Het verhaal begint in de zomer van 1993 (aflevering 1). Terwijl de prinsen van Luik, Albert en Paola, op hun vakantiebestemming vertoeven, krijgen ze te horen dat Alberts broer koning Boudewijn overleden is in zijn vakantieverblijf te Motril, Spanje. Ook de andere leden van het vorstenhuis worden op de hoogte gesteld, sommigen via de media. Het heengaan maakt natuurlijk emoties los.
Vanaf de jaren ’80 had de kinderloze Boudewijn steeds uitdrukkelijk zijn neef Filip naar voren geschoven als zijn opvolger. Tegelijkertijd had Boudewijn nooit kunnen bevroeden dat hij zo snel en onverwacht zou sterven. Toen hij begin jaren ’90 een ernstige operatie moest ondergaan, heeft Boudewijn zijn broer Albert laten beloven dat hij de koninklijke taak zou overnemen, mocht Boudewijn vroegtijdig sterven. Zo zou prins Filip in alle sereniteit een gezin kunnen stichten en zich kunnen voorbereiden om later de troon over te nemen.
Premier Jean-Luc Dehaene vaagt Albert of hij accepteert om koning te worden. Een geëmotioneerde prins van Luik, daarin beïnvloed door zijn echtgenote, stemt toe. Dat leidt tot frustratie bij Filip, die gehoopt had zijn oom direct te kunnen opvolgen. Op 9 augustus 1993 legt Albert II de grondwettelijke eed af voor de verenigde Kamers.
Tijdens zijn regnum slaagt de vorst erin zich populair te maken door zijn goedlachse publieke verschijningen, die een meer ongedwongen stijl verraden dan die van zijn broer (afl. 2). De koning stelt zich bovendien strikt constitutioneel op. Hij lijkt zich met alle politieke spelers te kunnen verstaan en zijn toespraken gaan steeds in dezelfde lijn als die van zijn broer. Toch gaat België ook door de donkere periode van de Dutroux-affaire. Dat leidt tot massale ontevredenheid bij de bevolking, gericht tegen een justitioneel apparaat en een politiemacht die niet goed functioneren. Albert II maakt zich in de zomer van 1996, wanneer de ganse Dutroux-zaak uitbarst, behoorlijk kwaad op de zijns inziens te passieve houding van de regering-Dehaene dienaangaande. De vorst wordt echt boos op de premier en besluit uitdrukkelijk, maar steeds grondwettelijk gedekt door de regering, kritiek te leveren op de werking van Justitie en politie, terwijl hij ook de ouders van de vermiste en vermoorde kinderen een hart onder de riem steekt.
Een ‘tijdbom’ van meer persoonlijke aard, is het bestaan van Alberts onechtelijke dochter Delphine Boël (afl. 3).[1] Albert en Paola hadden vanaf de jaren ’60 huwelijksproblemen en dat leidde ertoe dat de latere koning zijn toevlucht nam tot een buitenechtelijke relatie, met Sybille barones de Selys Longchamps. Hun dochtertje, Delphine, werd echter nooit officieel erkend door de vorst en zij leeft anoniem in Londen. In 1999 wordt haar bestaan algemeen bekend. Wanneer Delphine de koning opbelt, met het verzoek haar te erkennen als zijn dochter, bijt een panikerende en radeloze Albert haar toe dat hij haar niet als zijn dochter beschouwt. Steeds blijft Alberts jongste zoon, prins Laurent, contact houden met zijn halfzus.
Bij de kinderen van Albert en Paola groeien er ook problemen (af. 4). Filip, Laurent en Astrid stichten elk wel een eigen gezin, maar er is veel commotie gegroeid rond het optreden van de prinsen. Terwijl Astrid zich veeleer buiten de mediabelangstelling beweegt, komen er conflicten rond Filip en – vooral – Laurent. Prins Laurent was altijd een beetje een rebel binnen de familie, iemand die zich niet liet opsluiten in regels. Dat maakt hem populair bij grote delen van de bevolking, maar tegelijkertijd heeft hij echt moeite met het vinden van een eigen rol. Bovendien beleeft hij veel amoureuze en andere affaires. Zijn raadgever kolonel Vaesen heeft de restauratie van Laurents woonst bovendien met duistere middelen gefinancierd. Uiteindelijk moet Laurent zelfs voor de rechtbank getuigen.
De grootste uitdaging voor Albert II moet echter nog komen. De politieke moeilijkheden vanaf 2007 (afl. 5) drukken hun stempel op Albert, die nogal ‘creatief’ moet omspringen met de regeringsvorming na de verkiezingen van juni 2007. Enkele jaren later breekt opnieuw een regeringscrisis uit, die de doorbraak van de anti-royalistische en anti-Belgische partij N-VA betekent. Voor de koning is het moeilijk om te aanvaarden dat N-VA-voorzitter Bart De Wever voortaan incontournable is. De regeringsonderhandelingen verlopen, net als 2007-2008, uiterst moeizaam en een compromis laat weeral lang op zich wachten. Uiteindelijk wordt N-VA, nochtans de grootste partij van Vlaanderen, naar de oppositiebanken verbannen. In die hele periode blijven er geregeld weinig flatterende berichten opduiken over prins Laurent en worden de dotaties van de koninklijke familie flink onder vuur genomen. De reeks heeft een open einde.
[1] Hoewel algemeen wordt aangenomen dat Boël de dochter is van Albert II, is daarvoor geen wetenschappelijk bewijs. In de serie bestaat er geen twijfel.
De serie werd, zoals eerder geschreven, gemaakt in het voorjaar van 2013 en uitgezonden in september en oktober van dat jaar. Concreet was productiehuis Skyline in maart begonnen met de opnames.[1] De serie werd niet in het Koninklijk Paleis te Brussel of te Laken gedraaid. Men heeft andere locaties laten doorgaan voor de verschillende paleizen en woonsten van de leden van de koninklijke familie. Om de historische encadrering te coördineren werd beroep gedaan op historicus Mark Van den Wijngaert, emeritus hoogleraar (KUB) en bekend koningshuiskenner, en journalist Jan Van den Berghe,[2] die al decennia lang eerder vulgariserende publicaties verzorgt over het koningshuis en als ‘royalty-watcher’ bekendstaat.[3] De hoofdrollen (en de belangrijke bijrollen) werden gespeeld door Lucas Van den Eynde (koning Albert II), Veerle Eyckermans (koningin Paola), Matthijs Scheepers (prins (thans koning) Filip), Ruth Becquart (prinses Astrid), Stefaan Degand (prins Laurent), Leah Thys (koningin Fabiola), Kris Cuppens (koning Boudewijn), Ruth Bastiaensen (prinses (nu koningin) Mathilde), Wim Lommaert (prins Lorenz), Lotte Mariën (prinses Claire), Wim Opbrouck (premier Jean-Luc Dehaene), Ludo Busschots (kabinetschef Jacques van Ypersele de Strihou), An Miller (Delphine Boël), Valentijn Dhaenens (premier Guy Verhofstadt) en Christel Domen (Sybille de Selys Longchamps).
[1] COBRA, Fictiereeks ‘Albert II’ niet zonder kritiek, http://www.cobra.be/cm/cobra/film/1.1685230
[2] Focus Knack, Nieuwe Eén-fictiereeks met Lucas Van den Eynde als koning Albert II, http://focus.knack.be/entertainment/tv/tv-nieuws/nieuwe-een-fictiereeks-met-lucas-van-den-eynde-als-koning-albert-ii/article-4000255067214.htm
[3] Enkele werken van Van den Berghe staan in de bibliografie.
De serie werd in de pers integraal vrij – tot zéér - slecht ontvangen.[1] Er was, in de Vlaamse kranten en weekbladen, kritiek op de soms stuntelige dialogen en dito maquillage. Het feit dat de fictiereeks steevast voorhield ‘binnen historische krijtlijnen’ te werken, was volgens vele critici niet terecht. De titels van de respectievelijke recensies spreken al boekdelen. De Morgen sprak van een “saai geschiedenislesje”, terwijl Focus Knack de serie als een “[w]are ramp” zag.
De acteurs werd verweten ongeloofwaardig te zijn. Alleen Kris Cuppens (koning Boudewijn), Ludo Busschots (kabinetschef Jacques van Ypersele de Strihou), Wim Opbrouck (premier Jean-Luc Dehaene) en dan – in mindere mate – Lucas Van den Eynde (koning Albert II) en Ruth Becquart (prinses Astrid) werden over het algemeen wel goed bevonden. Kritiek was er met name op de manier waarop (toen nog) prins Filip door Matthijs Scheepers werd neergezet, pathetisch “als een klein kind”.[2] Stefaan Degands Laurent werd gezien als “een eendimensionale clown”.[3] De gefictionaliseerde ‘prinsen’ werden, in verschillende bladen, met stripfiguren vergeleken, waarvan ieder publiek gekend kenmerk enorm werd uitvergroot. Andere leden van de familie (m.n. Fabiola, gespeeld door Leah Thys) konden de critici evenmin bekoren.
Dat ze onderling steeds Nederlands spraken, was ook al niet bevorderlijk voor de realiteitszin van de serie, maar daar richtten de critici zich niet al te veel op. Bovendien vonden sommigen de serie zelfs kwetsend voor de leden van de koninklijke familie. Eén van de twee experts die meewerkten aan de serie, Jan Van den Berghe - nochtans zelf een overtuigd republikein - viel de reeks zelfs openlijk aan, in scherpe bewoordingen. Hij verklaarde er spijt van te hebben dat hij eraan had meegewerkt. Hij had naar eigen zeggen na twintig minuten al “weggezapt”.[4] De recentelijk overleden minister van Staat Jean-Luc Dehaene was ook niet overtuigd van de serie, net zomin als zijn partijgenoot Mark Eyskens (eveneens minister van Staat en oud-premier).[5] Zelfs wijlen Jan Hoet, die koningin Paola goed kende, noemde de serie een “totale mislukking.”[6] Het scenario werd in de dag –en weekbladkritieken ronduit “slecht”[7] en niet “deugdelijk”[8] genoemd.
Door de talloze kritieken, waarvan we er hier maar een paar citeerden, moesten de makers en de acteurs zich geregeld publiek verdedigen, onder andere in allerhande talkshows, waarop Vlaanderen als regio een patent lijkt te hebben. De VRT kwam door alle commotie in februari 2014 met een officieel communiqué, waarin onder meer gesteld werd dat “[de] acteurs […] geen dubbelgangers [zijn] van leden van het koningshuis. Ze zetten een personage neer dat een eigen leven leidt in de serie. […] De programmamakers hebben uiteraard nooit de bedoeling gehad om iemand te kwetsen of in een slecht daglicht te stellen. Wel om een fictief verhaal te brengen waarin niet alles wat er gezegd wordt, werkelijkheid is.”[9]
Ondanks de kritieken bleef de serie zeer goede kijkcijfers halen; iedere aflevering werd door meer dan één miljoen mensen bekeken.
[1] Voor deze recensies verwijzen wij naar De Morgen, 9/09/2013 ; De Standaard, 9/09/2013 ; Het Nieuwsblad, 9/09/2013 ; Humo, 9/09/2013, http://www.humo.be/tv-reviews/255231/tv-review-albert-ii-op-een ; Focus Knack, 9/09/2013, http://focus.knack.be/entertainment/tv/testbeeld/recensie-albert-ii-ware-ramp/article-4000394512044.htm
[2] De Morgen, 9/09/2013
[3] De Standaard, 9/09/2013
[4] Het Nieuwsblad, 10/09/2013
[5] Ibid.
[6] De Redactie, http://www.deredactie.be/permalink/1.1739079
[7] De Standaard, 9/09/2013
[8] Focus Knack, 9/09/2013
[9] VRT, Vragen over fictiereeks ‘Albert II’, http://www.vrt.be/faq/vragen-over-fictiereeks-albert-ii-het-algemeen?print=1
Deze serie, met alle gebreken die in de geciteerde recensies werden opgetekend, is mijns inziens helemaal niet geschikt voor het onderwijs. Ten eerste is het onderwerp, hoewel het een belangrijk deel van onze recente geschiedenis bestrijkt, geen aanwijsbaar thema in de leerplannen, VOET-en of decretale eindtermen. De monarchie wordt na de Koningskwestie eigenlijk vrij weinig aangehaald. Indien ze dan toch wordt besproken, gaat het logischerwijze meer om de politieke rol van de vorst (bijv. in lessen cultuurwetenschappen). Daarover leert deze serie niets.
De reeks vertelt ook vrij weinig over de publieke opinie of over de politieke situatie in de jaren ’90 en ’00, wanneer de feiten zich afspelen. De reeks is zeer gebaseerd op de (vermeende) aard van de interpersoonlijke relaties binnen de koninklijke familie, zonder veel oog voor politiek-sociale ontwikkelingen.
Bovendien zijn zowat alle in de serie opgenomen gesprekken nergens op gebaseerd. Het is ook onmogelijk om daar maar één zinnig woord over te vertellen. Ook oud-premier Dehaene gaf in een interview aan dat “[men] zich op de interne verhoudingen binnen de familie [concentreert], maar daar weten we niets van af”.[1]
Via sommige getuigenissen, ze worden in de bibliografie uitgebreid aangehaald, krijgen we als buitenstaander wel een beeld van de leden van het koningshuis, maar meestal op basis van gesprekken van de vorsten met derden. Dan nog zijn vele publicaties, we haalden het reeds aan, ongenuanceerd. Over de interpersoonlijke relaties ten paleize kunnen we écht nagenoeg niets melden, althans niet wanneer het gaat over het gezin van Albert II.
Voor vroegere dynasten kunnen we tenminste terugvallen op briefwisseling, soms uitgegeven, soms bewaard in het Archief van het Koninklijk Paleis. Voor de ‘huidige’ leden van het koningshuis, hebben we enkel oppervlakkige en algemene indrukken. Die indrukken hebben als enige leidraad gediend voor de makers van deze serie. Wat hieronder staat geschreven, werd dan ook met een ontradend doel opgesteld. Leraren zouden de serie best niet gebruiken in hun les. Hieronder worden dan ook geen scenes geciteerd die mogelijk interessant zouden kunnen zijn voor het onderwijs; die scenes zijn er nu eenmaal niet, volgens mij.
Wanneer we de narratieve laag beschouwen, zijn er vele voorbeelden, waarin historische feiten in fictieve gesprekken worden verwerkt. Het zijn vooral de gekende beelden van de leden van het koningshuis die ondersteund worden. De interpretatie van de gedragingen van de royals is dus geheel en al gebaseerd op de bestendiging van de bestaande clichés over deze mensen. Voorbeelden daarvan worden hieronder gegeven.
Het eerste beeld dat we van Albert en Paola in de serie hebben, is dat ze samen met vrienden - op vakantie in zonnigere oorden - een glas drinken terwijl Albert een mop verteld. De scène wordt gefilmd met Albert in close-up, die duidelijk al voorpret heeft omwille van zijn eigen plaisanterie. De camera glijdt naar Paola, die haar echtgenoot liefdevol, maar met een “daar-gaan-we-weer”-blik aankijkt. Even zien we de ‘vrienden’ van het toekomstige koningspaar, in blijde verwachting van de pointe. Dan zien we Albert (ook in close-up) schaterlachen eens de mop verteld is. Die mise en scène gaat terug op het algemene beeld van de zesde koning der Belgen als zijnde goedlachs en het is gebaseerd op een indruk die we krijgen wanneer we hem bij publieke gelegenheden zien. Hij heeft immers nooit nagelaten nu en dan een mop te vertellen.
Het eerste beeld van Laurent is ook al zo’n cliché, maar dan veel pijnlijker. Laurent is op een feestje en wanneer een knap meisje hem herkent en vraagt of hij prins Laurent is, antwoordt hij: “Nee. Ik ben zijn sexy tweelingbroer.” Dat bevestigt het beeld van Laurent als – en ik parafraseer de titels van enkele ‘smeuïge’ biografieën - “rebel met een reden” of “zondaar van Laken.” De ‘gebeurtenissen’ die in die scène uiteengezet worden, hebben evenwel nooit plaatsgevonden en ze dienen mijns inziens enkel om de bestaande clichés over Laurent te bestendigen. Allicht heeft de jongste koningszoon als ‘comic relief’ gediend, een mechanisme dat in vele fictieseries voorkomt. Laurent als aimabele deugniet dus, weliswaar met tragische elementen, die later in de serie aan bod komen.
Op soortgelijke manier worden eigenlijk alle personages aangepast aan het vrij oppervlakkige beeld dat van hen heerst in de media, vermoedelijk opdat het publiek hen goed zou herkennen. Wie gelooft nu ernstig dat wijlen Jean-Luc Dehaene echt openlijk onbeschoft durfde te zijn tegenover de koning, zoals hij dat in de serie soms is? Het boerse gedrag past wél bij het beeld van de ex-premier als no-nonsense figuur, maar hij gaf zelf aan dat hij nooit zo vrank zou durven zijn tegenover de vorst.[2]
De gebruikte filmtechnieken, die de filmische laag vormen, worden aan die bekende beelden aangepast. Zo ook bij het ‘marinefraudeproces’ van Laurent. Alles wordt aangepast aan de realiteit van de bewuste dag waarop Laurent moest getuigen in Hasselt, maar de camera kiest wel een close-upbeeld, dat vooral de tragiek van de tragikomische figuur Laurent moet benadrukken. Op de televisie zagen wij eertijds vooral beelden genomen van een beetje meer afstand. Hier zien we Laurents gepijnde gezicht, met rondom hem de flitsende camera’s.
De eedaflegging van de koning, in het Parlement, wordt nagespeeld en gefilmd vanuit juist dezelfde hoek als de echte – bekende - beelden. Lucas Van den Eynde beeft op dat moment, zoals we dat ook op de echte beelden van augustus 1993 konden zien. Dat beven bij hevige stress is het gevolg van de essentiële tremor, een veelvoorkomende aandoening, waar Albert aan lijdt.[3] Ook zijn toespraken worden op dezelfde wijze opgenomen: het zijn steeds de camerastandpunten die we kennen en Van den Eynde spreekt dan – zoals de echte Albert II – traag en bedachtzaam, terwijl hij in andere scenes een normaal spreektempo aanhoudt. Tijdens de toespraken gebruikt hij ook dezelfde tekst als Albert (in verschillende afleveringen). De setting is, op enkele kleine foutjes na (de verkeerde stropdas, e.d.), ook steeds hetzelfde als tijdens de toespraken op tv.
Wanneer in de eerste aflevering premier Dehaene de dood van Boudewijn aankondigt, maken de producenten een kleine ‘fout’, die aantoont hoe zeer ze willen dat de kijker de personages herkent. Dehaene droeg in het echt, bij die aankondiging, een donker pak, wit hemd en zwarte das, terwijl hij in de serie een rood hemd draagt. Dat lijkt een detail, maar het is relevant; in recentere interviews (men moet dat maar eens opzoeken in de online archieven van VTM en De Redactie) droeg Dehaene vaak bordeauxrode hemden met een das, terwijl hij in de jaren ’90 meestal lichtgekleurde hemden droeg, een meer aangepaste kledingdracht voor een premier. De producenten nemen dus het beeld dat wij, als 21ste eeuwse kijker, kennen van Dehaene, in plaats van het historisch correcte beeld. Dat doen ze volgens mij doelbewust, al heb ik daarvoor geen ontegensprekelijk bewijs.
In de reeks zijn ontegenzeggelijk feitelijke fouten geslopen. Zo beweerde oud-premier Dehaene steeds dat hij veel steun kreeg van koning Albert tijdens de Dutroux-periode,[4] terwijl in de serie wordt voorgehouden dat de vorst persoonlijk boos was op zijn eerste minister. We weten dat de koning “veel alerter” reageerde op de zaak-Dutroux dan zijn eerste minister – dat het naar de bevolking toe zelfs leek alsof hij de regering wel eens “een lesje zal leren” [5] – maar we weten niets over een welhaast kolerieke uitval naar Dehaene, zoals de serie dat lijkt te insinueren.
Wanneer men dan de symbolische laag bekijkt, kan het niet anders of de makers hebben geen groot ontzag voor – of überhaupt kennis over - het koningshuis. Dat hoeft ook niet, maar het maakt wel dat ze – bijna als riooljournalisten – vooral geïnteresseerd zijn in sappige scenes.
Heeft deze reeks maatschappelijke betekenis? Eigenlijk niet. Heeft ze enig historisch of pedagogisch belang? Ook hier is het antwoord voor mij eenduidig ‘neen’. Voor komende generaties historici kan de serie hooguit dienen om bepaalde aspecten van de beeldvorming rond het koningshuis te kunnen beschouwen.
Ik denk dat de makers gewoon het relaas van een getroebleerde familie wilden vertellen en dat de leden van ons koningshuis zich daar, in de ogen van de makers, het best toe leenden. Ik kan natuurlijk maar gissen naar de ware bedoelingen van mensen die pretenderen “binnen historische krijtlijnen” te werken en zich vervolgens niets daarvan aantrekken, met een draak van een serie als gevolg.
Tot slot wil ik nog een kort pleidooi houden voor wat meer terughoudendheid ten aanzien van de koninklijke familie. Als democraat mag je natuurlijk kritiek uiten op de grondwettelijke monarchie, maar het privéleven van de vorsten is, voor zover het niet direct een staatszaak betreft, toch iets persoonlijks. Men zou zich beter concentreren op des konings huidige en toekomstige politieke betekenis. Daarover zijn veel interessantere zaken te vertellen.
[1] Geciteerd in: DE WOLF (W.). ‘Niet vergeten dat Albert II een fictieserie is.’ In: De Redactie, 9/09/2013, http://www.deredactie.be/permalink/1.1724777
[2] Ibid.
[3] De Standaard, 28/01/2000.
[4] Interview met Bart Verhulst n.a.v. het overlijden van Dehaene. VRT, Journaal (Eén, 19u), 15/05/2014.
[5] VAN DEN WIJNGAERT (M.). Albert II. De biografie. Zijn leven, zijn betekenis. Gent, Borgerhoff en Lamberights, 2013, pp. 96 en 100.
Om te begrijpen waarover deze serie gaat, moeten we – eerder dan het geven van een algemeen biografisch overzicht van de hoofdfiguur Albert II – ingaan op de historiografische ontwikkelingen rond de recente geschiedenis van het koningshuis. Deze historiografische traditie heeft immers – waarschijnlijk - ook de makers geïnspireerd.
Literatuur over het koningshuis is grosso modo onder te brengen in twee grote categorieën: enerzijds is er “de politieke biografie”, en anderzijds bestaat er “het lichtere werk.”[1] Waar die eerste categorie aandacht heeft voor de politieke en historische betekenis van de monarchie, is de tweede veeleer gericht op de meer persoonlijke en emotionele kant van de zaak. In België heeft de geschiedenis van het koningshuis als historisch onderzoeksthema een eigen tijdschrift: twee keer per jaar verschijnt een nieuw exemplaar van het door de Vereniging Dynastie en Cultureel Erfgoed uitgegeven Museum Dynasticum.[2] De belangrijkste standaardwerken aangaande de geschiedenis van de monarchie, dat zijn er heel wat, worden in onze bibliografie op een rijtje gezet. Er bestaat dus een historisch-wetenschappelijke ‘traditie’ rond de geschiedenis van het koningshuis.
Over de koninklijke familie onder Albert II werden de afgelopen +/- 20 jaar tal van boeken, het ene al wat degelijker dan het andere, geschreven.[3] De meest volledige en tot vandaag beste levensschets van koning Albert II zelf werd ongetwijfeld vorig jaar verzorgd door Mark Van den Wijngaert (2013), die vooral ingaat op de politieke rol van de vorst. Hij schetst het beeld van een koning die tot 2007 een strikt grondwettelijk parcours volgde, maar die daarna – door toedoen van de politieke crisissen - vaak op de voorgrond moest treden en op die manier kwetsbaar was voor eventuele kritiek vanuit politieke en journalistieke hoek. Bij de formatie van 2010 moest de koning maar liefst vijf ‘tussenpersonen’ (‘preformateur’, ‘bemiddelaar’, ‘verduidelijker’, etc.) aanduiden vooraleer er een regering kon worden gevormd.[4]
De andere leden van de koninklijke familie waren de afgelopen jaren eveneens onderwerp van biografieën, al dan niet van bedenkelijke kwaliteit. Over koning Boudewijn, koningin Fabiola, koningin Paola, de prinsen Filip en Laurent alsook prinses Astrid verschenen er telkens monografieën, die in onze bibliografie aangehaald worden. We herhalen dat deze publicaties van zeer ongelijke kwaliteit zijn. Auteurs als Thierry Debels, Frédérique Deborsu, Jan Van den Berghe of Mario Danneels zijn niet steeds even nauwkeurig in hun bronnenkritiek, hetgeen een kritische en alerte houding ten aanzien van deze boeken noodzakelijk maakt. Het is duidelijk dat het doen en laten van leden van de koninklijke familie – en niet het minst van de koning zelf! – regelmatig het onderwerp vormt van een al dan niet wetenschappelijk werk.
De algemene vaststelling dat het zogeheten ‘colloque singulier’[5] de laatste jaren regelmatig met de voeten werd getreden, maakte de positie van de koning zo mogelijk nog delicater. Eén van de meest opmerkelijke voortvloeisels van die trend is een boek, waarin de vertrouwelijke koninklijke raadgevingen en opmerkingen tijdens de regeringscrisissen na 2007 duidelijk worden opgetekend uit de mond van (anonieme) toppolitici.[6] Nochtans is het niet geheel nieuw dat politici ‘hun mond voorbij praten’ in geruchtmakende boeken. Begin jaren ’90 was dat reeds voorgevallen, in een publicatie over koning Boudewijn.[7] In feite doen vele publicaties, al dan niet in grote mate, beroep op ‘exclusieve’ uitlatingen van mensen die ‘dicht bij’ de koninklijke familie staan.
Daarnaast zijn er de afgelopen decennia ook boeken gepubliceerd door ex-medewerkers van de koninklijke familie, waarin deze mensen een niet steeds positief (of geloofwaardig!) beeld schetsten van hun voormalige werkgevers.[8] We kunnen dus vaststellen dat we voor een groot deel met tendentieuze literatuur te maken hebben, die in vele gevallen met de nodige omzichtigheid moeten worden benaderd.
Om dit korte historiografisch overzicht af te sluiten, moeten we nog enkele woorden zeggen over de manier waarop de leden van het koningshuis in beeld worden gebracht op tv en in documentaire –of speelfilms. We zullen ons hier beperken tot een zeer summier en niet-exhaustief overzicht van uitzendingen waaraan de leden van de koninklijke familie meewerkten (wat documentaires betreft), aangezien verdere studie dienaangaande nodig zal zijn (stof voor de masterverhandeling van een aspirant-historicus?).
Natuurlijk geeft de koning reeds sinds de jaren ’60 jaarlijks een tv-toespraak met Kerst en sedert de jaren ’80 gebeurt dat ook aan de vooravond van de nationale feestdag.[9] Daarnaast zijn er gelegenheidstoespraken, waarvan de inhoud meestal openbaar gemaakt wordt.
Buiten deze ‘officiële’ paleismededelingen wordt het reilen en zeilen van de leden van het koningshuis op de Vlaamse en Franstalige televisie vertoond, in de vorm van wekelijkse programma’s als Royalty (VTM), Place Royale (RTL) en C’est du Belge (RTBf).[10] Opvallend is daarbij wel dat openbare omroep VRT geen eigen royaltymagazine heeft, in tegenstelling tot haar Franstalige tegenhanger RTBf. In de loop der jaren werden de leden van het koningshuis regelmatig gevolgd door camera’s in documentaires of interviews, die evenwel (meestal) erg nauwgezet werden en worden voorbereid ten paleize. Reeds in de jaren ’60 werden Albert en Paola in hun ‘dagdagelijkse’ bezigheden gefilmd en geïnterviewd, archieffragmenten die nog meermaals vertoond werden n.a.v. de troonsafstand van Albert II in 2013.
In de jaren ’70, ’80 en begin jaren ’90 werden ook Boudewijn en Fabiola sporadisch in hun verblijfplaatsen gefilmd, evenwel zonder interview. Een uitzondering daarop vormde een radiogesprek voor de BRT, dat koningin Fabiola in 1985 voerde met presentatrice Lutgard Simoens. De professionele werkzaamheden van Boudewijn werden ook wel eens in beeld gebracht, m.n. in de periode van de 60/40-feesten.[11]
De Koningsfilm (1996) was waarschijnlijk de eerste grootscheepse documentaire waarin het (professionele én persoonlijke) leven van het vorstenpaar, dan al Albert II en Paola, gedurende langere termijn gevolg werd door een tv-ploeg. Vanaf de jaren ‘90 werden Filip en Laurent wel eens geïnterviewd, waarbij deze laatste opviel doordat hij de media – buiten het Paleis om – wel eens binnenhaalde om te filmen en te praten. Hij heeft de laatste jaren de neiging vooral VTM-journalisten te beschuldigen van consequent negatieve berichtgeving over hem.[12] Dat resulteerde uiteindelijk, tot vandaag, in een haat-liefdeverhouding van de jongste zoon van Albert II met de media.
Er kwamen verder nog een aantal officiële programma’s met de royals, o.a. De Stem van de Koningin (2006), een portret van koningin Paola, waarin ze ook met vrienden praatte en op verplaatsing gevolgd werd. In 2013 was er bijzonder veel aandacht voor het koningshuis, vanwege de 20ste verjaardag van Alberts eedaflegging. Dat resulteerde o.a. in Onze Dochter heet Delphine, waarin de ex-minnares van Albert II haar erg emotionele – en volgens velen nogal ongemakkelijke en ongenuanceerde[13] – kant van de romance die ze met de zesde koning der Belgen beleefde uit de doeken deed.
De uitzending van Albert II is de eerste Belgische fictiereeks over het regerende vorstenhuis, maar het kadert dus binnen een bredere ‘traditie’ van tv-belangstelling voor de monarchie.
[1] DENECKERE (G.). Leopold I. De eerste koning van Europa. Antwerpen, De Bezige Bij, 2011, p. 20.
[2] Voor een overzicht van artikels verschenen voor 2012, zie: JANSSENS (G.) en PLASSCHAERT (J.). ‘Lijst van in Museum Dynasticum gepubliceerde artikelen en boekbesprekingen.’ In: VERENIGING DYNASTIE EN CULTUREEL ERFGOED, Tijdschrift Museum Dynasticum, http://www.musdyn.be/activiteiten/tijdschrift-museum-dynasticum.html
[3] We verwijzen opnieuw naar onze bibliografie.
[4] DE WINTER (L.) en DUMONT (P.). ‘Regeringsvorming in België: mission impossible.’ In: DEVOS (C.) (red.). België # 2014. Een politieke geschiedenis van morgen. Gent, Borgerhoff en Lamberigts, 2014, p. 248.
[5] Hieronder wordt de gewoonte verstaan, die dicteert dat men de kroon niet mag ontbloten, dat men m.a.w. de inhoud van een vertrouwelijk gesprek met de koning niet aan derden kenbaar mag maken.
[6]SAMYN (S.) en BUXANT (M.). Koning zonder land. De toekomst van de Belgische monarchie in woelige tijden. Amsterdam / Antwerpen, De Bezige Bij, 2011.
[7] ILEGEMS (D.) en WILLEMS (J.). De kroon ontbloot. Over de macht van Boudewijn. Leuven, Kritak, 1991.
[8] Zie met betrekking tot de regeerperiode van Albert II bijvoorbeeld: VAESEN (N.). Een prinselijk proces. De Coburgers, het koningskind en hun kolonel. S.l., SEA-N PUBLISHING, 2007 ; VAESEN (N.). De kroon ontbloot. S.l., SEA-N PUBLISHING, 2008 en VAN GORP en HAMERLIJNCK, op.cit.
[9] De toespraken van koning Boudewijn werden nagenoeg allemaal verzameld in: NEELS (V.) (red.). Wij, Boudewijn, Koning der Belgen. Een politiek, sociaal en moreel testament van een nobel vorst. Gent, Eurodef, 1996 (2 dln.). Een inhoudsanalyse van Boudewijns toespraken wordt gegeven in: BUCKINCKX (H.). 40 jaar koninklijke toespraken door koning Boudewijn (1952-1992). Een inhoudsanalytisch onderzoek. Brussel, VUB (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1992 ; BUCKINCKX (H.). Ruim 40 jaar koninklijke toespraken door koning Boudewijn. Antwerpen / Rotterdam, De Vries – Brouwers, 1994. Dezelfde auteur publiceerde haar resultaten verder in: KONINCKX en LEFEVRE, op.cit. Recentere toespraken kunnen teruggevonden worden op: http://www.monarchie.be/nl
[10] C’est du Belge handelt niet exclusief over koninklijk nieuws. Berichtgeving over het Belgische en – in mindere mate – buitenlandse vorstenhuizen maakt wel een aanzienlijk deel uit van het programma. Voor het overige focussen de uitzendingen voornamelijk op onderwerpen aangaande ‘typisch’ Belgische producten en diensten.
[11] Dit verwijst naar feestelijkheden n.a.v. de zestigste verjaardag van koning Boudewijn en de veertigste verjaardag van zijn troonsbestijging in de periode 1990-1991.
[12] Die ‘vete’ wordt duidelijk aangehaald in: DANNEELS (M.). Laurent. Zondaar van Laken. Leuven, Van Halewyck, 2012 en DEBELS (T.). Prins Laurent. Rebel met een reden. Antwerpen, Houtekiet, 2012.
[13] DE COCK (C.). ‘Onze dochter heet Delphine’ [Recensie]. In: De Standaard, 4/09/2013.
1. Algemene werken en referentiewerken aangaande de Belgische monarchie
* Voor een overzicht van artikels verschenen in Museum Dynasticum voor 2012, zie: JANSSENS (G.) en PLASSCHAERT (J.). ‘Lijst van in Museum Dynasticum gepubliceerde artikelen en boekbesprekingen.’ In: VERENIGING DYNASTIE EN CULTUREEL ERFGOED, Tijdschrift Museum Dynasticum, http://www.musdyn.be/activiteiten/tijdschrift-museum-dynasticum.html
In alfabetische volgorde
ARONSON (T.). De Coburgs van België. Antwerpen, Diogenes, 1970.
DEBOOSERE (S.), VAN ALBOOM (R.). en VAN DEN WIJNGAERT (M.). Monarchie & macht. België & zijn koningen. Brussel, BRTN, 1992.
FUSELIER (R.). Les monarchies parlementaires. Etude sur les systèmes de gouvernement (Suède, Norvège, Danemark, Belgique, Pays-Bas, Luxembourg. Parijs, Editions ouvrières, 1960.
JANSSENS (G.). ‘Hoofdstuk 9 – Het Staatshoofd.’ In: VAN DEN EECKHOUT (P.) en VANTHEMSCHE (G.). Bronnen voor de studie van het hedendaagse België, 19e-20e eeuw. Brussel, Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2009.
KONINCKX (C.). Tout savoir sur le roi en Belgique. Brussel, Kluwer, 2000.
KONINCKX (C.). De koning in België. Het instituut, de functie, de persoon. Tielt/Leuven, LannooCampus, 2014 (Te verschijnen in juni 2014).
MOLITOR (A.). La fonction royale en Belgique. Brussel, CRISP, 1979 (Het werk werd, bij dezelfde uitgeverij, opnieuw uitgegeven in 1994).
MONETTE (P.-Y.). Beroep: koning der Belgen. Familie, entourage, macht. Van A tot Z. Leuven, Van Halewyck, 2003.
NOTERMAN (J. A. M.). La république du roi. Une photographie de la monarchie belge aujourd’hui. Brussel, J. M. Colette, 1999.
RIMANQUE (K.). ‘Het optreden van de koning der Belgen, in het bijzonder tijdens regeringscrisissen.’ In: Res Publica, 1991.
SENELLE (R.), CLEMENT (M.) en VAN DE VELDE (E.). Handboek voor de koning. Tielt, Lannoo, 2004.
STENGERS (J.). ‘Evolution historique de la royauté en Belgique: modèle ou imitation de l’évolution européenne.’ In: Res Publica, 1991.
STENGERS (J.). De koningen der Belgen. Van Leopold I tot Albert II. -Leuven, Davidsfonds, 1997 (Dit boek is de bijgewerkte versie van een in 1992 verschenen werk).
VAN DEN WIJNGAERT (M.), BEULLENS (L.) en BRANDTS (D.). België en zijn koningen. Monarchie en macht. Antwerpen, Houtekiet, 2000
VAN DEN WIJNGAERT (M.). België en zijn koningen. Van macht naar invloed. Antwerpen, Standaard, 2008.
VAN GOETHEM (H.). De monarchie en ‘het einde van België’. Een communautaire geschiedenis van Leopold I tot Albert II. Tielt, Lannoo, 2008.
VAN YPERSELE DE STRIHOU (A.) (et al.). “Wij, koningen der Belgen…” 150 jaar grondwettelijke monarchie. Brussel, Gemeentekrediet, 1981.
VISKER (R.). ‘Ontregeling van de democratie? Over de plaats van de koning en de zorg voor het politieke.’ In: Onze Alma Mater, 1990.
WELLENS (R.) en WYNANTS (M.) (et al.). België en zijn koningen. Dossier bij de gelijknamige tentoonstelling in het Algemeen Rijksarchief. Brussel, Algemeen Rijksarchief, 1990.
2. Werken over koning Boudewijn, zijn regeerperiode (1950/1951-1993), en koningin Fabiola
In chronologische volgorde
VAN BEVEREN (C.). Koning Boudewijn. Averbode, Goede Pers, s.d.
N.N. Le voyage du roi au Congo. S.l., Editions des Artistes, 1955.
CAUVIN (A.). Bwana Kitoko. Un livre réalisé au cours du voyage du roi Baudouin au Congo et dans le Ruanda-Urundi. Parijs, Elsevier, 1956.
N.N. Baudouin Ier. Brusssel, La Seminaire du Livre, 1960.
N.N. Le livre d’Or de Baudouin et Fabiola, Roi et Reine des Belges. Brussel, 1960.
DELMARCELLE (R.). Baudouin roi des Belges. S.l., De Meyer, 1960.
HENRY (B.). Z. M. Koning Boudewijn en H. M. Koningin Fabiola. Antwerpen, Zuid-Nederlandse Uitgeverij, s.d. [1960 / 1961].
MARTIN (M. – M.). Baudouin Ier et la Belgique. Parijs, Flammarion, 1964.
LUYKX (T.) (red.). Koninklijke toespraken. Keuze uit de toespraken van Z. M. koning Boudewijn. Brussel, Labor, 1973.
BARTIER (J.). Messages royaux. Un choix de messages de S. M. le Roi Baudouin. Brussel, Labor, 1973.
FRADEN (D.). Baudouin. L’education d’un roi. Strombeek – Bever, Le Scorpion, 1975.
POLET (D.). Boudewijn. Koning in dienst van het volk. Brussel, Edition des Archers, 1976.
VERLEYEN (F.) en STRUYE (J.). ‘Hoe werkt de koning?’ In: Knack, 30/06/1976.
VAN DEN BERGHE (J.). O, dierbaar België… Roman van een koning. Antwerpen / Amsterdam, Helios, 1981.
GERARD (J.) en GERARD (H.) (red.). Pas de Belgique sans Baudouin I. Brussel, J. M. Collet, 1985.
DE CLERCK (L.), DEMEESTER (L.) en LANNOO (G.). Sire. Een jaar uit het leven van de Belgische koninklijke familie. Tielt, Lannoo, 1985.
N.N. Koning Boudewijn. 35 jaar dialoog met de natie. Een keuze uit de koninklijke toespraken van 1951 tot 1986. Tielt, Lannoo, 1986.
GERARD (J.). Fabiola. Portrait d’une reine. Brussel, J.M. Collet, 1988.
WYVEKENS (P.). Het boek van koning Boudewijn / Le livre du roi Baudouin / Das Buch vom König Baudouin 1930 – 1950 – 1990. Brussel, Didier Hatier, 1989.
ALLAER (E.). Touche pas à mon roi! Brussel, Didier Hatier, 1990.
ANTHIERENS (J.) (red.). Brief aan een postzegel. Kritisch koningsboek. Leuven, Kritak, 1990.
VAN HAECKE (F.) (red.). Een tijdsbeeld 1951-1991. Tentoonstelling ter gelegenheid van de zestigste verjaardag en het veertigjarig koningschap van Zijne Majesteit koning Boudewijn. Brussel, Paleis voor Schone Kunsten, 1991.
ILEGEMS (D.) en WILLEMS (J.). De kroon ontbloot. Over de macht van Boudewijn. Leuven, Kritak, 1991.
BUCKINCKX (H.). 40 jaar koninklijke toespraken door koning Boudewijn (1952-1992). Een inhoudsanalytisch onderzoek. Brussel, VUB (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1992.
GERARD (J.). Baudouin Ier. 1930 1993. Brussel, J. M. Collet, 1993.
ANTHIERENS (J.). Tricolore tranen. Boudewijn en het augustusverdriet. Berchem, Epo, 1993.
BOUVEROUX (J.). Koning Boudewijn. Macht en invloed van de monarchie in België. Antwerpen, Standaard, 1993.
DE LENTDECKER (L.). Boudewijn. Het leven van een vorst. 1930-1993. Tielt, Lannoo, 1993 (Dit is een licht aangepaste versie van een in 1991 verschenen boek).
STEPHANY (P.). Baudouin. La vie d’un roi. 1930-1993. Louvain-La-Neuve, Duculot, 1993 (Dit is een licht aangepaste versie van een in 1991 verschenen boek).
LITS (M.) (red.). Le roi est mort. Emotions et médias. Brussel, Vie ouvrière, 1993.
JANSSENS (R.). Berichtgeving over Koning Boudewijn in de Belgische dagbladpers : een inhoudsanalyse van de berichtgeving in de jaren '90. Leuven, KULeuven (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1993.
DE LOBKOWICZ (S.). Baudouin. Biographie. Brussel, J. M. Collet, 1994.
COPS (L.). Albert en Boudewijn. Zutendaal, Vaillant – Carmanne, 1994.
BUCKINCKX (H.). Ruim 40 jaar koninklijke toespraken door koning Boudewijn. Antwerpen / Rotterdam, De Vries – Brouwers, 1994.
SUENENS (L.). Boudewijn. Het getuigenis van een leven. Ertvelde, Fiat, 1995.
WAUTERS (C.). Berichtgeving na het overlijden van koning Boudewijn: vergelijking tussen BRTN -en RTBF-nieuwsuitzendingen. Een inhoudsanalyse. Brussel, VUB (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1995.
VANHOVE (C.). Berichtgeving over het overlijden en de begrafenis van Koning Boudewijn I : een inhoudsanalyse van de nederlandstalige dagbladartikels. Leuven, KULeuven (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1995.
NEGELS (N.). Het overlijden van koning Boudewijn in de Belgische dagbladpers. Het beeld van invloedsprocessen tussen meerderheid en minderheid, een inhoudsanalyse van zes Belgische kranten. Brussel, VUB (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 1996.
SEGUY (P.) en MICHELLAND (A.). Fabiola. Koningin in het wit. Leuven, Hadewijch, 1996.
NEELS (V.) (red.). Wij, Boudewijn, Koning der Belgen. Een politiek, sociaal en moreel testament van een nobel vorst. Gent, Eurodef, 1996 (2 dln.).
PUTMAN (J.). In dienst van koning Boudewijn. Merendree, Sintjoris, 1997.
KONINCKX (C.) en LEFEVRE (P.) (red.). Boudewijn. Een koning en zijn tijd. Tielt, Lannoo, 1998 .
PLATEL (M.). Boudewijn. 50 jaar geschiedenis. Leuven, Davidsfonds, 1998.
STEPHANY (P.) (et al.). Baudouin. 50 ans d’histoire. Doornik, La Renaissance du Livre, 1998.
LIEBAERS (H.). Boudewijn in spiegelbeeld. Getuigenis van een grootmaarchalk. Leuven, Van Halewyck, 1998.
ETAMBALA (Z. A.). Congo 55 / 65. Van koning Boudewijn tot president Mobutu. Tielt, Lannoo, 1999.
VAN EYGEN (L.). Boudewijn en de monarchie in de Belgische pers. De naweeën van de Koningskwestie (1950-1954). Leuven, KULeuven (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 2000.
FRALON (J.-A.). Baudouin. L’homme qui ne voulait pas être roi. Parijs, Fayard, 2001.
DE VALKENEER (C.). De cour à jardin. 30 ans au Palais royal. Brussel, Racine, 2002.
TIELEMANS (H.). Koning Boudewijn en Congo (1950-1960). De Congopolitiek van het Belgische hof de laatste tien jaar voor de onafhankelijkheid. Leuven, KULeuven (onuitgegeven licentiaatsverhandeling), 2004.
MASUY (C.). Boudewijn. Een koning voor België. Leuven, Van Halewyck, 2008.
DE JONGE (R.). Koningin Fabiola: vrome vorstin in een vluchtige wereld. Antwerpen, Standaard, 2008.
BALFOORT (B.) en DE VOOGT (J.). Fabiola. Een meisje van 80. Leuven, Van Halewyck, 2008.
DUJARDIN (V.). ‘Boudewijn.’ In: Nationaal Biografisch Woordenboek. Brussel, Paleis der Academiën, 2009, dl. 19.
DEBELS (T.). Koning Boudewijn. Een biografie. Antwerpen, Houtekiet, 2010.
URBIOLA (F. J.). Fabiola. Een geboren koningin. Antwerpen, Houtkiet, 2011.
VAN GORP (P.) en HAMERLIJNCK (E.). De tuinman & de koning. Het domein van Laken en zijn bewoners. Antwerpen, Standaard, 2012.
GOEMAN (L.). Van België en Oranje-Nassau: een dubbelportret. Historische persanalyse van Boudewijn en Juliana. Leuven, KULeuven (onuitgegeven masterproef), 2012.
VAN DEN WIJNGAERT (M.) (et al.). Boudewijn. Naar het hart van de koning. Gent, Borgerhoff & Lamberigts, 2013.
BOTTE (T.) (red.). Herinneringen aan Boudewijn. Antwerpen, Lido, 2013.
3. Werken over koning Albert II, zijn regeerperiode (1993-2013), en koningin Paola
In chronologische volgorde
VERWERFT (G.). Paola en Albert. Een prinselijk paar. Kapellen, Helios, 1983.
GERARD (J.). Albert II et sa famille. Brussel, J.-M. Collet, 1993.
NEUCKERMANS (L.) en VAN DEN DRIESSCHE (P.). Albert II. Koning na Boudewijn. Leuven, Van Halewyck, 1995.
N.N. Koningin Paola 60 jaar. Prinses, moeder, koningin. S.l., Story, 1997.
DEMULLIER (L.). Twee koningen. Vijf jaar na Boudewijn. Gent, Scoop, 1998.
DANNEELS (M.). Paola. Van dolce vita tot koningin. Leuven, Van Halewyck, 1999. POLSPOEL (G.) en VAN DEN DRIESSCHE (P.). Koning en onderkoning. Over de invloed van het hof en de macht van Jacques van Ypersele de Strihou. Leuven, Van Halewyck, 2001.
POLET (O.). Albert et Paola. Brussel, Polet, 2001.
PLATEL (M.). De Belgen en hun eigenzinnige koning. Antwerpen, Houtekiet, 2002.
LAPORTE (C.). Albert II. De biografie. Tielt, Lannoo, 2003.
BALFOORT (B.), LEYTS (B.) en VAN DEN DRIESSCHE (P.). Albert II. 10 jaar koning. Leuven, Van Halewyck, 2003.
WEBER (P.) en VAN DAELE (H.). Albert II. Vorst, vader en grootvader. Tielt, Lannoo, 2004.
SCHELFHOUT (C.-E.). Albert van België. Gangmaker van de Belgische export. 1960-1993. Brussel, La Dyle, 2004.
VAN DEN BERGHE (J.). De schaduw van de kroon. Mythes, schandalen en verhalen rond het Belgisch koningshuis. Antwerpen, Manteau, 2006.
LEROY (V.). Chroniques du règne d’Albert II. Soignies, Ed. Azimuth, 2006.
MASUY (C.). Paola. Koningin der Belgen. Leuven, Van Halewyck, 2007.
BOËL (D.). De navelstreng doorknippen. S.l., Wever en Bergh / Linda en Guy Pieters, 2008.
LEROY (V.). Les 70 ans de la reine Paola. S.l., Imprimages, 2008.
FONTENIER (L.). Albert II. 15 jaar koning. Leuven, Van Halewyck, 2008.
PAUWELS (K.). 50 jaar Albert en Paola. Gent, Borgerhoff en Lamberigts, 2009.
DANNEELS (M.). Dolce Paola. Een koninklijk stijlicoon. S.l., Lido, 2011.
SAMYN (S.) en BUXANT (M.). Koning zonder land. De toekomst van de Belgische monarchie in woelige tijden. Amsterdam / Antwerpen, De Bezige Bij, 2011.
POLET (O.). Albert II intime. Brussel, Polet, 2012.
LEROY (V.). Les 75 ans de la reine Paola. S.l., Imprimages, 2012.
BALFOORT (B.), MADDENS (B.) en MATTHIJS (H.) (et al.). Zijn we de koning te rijk? Leuven, Davidsfonds, 2013.
GOENS (E.). Onze dochter heet Delphine. Antwerpen, Drie, 2013.
DEBORSU (F.). Koningskwesties. Waarom de leden van de koninklijke familie zijn wie ze zijn en doen wat ze doen. Brussel, La Renaissance du Livre, 2013.
DEBELS (T.). Kroongeheimen. Waarheid en leugens over het Belgisch koningshuis. Antwerpen, Manteau, 2013.
VAN DEN WIJNGAERT (M.). Albert II. De biografie. Zijn leven, zijn betekenis. Gent, Borgerhoff en Lamberights, 2013.
WEBER (P.). Albert II. De man achter de koning. Tielt, Lannoo, 2013.
WELLENS (E.). Albert II. De vorst met de glimlach. Antwerpen, Manteau/Het Laatste Nieuws, 2013 (Dit is de bijgewerkte versie van een gelijknamig boek van Wellens uit 2009).
LEROY (V.). Le règne d’Albert II. S.l., Imprimages, 2013.
4. Werken over koning Filip, zijn regeerperiode (2013-2014), en koningin Mathilde
In chronologische volgorde
ADRIAENS (M.). Van U, prins, geen kwaad. Leuven, Hadewijch, 1990.
WYVEKENS (P.). Filip van België. Beeld van een toekomstige koning. Brussel, Didier Hatier, 1992.
BASTIAENSEN (J.). Prins Filip en prinses Mathilde. Twee families met geschiedenis. Leuven, Van Halewyck, 1999.
POLET (O.) en LEROY (M.). Filip, Mathilde, Elisabeth en Gabriël. S.l., Polet, 2005.
LEYTS (B.), BALFOORT (B.) en VAN DEN WIJNGAERT (M.). Kroonprins Filip. Antwerpen, Houtekiet, 2007.
BAMMENS (A.). Mathilde. Prinses der harten. Antwerpen, Manteau, 2008.
VAN DEN BERGHE (J.) en LEMPEREUR (V.). Mathilde & Co. De familie d’Ambras. Antwerpen, Lampedaire, 2009.
POLET (O.). 10 jaar Filip en Mathilde. S.l., Polet, 2009.
WELLENS (E.). Prins Filip. Koning op wacht. Antwerpen, Manteau, 2010.
BALFOORT (B.). Prinses Mathilde. De eerste veertig jaren. Antwerpen, Houtekiet, 2012.
LEYTS (B.), BALFOORT (B.) en VAN DEN WIJNGAERT (M.). Koning Filip. De biografie. Antwerpen, Houtekiet, 2013.
DEBELS (T.). Filip I. Zoon van Boudewijn. Zutphen, Walburg Pers, 2013.
5. Werken over prins Laurent, prinses Claire, prinses Astrid en prins Lorenz
In chronologische volgorde
VAN BELGIË (L.) (et al.). De hond als gids in de kunst en in de stad. Leuven, Gemeentekrediet, 1996
VANHAEREN (J.). Laurent. Prins op overschot. Antwerpen, Standaard, 2003.
VAESEN (N.). Een prinselijk proces. De Coburgers, het koningskind en hun kolonel. S.l., SEA-N PUBLISHING, 2007.
VAESEN (N.). De kroon ontbloot. S.l., SEA-N PUBLISHING, 2008.
LEROY (V.). Le prince Laurent et la princesse Claire. S.l., Imprimages, 2009.
LEROY (V.). La Princesse Astrid de Belgique. S.l., Imprimages, 2011.
DANNEELS (M.). Laurent. Zondaar van Laken. Leuven, Van Halewyck, 2012.
DEBELS (T.). Prins Laurent. Rebel met een reden. Antwerpen, Houtekiet, 2012.
6. Kranten –en weekbladartikels en internetbronnen over de serie ‘Albert II’
COBRA, Fictiereeks ‘Albert II’ niet zonder kritiek, http://www.cobra.be/cm/cobra/film/1.1685230
De Morgen, 9/09/2013.
De Standaard, 9/09/2013.
DE WOLF (W.). ‘Niet vergeten dat Albert II een fictieserie is.’ In: De Redactie, 9/09/2013, http://www.deredactie.be/permalink/1.1724777
Focus Knack, Nieuwe Eén-fictiereeks met Lucas Van den Eynde als koning Albert II, http://focus.knack.be/entertainment/tv/tv-nieuws/nieuwe-een-fictiereeks-met-lucas-van-den-eynde-als-koning-albert-ii/article-4000255067214.htm
Focus Knack, 9/09/2013, http://focus.knack.be/entertainment/tv/testbeeld/recensie-albert-ii-ware-ramp/article-4000394512044.htm
Het Nieuwsblad, 9/09/2013.
Het Nieuwsblad, 10/09/2013.
Humo, 9/09/2013, http://www.humo.be/tv-reviews/255231/tv-review-albert-ii-op-een
TV-VISIE, ‘Albert II’: nieuwe prestigieuze fictiereeks op Eén, http://www.tv-visie.be/nieuws/belgie/albert-ii-nieuwe-prestigieuze-fictiereeks-op-een_60661/
VRT, Voorstelling cast Albert II, http://www.vrt.be/nieuws/2013/04/voorstelling-cast-albert-ii
VRT, Vragen over fictiereeks ‘Albert II’, http://www.vrt.be/faq/vragen-over-fictiereeks-albert-ii-het-algemeen?print=1
Om de gerelateerde filmfragmenten te kunnen bekijken, dient u zich eerst aan te melden. U kan inloggen via de link onderaan deze pagina.