiervoor kan een bijkomende ronde worden opgezet, met 1 november als deadline voor indiening van stagevoorstellen. De communicatie hierover verloopt enkel met de docent van de Universiteit Gent.

Contactgegevens docenten

Universiteit Gent:

Fien Danniau (onderwijsbegeleider publieksgeschiedenis)
Universiteit Gent, Vakgroep Geschiedenis
Sint-Pietersnieuwstraat 35
9000 Gent
E: fien.danniau@ugent.be
T: 09 331 0278

Universiteit Antwerpen:

Prof. dr. Pierre Delsaerdt
Universiteit Antwerpen, Departement Geschiedenis
Prinsstraat 13, lokaal D-319
BE-2000 Antwerpen
E: pierre.delsaerdt@uantwerpen.be
T: 03 265 44 49