Braveheart vertelt het leven van de legendarische Schotse rebel en vrijheidsstrijder William Wallace die op het einde van de 13e en begin 14e eeuw tegen de dwingelandij van de Engelse koning Edward I in verzet kwam.
Edward I wilde na Wales namelijk ook Schotland in zijn koninkrijk inlijven, wat lukte na een veldslag waarin de vader en oudere broer van William sneuvelden. William wordt meegenomen en opgevoed door zijn oom Argyle en komt als volwassen man terug naar zijn geboorteplaats. Hij trouwt in het geheim, om te ontsnappen aan de Primae Noctis-wet, met zijn jeugdliefde Murron. Zij wordt echter niet lang daarna vermoord door de Engelse sheriff. William Wallace zint op wraak en slacht met andere opstandelingen een geheel Engels bataljon af. Deze wraakactie verandert echter in een roep om vrijheid en het verzet van de Schotten breidt uit. William Wallace kan een heel leger van woeste Schotten rond zich verzamelen. Ze winnen een eerste bloedige veldslag, waarna Wallace tot ridder en "Beschermer van het Schotse Rijk" geslagen wordt.
Edward I stuurt zijn schoondochter, Prinses Isabelle, naar Wallace om te onderhandelen, maar dat heeft een afloop dat hij niet voorzien had: de twee worden verliefd. Prinses Isabelle wordt namelijk door haar homoseksuele man, prins Edward, genegeerd.
In een volgende veldslag wordt William verraden door de Schotse edellieden, die gepaaid worden door Edward I. Hij kan echter ontsnappen en blijft met zijn guerrillatactieken de Engelsen het leven zuur maken. Uiteindelijk wordt hij verraden, opgepakt, publiek gemarteld en onthoofd. Robert de Bruce, die William eerder zijn rug toekeerde, neemt de strijd voor vrijheid van hem over en wordt uiteindelijk koning van Schotland.
Deze film is in alle opzichten de film van Mel Gibson: hij is zowel de producer, de regisseur als het hoofdpersonage. De productiemaatschappijen van wie hij zijn steun kreeg zijn Twentieth Century Fox, Icon Productions, B.H. Finance C.V., The Ladd Company, en Paramount Pictures.
Het scenario werd geschreven door Randall Wallace (geen nazaat van), die begeesterd werd door zijn Middeleeuwse naamgenoot. Hij onderzocht boeken, legendes en mythes om zijn verhaal op te stellen. Hierbij moet vooral de 15e eeuwse minstreel Blind Harry vernoemd worden, die het levensverhaal van William Wallace omzette in rijm en waaruit men voor het script zeker geput heeft. Misschien waard om te vermelden dat het verhaal van Blind Harry zwaar in vraag wordt gesteld door historici. Samen met Mel Gibson bracht Randall Wallace veranderingen in het script aan om het verhaal goed op het scherm te krijgen.
In “The ghost in the luggage. Wallace and Braveheart: post-colonial ‘pioneer’ identities”, in 1999 gepubliceerd in de European Journal of Cultural Studies, schreef Sally J. Morgan:
“Like Blind Harry’s reworking of Wallace into written form to manufacture a powerful Scottish myth that served a developing sense of Scottish nationhood, Braveheart is a remaking of Wallace through a contemporary visual form that services a (primarily) American desire for Anthony Smith’s ‘history myths’. In this sense I would argue that Braveheart, in the same ways as The Acts and Deeds of William Wallace or Scots Wha Hae were before it, is a particularly potent piece of ‘popular history’ or as Raphael Samuel might have designated it, ‘legendary history’, in that ‘what matters is the protean character of the myth ‘ rather than the ‘factual’ details. What has been taken as a reiteration of one of Scotland’s national myths is in fact another phase of America’s envisaging of herself. Just as Jack the Giant Killer is an ‘incarnation of that recurrent figure in national myth , the free-born Englishman, so Wallace as Braveheart is a prototype of the free-born American, and, almost accidently, of free-born Australians, Canadians and New Zealanders. A fascinating side effect of this is the adoption of this reconfigured Wallace by contemporary Scottish nationalists . He has returned, in new clothes, to fill a space created by a crumbling of ‘British’ identity after the demise of the Empire and the consequent resurgence of the notion of a separate, self determining Scotland.”
De film was een kaskraker van formaat. De meeste recensenten waren laaiend enthousiast over deze epische, historische spektakelfilm. Vooral de verfilming van de veldslagen kreeg veel lof. De historische onjuistheden nam men er met de glimlach bij en men geloofde dat de Schotten er in de 13e en 14e eeuw inderdaad bijliepen als in de film. Het verhaal over de Schotse held en vrijheidsstrijder kon menig criticus bekoren. De acteerprestaties, de enscenering van de veldslagen met rauwe one-to-one gevechten, het liefdesverhaal, de zwarte humor werden allemaal geprezen.
Braveheart werd daarom niet verwonderlijk overladen met prijzen. Maar liefst vijf oscars kon de film op haar naam schrijven: voor beste film, beste cinematografie, beste regisseur, beste make-up en beste effecten. De film greep net naast nog vijf andere oscars waarvoor ze genomineerd was. In totaal won de film 19 awards.
De meningen waren echter niet allemaal onverwijld positief. Historici en homoseksuelen uitten enorme kritiek op de film. De historici vonden dat Mel Gibson te veel historische onjuistheden in de film naar voor bracht. Om maar een voorbeeld te noemen: Prinses Isabelle was in werkelijkheid veel jonger, trouwde pas twee jaar na de executie van Wallace met prins Edward en kon dus onmogelijk met Wallace in contact gekomen zijn, laat staan de moeder van zijn kind zijn. De kritiek ging er voornamelijk om dat Gibson de Schotten uit de 13e-14e eeuw helemaal verkeerd voorstelde. Zo klopten de kledij, de omgeving, de make-up, het haar, de personages en het verhaal langs geen kanten met de werkelijkheid. Andere recensenten repliceerden hierop dat het wel een fíctiefilm was, waardoor er onvermijdelijk historische onjuistheden in moesten zitten. In zijn genre was het een uiterst goede film.
Een andere groep die niet gediend was met de film, waren de homoseksuelen. De GLAAD (the Gay and Lesbian Alliance against Defamation) voerde ware protestacties aan bioscopen waar de film getoond werd. Object van verontwaardiging was de controversiële portrettering van de homoseksuele prins Edward als ijdel, frivool en verwijfd; kortom een slappe jongen die geen echte man was en vooral niets van oorlogsvoering of beleid wist. De homoseksuelen verweten Gibson dat prins Edward in de film de verpersoonlijking was van alles wat weerzinwekkend is en daarmee teruggreep naar vroegere, stereotype voorstellingen van homoseksuelen.
In Schotland zelf kon de film of veel bijval rekenen. Meer nog, de film zorgde voor een revival van de William Wallace-legende en de held werd opnieuw een icoon van de Schotse geschiedenis die de Schotten hoog in het vaandel droegen. De Nationalistische Schotse Partij gebruikte de film zelfs om de onafhankelijkheid te promoten en kreeg na de release van de film merkwaardig genoeg meer leden. De onafhankelijkheidsdrift van de Schotten werd door de film dus aangewakkerd.
Over de hele wereld werd door de film de interesse voor de Schotse en Ierse geschiedenis gewekt, veelal door afstammelingen van (zogezegde) Schotse en Ierse immigranten.
De film handelt over een historisch personage, of beter: een mythisch personage dat is gebaseerd op een historisch figuur. Braveheart verbeeldt een legende en kan bijgevolg bezwaarlijk als een ‘historische speelfilm’ worden bestempeld. Daar komt nog eens bij dat de prent duidelijk enkele typisch Amerikaanse waarden en idealen propageert en in die zin meer vertelt over de context waarin de film werd gemaakt dan over het verbeelde verleden (zie ‘Productiecontext’).
Ook op het feitelijke niveau vertoont Braveheart een aantal mankementen. Er worden heel wat historische onwaarheden verteld en zowel de omgeving als de kledij zijn historisch incorrect. Zo was William Wallace geen boer maar van adel, droegen Schotten in die tijd nog helemaal geen kilts, waren ze ‘beschaafder' dan ze voorgesteld worden en was er van een Schotse natie nog helemaal geen sprake.
Dit neemt niet weg dat de film een heuse invloed heeft gehad op het (internationale) collectieve geheugen m.b.t. de Schotse vrijheidsstrijd tijdens de middeleeuwen. Braveheart slaagde immers wel heel goed als (mainstream)film. De prent is meeslepend, speelt op het gemoed, veroorzaakt een emotionele betrokkenheid bij de kijker, … Denk bijvoorbeeld aan de verfilming van de middeleeuwse veldslagen: het lijkt wel alsof je als kijker zelf deel uitmaakt van de strijd! Dit, in tegenstelling tot bij een film zoals De Leeuw van Vlaanderen (1985), die eveneens een middeleeuwse veldslag in beeld brengt, maar – hoewel historisch correcter – een stuk ongeloofwaardiger overkomt.
In het kader van een les geschiedenis kan het zinvol zijn de leerlingen te wijzen op de mogelijke vervormingen van het geschiedbeeld, die optreden na het zien van Braveheart (cf. supra). Daarbij mogen evenwel de positieve elementen, verbonden aan het medium film in het algemeen en aan deze film in het bijzonder, niet worden genegeerd.
Wanneer men de film louter illustratief wil gebruiken, komen volgende scènes in aanmerking:
1. Schots boerenleven en behuizing
2. Engelse politiek in Schotland
3. Schots verzet
4. Veldslagen
5. Schotse rituelen
6. Homoseksualiteit
Het gaat hier vooral om de persoon Prins Edward, de zoon van Edward I. Deze man was inderdaad een homoseksueel en dit wordt ook (subtiel) getoond in de film. Zijn homoseksualiteit wordt niet expliciet weergegeven, maar er wordt wel op gehint. Het gaat vooral om de voorstelling van Prins Edward als een zwakkeling, een ijdeltuit, bange haas en vooral zeer vervrouwelijkt. Hij geeft niets om zijn vrouw, negeert haar dan ook en kan het niet verdragen door haar te worden aangeraakt. Het is duidelijk wie zijn minnaar is: Phillip, die hij aanstelt als zijn adviseur.
7. Schotse adel
Het einde van de 13e en het begin van de 14e eeuw waren woelige tijden voor de Schotten. Hun koning John Balliol, die eerst een vriendschappelijke relatie had met Edward I (de Stelt), kwam in 1296 in oorlog met hem omdat de Schotten de Engelsen niet wilden steunen in hun buitenlandse oorlogen en omdat Balliol harde maatregelen tegen zijn volk niet wilde doorvoeren. John Balliol verloor echter en werd naar het continent verbannen, terwijl Edward I de Schotse kroon voor zichzelf opeiste.
William Wallace was de middelste zoon van een lagere ridder (en dus deel van de adel), die landerijen onder zijn bevel had. Hij leefde in het zuiden van Schotland. Hij kreeg een degelijke opleiding in verschillende kloosters, want als tweede zoon was hij voorbestemd voor de Kerk. Toen Edward I zich de Schotse kroon toe-eigende, moest iedereen zijn trouw zweren, op straffe van dood. Williams vader weigerde dit en werd bijgevolg vermoord, wat Williams haat tegenover de Engelsen versterkte. William zelf moest onderduiken in de bossen. Hij zou volgens de overlevering rond 1297 getrouwd zijn met Marian Braidfoot en een dochter hebben gekregen.
Het Schotse verzet begon pas in 1297 doordat William Wallace de Engelse edelman Haselrig in Lanark vermoordde. Met een bende nam hij het plaatselijke fort in en vermoordde alle manschappen. Het zou kunnen dat William zich wreekte omdat Haselrig zijn vrouw had gedood.
Hierna veranderde het verzet van Wallace van wraak in een roep voor vrijheid. Hij slaagde erin, met de hulp van notabelen waaronder Robert de Bruce, een wezenlijk leger rond zich te verzamelen. In september 1297 vond de Slag van Stirling plaats, waar Wallace een glansrijke overwinning op de Engelsen behaalde. Om de Engelsen nog meer te vernederen viel hij daarop Noord-Engeland binnen. Edward I vond het nu wel welletjes en keerde in 1298 terug met een nieuw leger: de Engelsen overwonnen in de Slag van Falkirk Wallace, die verraden werd door Schotse edelmannen. Wallace overleefde het en stak over naar het continent om steun te zoeken voor de Schotse onafhankelijkheidsstrijd. Bij zijn terugkomst maakte hij het leven van de Engelsen zuur via guerrillatactieken.
Williams verblijfplaats werd uiteindelijk in 1305 aan de Engelsen verraden door een Schotse baron. William werd in Londen voor het gerecht gebracht en in een showproces beschuldigd van hoogverraad. Laconiek diende Wallace zich van de repliek dat hij nooit trouw gezworen had aan Edward I en dus niet schuldig kon zijn aan hoogverraad. De (op voorhand vastgelegde) straf was gruwelijk; zijn simpele dood was niet genoeg. William Wallace werd opgehangen, maar net voor hij stierf werd hij losgelaten. Daarna werden uit zijn opengereten buik zijn ingewanden gehaald en verbrand voor zijn neus, daarna werd hij gecastreerd en uiteindelijk, bijna als een daad van barmhartigheid, onthoofd. Zijn lichaam werd gevierendeeld en als waarschuwing naar de uithoeken van het land gestuurd. Zijn hoofd prijkte op de London Bridge.
Aangespoord door de vrijheidsstrijd van William Wallace nam Robert de Bruce de fakkel over, overwon in 1314 de Engelsen en werd dan koning van Schotland.
Zie de bijlage bovenaan deze pagina voor de werkbundel bij deze les.
Als inleiding op de werkbundel geeft de leerkracht een kritische beschouwing over de moeilijke verhouding tussen het verleden en de representatie van het dat verleden in historische speelfilms a.d.h.v. een filmfragment uit “Monty Python and The Holy Grail” (1975):
“A famous historian”, in “Monty Python and The Holy Grail”, https://www.youtube.com/watch?v=q-HjOeCvm2I
In dit filmfragment komt de verteller in beeld (niet gebruikelijk voor historische speelfilms) als “a famous historian” en vertelt hij over het verdere verloop van het verhaal in de film. Hij wordt echter na zijn dialoog vermoord door één van de acteurs die voorbijraast als ridder op een paard. Deze scène kan als inleiding gebruikt worden omdat de filmmakers bewust een historische film geconstrueerd hebben die totaal niet geloofwaardig is. De leerkracht opent de discussie door te vragen waarom dit filmfragment niet geloofwaardig is.
De filmklapper is zichtbaar bij het begin van de scène, de verteller komt in beeld, zijn naam wordt niet genoemd, hij is een zgn. beroemd historicus, zijn vrouw komt in beeld.
Om als filmmaker je verhaal van het verleden geloofwaardig te maken moet je dus rekening houden met bepaalde regels: dragen de acteurs wel de juiste kostuums? Hoe beweegt de camera Hoe geloofwaardig zijn de dialogen? Kiest men ervoor de verteller in beeld te brengen of net niet? De filmmakers die deze technieken het best toepassen, zullen ook het meest geloofwaardig overkomen.
Maar kan een filmfragment, door rekening te houden met de regels van de filmtaal, ooit écht een accuraat beeld van het verleden representeren? Met deze vraag wijst de leerkracht ook op de problematische verhouding tussen historici en het verleden. Ook zij construeren immers een verhaal van het verleden. Het verschil is echter dat historici verplicht zijn hun verhaal grondig te staven aan historische bronnen. Daarnaast moet de historicus zich ook houden aan bepaalde regels binnen het wetenschappelijk of academisch onderzoek.
Historische films kunnen echter ook heel geloofwaardig overkomen zonder dat ze een historisch correct beeld schetsen door de juiste filmtaal te gebruiken. In deze les zullen we een dergelijke film onderzoeken. “Braveheart” is namelijk een film die gebaseerd is op een legendarische figuur uit de 13e eeuw, waar slechts weinig betrouwbare historische bronnen over te vinden zijn. De filmmaker hield echter geen rekening met de historisch (on)betrouwbare informatie en maakte er zijn eigen verhaal van. Toch slaagde hij erin deze film voor het grote publiek zeer geloofwaardig te laten overkomen. In de werkbundel die jullie hebben gekregen, zullen jullie onderzoeken hoe dit komt door deze film op drie niveaus te onderzoeken: het filmische, narratieve en symbolische niveau.
De leerkracht geeft kort uitleg bij de inhoud van elk filmisch niveau en zet vervolgens de leerlingen zelfstandig of per twee aan het werk. Elke leerling of elk groepje krijgt een werkbundel en moet kunnen beschikken over een computer. Op de computer kunnen ze zowel de filmfragmenten bekijken als verdere informatie opzoeken om de vragen in hun werkbundel op te lossen.
Na het invullen van de bundel, overloopt de leerkracht de antwoorden klassikaal.
Bij wijze van besluit wordt stilgestaan bij de antwoorden op de laatste vragen in de bundel:
(1) Evalueer nu de volgende vraag als besluit van je historisch kritische analyse van de film “Braveheart”: In welk opzicht is de film een ‘goede en geslaagde’ historische film in zijn genre te noemen en in welk opzicht zou je deze film eerder beoordelen als een ‘slechte’ historische speelfilm? (Beargumenteer met voorbeelden)
(2) Geef ten slotte aan waarom het belangrijk is om historische films zoals “Braveheart” historisch kritisch te analyseren (denk hierbij aan de impact).
(3) Heeft deze les en werkbundel jouw visie op historische speelfilms veranderd? Zou je nu op een andere manier naar historische films kijken? Zo ja, op welke manier?
Hieronder vind je zowel de invulversie voor de leerlingen als de antwoordsleutel van de werkbundel voor de kritische analyse van de film “Braveheart”.
Deze les is voornamelijk bedoeld als individuele of –groepsopdracht (max. 2 à 3 leerlingen per groepje). De leerlingen krijgen elk een werkbundel waarmee ze ofwel in de les of thuis mee aan de slag kunnen.
Voor deze les dienen de leerlingen wel op het internet te kunnen om bepaalde zaken op te zoeken. Als leerkracht reserveer je dus best het ICT-lokaal. Voor de sterkere leerlingen zou het moeten lukken om deze werkbundel op één lestijd af te ronden. Hiervoor zullen ze wel de volle 50 minuten nodig hebben, dus je rekent best op twee lestijden om deze les volledig af te ronden. Op die manier heb je voldoende tijd voor een motiverende instap, wat uitleg, geef je voldoende tijd aan de zwakkere leerlingen en kan je achteraf feedback geven in combinatie met een slotbespreking.
Documentaire "Mel Gibson's Braveheart:A Filmmaker's Passion".
http://medievalscotland.org/scotbiblio/bravehearterrors.shtml
http://www.braveheart.co.uk
http://www.highlanderweb.co.uk/wallace/truth.htm
http://www.lawbuzz.com/justice/braveheart/braveheart.htm
s.n., ‘William Wallace's adventure through time', British Heritage, 1996, Vol. 8(6), pp. 42 - 44.
DRIVER (M.), ‘Teaching the Middle Ages on Film. Visual Narrative and the Historical Record', History Compass, 2007, Vol. 5(1), pp. 159 - 174.
GALLAGHER (J. A.) en CAMINER (S.), ‘Interview with Mel Gibson', Films in Review, 1996, Vol. 47(5/6), pp. 31 - 40.
KELLER (J. R.). ‘Masculinity and Marginality in Rob Roy and Braveheart', Journal of Popular Film & Television. s.d., Vol. 24(4), pp. 146 - 151.
MORGAN (S.J.), ‘The ghost in the luggage. Wallace and Braveheart: post-colonial ‘pioneer’ identities’, European Journal of Cultural Studies, 1999, Vol. 2 (3), pp. 375-393.
PEDE (R.). ‘Braveheart', Film en Televisie, 1995, nr. 455, p. 34.
ROTHENBERG (R. S.). ‘Mel vs. the Brits', USA Today Magazine, 2001, Vol. 129(2668), p. 81.
SANELLO (F.). Reel vs. Real. How Hollywood turns fact into fiction. Lanham, Taylor trade, 2003, pp. 23 - 26.
SEGERS (J.), ‘Braveheart: Kloek romantisch en realistisch heldenepos', Mediafilm, 1996, Vol. 50, nr. 215, pp. 80 - 84.
TOPLIN (R. B.). Reel history. In defense of Hollywood. Lawrence (Kan.), University Press of Kansas, 2002, p. 5, 8, 21, 26, 181 en 198.
Om de gerelateerde filmfragmenten te kunnen bekijken, dient u zich eerst aan te melden. U kan inloggen via de link onderaan deze pagina.