No man's land verhaalt over de oorlog in Bosnië. Twee soldaten, een Bosniër en een Serviër, zitten vast in een loopgraaf tussen de vijandelijke linies, het zogenaamde "no man's land". Tussen hen in ligt een gewonde Bosnische soldaat op een landmijn. Als hij beweegt, zal de mijn exploderen en sterft hij onvermijdelijk. De enige manier om uit deze hachelijke situatie te raken, is de UNPROFOR (de blauwhelmen) te verwittigen.
Een Franse blauwhelm wil de soldaten helpen, maar de orders van zijn oversten beletten dit. Intussen stromen de journalisten toe, gretig om een echt mediaspektakel te ontketenen.
Voor de productie van No man's land werd hoofdzakelijk beroep gedaan op het Franse productiehuis Noé Productions, onder leiding van Frédérique Dumas-Zadjela, Marc Baschet en Cedomir Kolar. Daarnaast werden ook de Italiaanse producent Marco Muller, de Belgische producente Marion Hänsel en enkele Engelse producenten betrokken bij de realisatie van de film.
Danis Tanovic was verantwoordelijk voor de regie, het scenario, de dialogen en de muziek. Tijdens de oorlog had Tanovic immers de zorg over het filmarchief van het Bosnische leger. Gewapend met zijn camera, had Tanovic als soldaat veel beelden geschoten aan het front in Sarajevo. Hierdoor kende hij de problematiek zeer goed. Hij schreef het scenario in veertien dagen. De film zelf werd in vierentwintig dagen gedraaid en in twaalf dagen gemonteerd.
Nood aan historisch advies was er niet, aangezien Tanovic zelf aan het front was geweest en - als Bosniër - een duidelijke visie had op de burgeroorlog in ex-Joegoslavië. Ondanks zijn nationaliteit is de film zeker geen anti-Servische film. De film draagt eerder de onzin van de oorlog als boodschap uit.
Tanovic heeft zich voor het maken van deze film niet laten inspireren door andere oorlogsfilms. De invloeden kwamen veeleer uit literaire en theatrale hoek: Tanovic zag No man's land als een Griekse tragedie, waarin twee frontlinies als koor dienden. De loopgracht of niemandsland vormde het podium waarop en waarrond alles gebeurde. Tanovic erkende ook dat de sfeer van de film te vergelijken viel met deze uit het toneelstuk Wachten op Godot (1953) van Samuel Becket. Tanovic legde hierbij de link met de Bosniërs die aan het wachten zijn op de redding die maar niet komt. Tot slot verwees Tanovic naar zijn favoriete kinderboek The derwish and the dead (1966) van Mesa Selimovic, waarvan het concept in de film is terug te vinden.
Danis Tanovic debuteerde met zijn film No man's land op het filmfestival van Cannes in 2001 en kreeg hiervoor de prijs voor het beste scenario. Daarna leidde de film een niet al te opmerkzaam leven in de Belgische Arthouse bioscopen. Hierin kwam plots verandering toen deze kleine productie genomineerd bleek te zijn voor de Oscar van beste niet-Engelstalige film. Uiteindelijk werd de film veelvuldig gelauwerd:
1. Prijs voor beste scenario op filmfestival van Cannes (2001)
2. Oscar voor beste niet-Engelstalige (2002)
3. César voor het beste debuut (2002)
4. Golden globe voor beste buitenlandse film (2002)
5. Beste Belgische film
6. Prijs van publiek en kritiek op filmfestival in Sarajevo
7. Prijs van publiek op filmfestival in Rotterdam
8. Beste scenarist bij Joseph Plateau-prijzen
Deze wereldwijde erkenning duidde erop dat de film goed ontvangen werd bij het grote publiek. Toch was het geen kaskraker. De film werd voornamelijk gedraaid in de alternatieve filmhuizen.
No man's land is niet zo maar een oorlogsfilm. In tegenstelling tot de meeste andere oorlogsfilms legt deze film de klemtoon op de menselijke relaties tussen twee vijanden. Nino en Ciki zouden vrienden kunnen zijn, maar het conflict dwingt hen in een andere positie. Hiermee kunnen we verwijzen naar de absurditeit van oorlog.
Deze prent is ook uitermate geschikt voor een les over het ontstaan en de werking van de Verenigde Naties. Terzelfder tijd kunnen we ons ook vragen stellen bij deze internationale organisatie en haar rol in het Bosnische conflict.
Een derde aandachtspunt is de pers. Oorlogscorrespondentie heeft altijd een dubbelzinnige positie. Moet een journalist ook hulp bieden of moet hij zich louter bezighouden met verslaggeving? In dat opzicht kan het interessant zijn om als daar klasgroep even bij stil te staan.
Het is een film die je misschien best in zijn geheel bekijkt. Alleen dan kunnen we zien hoe die relatie tussen Nino en Ciki evolueert tot het fatale einde.
1. Leven in de loopgraven/niemandsland: Bosniërs vs Serviërs
2. Leven in de loopgraven/niemandsland: Levensomstandigheden
3. Absurditeit van de Bosnische oorlog
4. Rol van mijnen in het conflict
5. Dubieuze relatie tussen vijanden
6. Dubieuze houding VN: De blauwhelmen zelf willen graag helpen; zij vervelen zich. Van hoger hand wordt dit steeds tegen gewerkt.
7. Rol van de pers
De Bosnisch-Servische burgeroorlog (1992-1995) is één van de oorlogen die in Joegoslavië uitbrak als gevolg van het uiteenvallen van de Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië. Één van de eerste gewelddadige incidenten vond plaats op 30 september 1991, toen het Joegoslavische Volksleger het door Bosnische Kroaten bewoonde stadje Ravno verwoestte, tijdens de strijd om het in Kroatië gelegen Dubrovnik. Het is binnen deze context dat we onze film moeten plaatsen.
De oorlog barstte pas echt los toen Bosnië en Herzegovina zich in 1992 onafhankelijk verklaarden. De Bosnische regering had een referendum uitgeschreven met de vraag of Bosnië en Herzegovina onafhankelijk moesten worden. De meerheid van de Bosnische Kroaten en Bosniakken stemden voor de onafhankelijkheid. De Bosnische Serviërs boycotten echter deze verkiezingen; zij waren tegen de onafhankelijkheid en vonden dat het referendum ongrondwettelijk was. Aangezien de meerderheid van de uitgebrachte stemmen in het referendum pleitte voor de onafhankelijkheid, riepen de Bosnisch-Kroatische en de Bosniaakse parlementsleden op 5 april 1992 de onafhankelijkheid uit. Als reactie hierop riepen de Bosnische Serviërs een eigen republiek uit: de Republika Srpska. Ze claimden ook grote gebieden elders in het land waar een Servische minderheid woonde.
Reeds voor het referendum waren de drie etnische groepen gestart met het vormen van eigen legertjes en lokale milities, waarbij de Serven werden gesteund door het Joegoslavische Volksleger. In afwachting van de resultaten van het referendum escaleerde de situatie snel. Op verschillende plaatsen braken gevechten uit, in eerste instantie tussen Serviërs en Bosniakken. In het begin van de oorlog vochten de Bosnische Kroaten en de Bosniakken tegen de Bosnische Serviërs, die als gevolg van de onafhankelijkheidsverklaring de onafhankelijke Republika Srpska hadden uitgeroepen. Hierin werden zij geleid door Slobodan Milošević.
In 1993 ontstond echter ook een oorlog tussen de Bosniakken en de Bosnische Kroaten, aangezien ook de Kroaten een territorium in Bosnië wilden. De Kroaten kregen hierbij steun vanuit Kroatië. In 1994 sloten de Bosniakken en de Bosnische Kroaten vrede na tussenkomst van de Kroatische president Franjo Tudjman.
Als gevolg van de oorlog in Bosnië en Herzegovina breidde de VN Veiligheidsraad het mandaat van de VN Vredesmacht UNPROFOR uit naar Bosnië en Herzegovina. UNPROFOR kon echter, gehinderd door een beperkt mandaat, beperkte middelen en het gebrek aan bereidheid van de internationale gemeenschap om gewapenderhand in te grijpen, niet voorkomen dat de strijd doorging. Na de Val van Srebrenica en een mortieraanval op een markt in Sarajevo, veranderde het internationale politieke klimaat en werd door de internationale gemeenschap een Rapid Reaction Force ingezet. Die werd gesteund door door de NAVO uitgevoerde luchtacties. Dit alles dwong de Serviërs tot het beëindigen van de gewapende strijd en bracht de strijdende partijen aan de onderhandelingstafel in het Amerikaanse Dayton. Als gevolg van deze onderhandelingen en onder druk van verder ingrijpen door de internationale gemeenschap werd het Verdrag van Dayton bereikt. In het Verdrag van Dayton werd bepaald dat de republiek Bosnië en Herzegovina zou gaan bestaan uit twee afzonderlijke entiteiten: de Republiek Srpska en een federatie van moslims en Kroaten. Verder was in het Daytonverdrag ook aandacht voor verkiezingen, mensenrechten en een grondwet.
www.filmkrant.nl
www.wikipedia.org
BRIQUEMONT (F.°), Do something, general. Kroniek van Bosnië-Herzegovina, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1998, 286p.
JEKINO-Filmdossier, ‘No man's land'. Een film van Danis Tanovic., Brussel, Jekino-films.
VANHEE (J.), No man's land, in: Cinemagie, 2002, nr. 239, pp. 35-39.
VERHEYDEN (J.), Bosnië, Leuven, Davidsfonds, 1996, 148p..
Om de gerelateerde filmfragmenten te kunnen bekijken, dient u zich eerst aan te melden. U kan inloggen via de link onderaan deze pagina.