Ron Stallworth voegt zich in 1978 bij het politiekorps van Colorado Springs als de eerste Afro-Amerikaanse politieagent. Via een advertentie in de krant raakt hij aan de praat met de lokale groepering van de Ku Klux klan. Hij houdt telefonisch contact met de leden van ‘de organisatie’. Wanneer hij uitgenodigd wordt om met enkele leden af te spreken, stuurt hij zijn collega Philippe ‘Flip’ Zimmerman. Zimmerman is een politieagent van Joodse afkomst. Hij ontmoet de leden van de lokale Ku Klux klan onder de naam Ron Stallworth. Stallworth zal een officieel lid worden van de Ku Klux klan. Samen proberen ze erachter te komen of de organisatie een mogelijk bedreiging is. Tegelijkertijd begint de echte Ron Stallworth een relatie met Patrice Dumas. Zij is een jonge Afro-Amerikaanse vrouw, president van haar studentenclub voor Afro-Amerikanen. Doordat zij opkomt voor de gelijkheid van Afro-Amerikanen en kritiek geeft op politiegeweld naar Afro-Amerikanen toe, wordt zij een doelwit van de Ku Klux klan. Ondertussen brengt het hoofd van de Ku Klux klan, David Duke een bezoek aan Colorado Spring om een bijeenkomst van de lokale Ku Klux klan bij te wonen. Niet alleen Zimmerman is daar aanwezig als Ron Stallworth, ook de echte Ron Stallworth woont de bijeenkomst bij voor de veiligheid van Duke, die doodsbedreigingen kreeg door zijn komst naar Colorado Springs.
Na de bijeenkomst plant Connie, de vrouw van een Ku Klux klan-lid, een bom op de auto van Patrice Dumas nadat het niet in haar brievenbus paste. Connie’s echtgenoot en twee andere leden van de clan rijden langs het huis en laten de bom afgaan, niet wetend dat de bom onder de auto zit komen zij zelf om in de explosie. Stallworth probeert hierop Connie op te pakken en krijgt haar op de grond. Wanneer hij op het punt staat om haar te boeien verschijnen andere agenten die ingaan op de hulproep van Connie. Ze slaan Ron van haar af en willen hem op pakken hoewel Ron hen constant zegt dat hij een agent is. Het is maar wanneer Zimmerman ingrijpt dat de twee andere agenten Ron laten gaan. Ron en Flip zijn er in geslaagd om Connie op te pakken en worden hiervoor bedankt door hun politie commissaris. Hij beveelt hen echter om alle gegevens van de undercover-missie te vernietigen. Hun onderzoek wordt stopgezet.
Op het einde van de film zien Stallworth en zijn vriendin een kruis-verbranding door de Ku Klux klan door het raam van Stallworth’s appartement. Daarna komen beelden tevoorschijn van verschillende recente extreemrechtse marsen met op het einde beelden van de terreuractie in Charlottesville uit 2017, waar een auto inreed op een protestactie tegen een ‘Unite the right’-bijeenkomst. Hierbij kwam een vrouw om het leven en raakten 28 mensen gewond. Het laatste beeld die tevoorschijn komt is de vlag van de Verenigde Staten in het zwart-wit die op zijn kop staat.
Blackkklansman is geïnspireerd op het waargebeurde verhaal van politieagent Ron Stallworth. Stallworth’s memoires over zijn ervaring werden voor het eerst gepubliceerd in 2014. Het boek is getiteld: Black klansman. De filmrechten werden gekocht door co-producer Jordan Peele, die maar een verzoek had: humor in de film steken. Het boek werd door producer Shaun Redick naar QC entertainment gebracht om de film te maken. Spike Lee werd over de streep getrokken door het ongeloofwaardige, maar toch waargebeurde verhaal en werd aangesteld als co-producer, co-schrijver en regisseur.
Dit is niet de eerste film van Spike Lee waarin hij zijn onverschrokkenheid toont om bepaalde sociale thema’s te betrekken. In vorige films had hij het al duidelijk opgenomen voor de zwarte bevolking en met een beschuldigende vinger naar de discriminatie gewezen. Lee is niet bang om maatschappelijke debatten te betrekken in zijn film en ze zo dus ook terug op gang te brengen. Een andere film is bijvoorbeeld Malcolm X (1992), een film die volgens Lee aansluit bij Blackkklansman. Lee koos om de hoofdrol van Ron Stallworth te geven aan John David Washington. Washington is de zoon van Denzel Washington, die de hoofdrol kreeg in Lee’s Malcolm X. Enkele typische kenmerken van zijn films zijn: korrelige, contrastrijke opnamen, acteurs die recht in de camera spreken en een verzadigd kleuren-gebruik. Ook zijn meest bekende ‘double dolly shot’ zien we terugkomen in Blackkklansman in de laatste scène met Ron Stallworth en Patrice Dumas.
Spike Lee mocht werken met een budget van 15 miljoen euro. De film bracht tot nu toe over de 93 miljoen euro op. De film slaagde er daarnaast in 1 van de 6 Oscarnominaties in de wacht te slepen, voor best geadapteerde scenario. Daarnaast mochten zij ook de ‘Grand prize of the jury’ ontvangen op het filmfestival van Cannes in 2018.
Zoals bovenvermeld is dit niet de eerste keer dat Lee zo’n spraakmakende film neerzet. Lee slaagt erin om de verschillende perspectieven naar de voorgrond te brengen: die van politie, de Afro-Amerikaanse bevolking en de KKK-leden. Zo wijst Lee op het wringen van de verschillende visies binnen de Afro-Amerikaanse bewegingen. Terwijl Stallworth er via zijn job bij de politie voor kiest om het racistische systeem te bevechten van binnenuit, kiezen burgerrechtenbewegingen om ze van buiten te bevechten. Een debat die onder de Afro-Amerikaanse gemeenschap al jarenlang gevoerd wordt. Volgens Lee zijn er voor verandering aan de beide kanten mensen nodig. Tegelijk is het bericht die Lee wil overbrengen klaar en duidelijk: het gevaar van de opkomst van extreemrechts.
Blackkklansman mocht volgens Lee in geen geval een historisch film worden die enkel terugblikt op gebeurtenissen van toen. Integendeel, Lee wilde het hedendaagse Amerika een spiegel voorhouden door de film vol te steken met uitspraken die ook vandaag aanwezig zijn in de publieke ruimte, zoals ‘America first’. De film wil vooral, net zoals Malcolm X, iets zeggen over waar Amerika nu staat.
Het misschien wel shockerende einde van de film waarbij we originele beelden te zien krijgen van verschillende extreemrechtse bijeenkomsten, met op het einde de aanslag in Charlottesville, was niet het einde zoals Lee die aanvankelijk voor het oog had. De aanslag uit 2017 speelde zich af nadat alle scènes reeds ingeblikt waren en de crew volop aan de montage bezig was. Het geplande einde werd de voorlaatste scène en Lee eindigde de film met een heuse reality-check.
Volgens de echte Stallworth zou zowat 90 procent van wat er in de film gebeurt overeenstemmen met de realiteit. Zo was het personage van Patrice Dumas verzonnen. De humor en de knipogen naar vandaag worden toegevoegd aan het verhaal zoals Stallworth deze zelf heeft meegemaakt.
Ron Stallworth werd geboren in 1953 in Chicago, Illinois. In 1972 werd hij officieel lid van de Colorado Springs politie. Hij had van het begin af aan grote interesse in undercover werk. Wanneer Kwame Ture een speech komt geven in Colorado Springs is het de uitgelezen kans om de enige Afro-Amerikaanse politieagent te laten infiltreren in de bijeenkomst. Na deze zaak mocht Stallworth verder in de afdeling van informatievergaring. In 1978 botst Stallworth in een krant op een ledenwerf-advertentie van de lokale KKK-afdeling en contacteert hij hen. Hij ontvangt een telefoonnummer en raakt aan de praat met de oprichter van de lokale afdeling. Stallworth doet zich voor als een blanke man die meer informatie wil over de KKK nadat zijn fictieve zus een relatie had gehad met een Afro-Amerikaanse man. Wanneer de oprichter een fysieke ontmoeting wenst stuurt hij een blanke collega in zijn plaats. Het telefonische en fysieke contact houdt verschillende maanden aan. Stallworth belt in 1978 ook naar David Duke, de ‘Grand wizard’ van de KKK nadat zijn lidmaatschap op zich laat wachten. Als zijn lidmaatschapskaart toekomt hangt hij deze op in zijn bureau op het werk. Op 10 januari 1979 komt David Duke naar Colorado Springs en wordt de echte Stallworth aangesteld om hem te beschermen. Samen met de KKK-leden gaan zij op restaurant. Op dat moment is de blanke Stallworth undercover en dus ook aanwezig. Stallworth vraagt zelfs om een foto met Duke, maar die foto is ondertussen verloren geraakt. Stallworth en zijn team ondervinden dat verschillende leden van de KKK te werk waren bij het Amerikaanse leger. Twee leden waren zelfs hooggeplaatst binnen de afdeling van luchtvaartveiligheid, zij zullen dankzij Stallworth’s onderzoek verplaatst worden naar minder belangrijke posities. Wanneer het onderzoek ten einde komt besluit Stallworth er met niemand buiten zijn collega’s over te praten. Pas in 2006, nadat hij na 20 jaar zijn werk als politieagent vaarwel zei, komt hij naar buiten met zijn verhaal over zijn infiltratie van de KKK. In 2014 brengt hij zijn verhaal naar buiten in boekvorm, gebaseerd op zijn notities die hij al die jaren bijgehouden heeft.
In de les historische kritiek (zie bijlage) willen we de leerlingen vooral kritisch leren kijken naar de verschillende filmlagen nl. de filmische laag, de narratieve laag en de symbolische laag. We hebben ervoor gekozen om specifiek aandacht te geven aan die elementen binnen de filmlagen die als referentie dienen voor de hedendaagse Verenigde Staten.
We beginnen hiermee met de leerplandoelstellingen die we willen bereiken met het geven van de les. Hierbij staan ideologie en actualisering centraal. Want zoals we hierboven al hebben gelezen is racisme een centraal thema in de film. Lee gebruikt ook zinnen zoals “America First” die ook de dag van vandaag worden gebruikt. Daarnaast is ook de Ku Klux Klan nog actief, zij het niet op een schaal zoals toen, en zijn voornamelijk de beelden van de protesten in Charlottesville een duidelijk bericht van Lee. Onze onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt: “Op welke manier kan een historische speelfilm gebruikt worden als een reflectie op de hedendaagse realiteit/actualiteit.”
De les is in vijf delen onderverdeeld. Er is de introductie, de analyse van de filmische laag, de analyse van de narratieve laag, de analyse van de symbolische laag en een debat met de leerlingen om de les mee af te sluiten.
Om de gerelateerde filmfragmenten te kunnen bekijken, dient u zich eerst aan te melden. U kan inloggen via de link onderaan deze pagina.