Drie alumni over hun opleiding publieksgeschiedenis in het buitenland

Gepubliceerd op 27-02-2018, laatst bijgewerkt op 02-10-2021.
Taal
Trefwoorden (blogbericht, project)
Feb 27
17:30

Interesse in publieksgeschiedenis en benieuwd naar gespecialiseerde masteropleidingen in het buitenland? Drie alumni van de UGent waagden al de sprong! Lees wat Lena Maes (Universiteit van Amsterdam, NL), Emma Verschraegen (Universiteit Maastricht, NL) en Tamar Cachet (University of Western Ontario, CA) over hun opleiding te vertellen hebben en ontdek of het ook iets voor jou zou zijn.

Wil je zelf de sprong wagen en zit je met vragen? Contacteer dan zeker je lesgevers en onderwijsbegeleiders publieksgeschiedenis. Ze helpen je met veel plezier op weg!

Lena Maes (Universiteit van Amsterdam, NL)

In 2016 behaalde ik mijn master Geschiedenis aan de Universiteit Gent. In mijn masterjaar werd ik door de combinatie van een onderzoeksseminarie, een stage aan het Instituut voor Publieksgeschiedenis (IPG) en vrijwilligerswerk bij de tentoonstelling Post Mortem. Vesalius tussen kunst en wetenschap ondergedompeld in de wereld van de publieksgeschiedenis. Ik kreeg de smaak te pakken en wilde mij verder verdiepen in de verschillende publieke domeinen waarin geschiedenis en/of historici optreden. De keuze om een tweede master in Publieksgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam te volgen, was snel gemaakt. Binnenkort kan ik mezelf dan ook Publiekshistorica noemen.

Studenten aan het woord

Tijdens de opleiding in Amsterdam leerde ik de skills van een academische historicus te combineren met vaardigheden die mij in staat stellen historisch onderzoek toegankelijk te maken voor een niet-academische omgeving. Al bij de start van het academiejaar werd het verschil met de colleges in Gent duidelijk. Niet de docent, maar wel de studenten waren steeds aan het woord. Alles draaide rond klassikale discussies en participatie. Dat betekende dat ik niet alleen artikels moest lezen en discussiepunten moest voorbereiden, maar ook mijn standpunten leerde verdedigen tegenover al mijn - hoe kan het ook anders – directe, volmondige Nederlandse medestudenten. Bovendien hield elke student een portfolio bij. In mijn geval was dat een blog waarin ik ervaringen en ideeën over tentoonstellingen, artikels en opiniestukken, films en boeken en interessante thema’s uit de colleges bijhield. Mijn blog was als het ware een dagboek van een publiekshistorica in wording.

Praktische insteek

De praktische insteek van de opleiding werd duidelijk na de eerste zes weken van de opleiding. In kleine groepen ontwikkelden we een vrijwilligersbeleid voor het Zaans Museum, maakten we een (mini) documentaire over Amsterdam in de jaren 50 en namen we een educatieve podcast op over vrouwen in de geschiedenis. Al deze opdrachten vroegen een grote inzet. Ik werd telkens voor nieuwe uitdagingen gesteld, maar besefte des te meer dat ik écht een vakgebied leerde kennen waarin ik verder wilde gaan.

Werkervaring

Dat bleek toen ik na zes maanden stage bij Studio Louter werd aangenomen als Content Producer. Studio Louter is gespecialiseerd in storylines, film en interactie voor communicatieve ruimtes. De studio verzorgt zowel tentoonstellingen, als kleine multimediale toepassingen en interactives. Als content producer schrijf ik spelteksten, tentoonstellingsteksten, voice-overs en scenario’s voor producties die de studio maakt. Mijn werk bij Studio Louter combineer ik met het afronden van een scriptie over de verhouding tussen beleving en authenticiteit in stadsmusea, m.n. het Amsterdam Museum, het Museum Rotterdam en het STAM in Gent. Ik kon mijn werkervaring goed gebruiken tijdens mijn onderzoek en had door de keuze van het STAM als casestudy een geldige excuus af en toe naar het mooie Gent terug te keren.

Hoewel het schrijven van een scriptie zwoegen is, vind ik het jammer dat de Master bijna voorbij is. Ik ben nog steeds ontzettend blij met de keuze mij op publieksgeschiedenis te smijten. Ik deed relevante publiekshistorische werkervaring op die mijn visie over hoe geschiedenis over te brengen naar een publiek verder vormgeeft. Maar ik groeide ook op persoonlijk vlak. Door ondergedompeld te worden in de Nederlandse cultuur, leerde ik openlijk discussiëren en assertief te zijn. Wonen en studeren in een ander land is een uitdaging – ook al is het maar bij onze Noorderburen. Ik ben me ervan bewust dat het een unieke en waardevolle ervaring is, die mij nog heel lang zal bijblijven.

Emma Verschraegen (Universiteit Maastricht, NL)

Vorig jaar afgestudeerd als historica en dit jaar een masteropleiding Arts & heritage in Maastricht, ik kan niet ontkennen dat ik de publieksgeschiedenis-smaak te pakken heb. Het onderzoeksseminarie publieksgeschiedenis, de stage en een thesis met publiekshistorisch thema die de focus legde op mondelinge geschiedenis, waren mijn eerste stappen om de rol van geschiedenis in de samenleving te bekijken. Ik wilde dan ook een gespecialiseerde opleiding buiten mijn comfortzone, met veel praktijkervaring en nieuwe visies.

Problem based learning

Mijn opleiding in Maastricht focust op kunst, cultuur en erfgoed met specialisaties in de domeinen beleid, management en educatie. Het is dan ook deels een uitdieping en deels een verbreding van een aantal aspecten die in publieksgeschiedenis al naar boven kwamen. De universiteit Maastricht werkt vanuit het ‘problem based learning’ principe, waarbij de nadruk ligt op het oplossen van een probleem met een open einde. Er wordt met andere woorden wel naar een antwoord gezocht, maar het is voornamelijk de bedoeling bepaalde skills te ontwikkelen, zelfstandig te leren nadenken, samen te werken en met elkaar te communiceren. Dat betekent ook: op voorhand artikels lezen, veel zelfstandig werk, in kleine tutorialgroepen aan de slag gaan met de leerstof en veel antwoorden in de les. Er wordt actieve participatie verwacht, (ook in een groep van vijftig met meer dan twintig nationaliteiten!), een methode die ik niet gewoon was in Gent en waar ik toch wel aan moest wennen…

Praktijk

Naast theorie wordt sterk gefocust op de praktijk. Elke theoretische invalshoek wordt gekoppeld aan concrete voorbeelden uit de kunst, cultuur- of erfgoedwereld. Zo bezochten we verschillende culturele instellingen in Berlijn en Amsterdam. Ook maakte ik al een kleinschalige cultuurbeleidsanalyse en een marketingstrategie voor een museum, twee dingen die mij op voorhand totaal vreemd waren. Gelukkig had ik wel al ervaring in het schrijven van een academische paper, in mijn geval over publieksparticipatie in musea.

Arts & audiences

In de derde periode (oh ja, hier wordt gewerkt met zeswekelijkse evaluaties) kies je voor een bepaalde specialisatie. Ikzelf koos voor ‘arts & audiences’ omdat ik hiermee nog niet eerder in aanraking kwam. Dit wordt dan gekoppeld aan een stage of een meer theoretisch gerichte thesis.

Hoewel het voor mij erg wennen is om een jaar voornamelijk op mezelf aangewezen te zijn, heb ik nog geen moment spijt gehad van mijn keuze. Publieksgeschiedenis in Gent heeft mij de goesting gegeven om mij meer in de kunst- cultuur en erfgoedwereld te verdiepen. De casussen en theorie die ik leerde, kan ik nog steeds gebruiken en worden nog verder uitgediept. Ik weet ook steeds beter welke richting ik uit wil, en dat zorgt voor een enorme drive!

Tamar Cachet (University of Western Ontario, CA)

Tijdens mijn masteropleiding geschiedenis aan de UGent (2013-2014), liep ik stage als assistent-curator voor de tentoonstelling Shooting Range (FoMu, Antwerpen) over fotografie tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deze ervaring wakkerde mijn passie voor publieksgeschiedenis aan en bracht me tot in Canada, waar ik de eenjarige masteropleiding Public History aan de University of Western Ontario heb gevolgd. Ik koos voor deze opleiding om verschillende redenen en heb er – intussen bijna drie jaar later – nog geen moment spijt van gehad!

Noord-Amerika en publieksgeschiedenis

Publieksgeschiedenis als discipline kwam tot stand in Noord-Amerika. Bijgevolg bestaan gespecialiseerde opleidingen er al veel langer dan bij ons in Europa. Zo bestaat de opleiding aan Western al sinds 1988 en die jarenlange ervaring garandeert toch wel een zekere kwaliteit.

Experiential learning

We bleven dus écht niet binnen de klasmuren. In de zomer liepen we ook nog eens twaalf weken fulltime stage. Ik trok naar Toronto, waar ik bij het productiehuis Yap Films meewerkte aan een historische documentaire over de belevenissen van vijf bevriende Canadese 'snipers' tijdens WOII. En je naam op de aftiteling van een echte film zien verschijnen, betekent dat je op weg bent om een echte publiekshistorica te worden! Een tweede en ook de belangrijkste reden voor mijn keuze is Westerns focus op 'experiential learning'. Studenten volgen er niet alleen theoretische lessen, maar ontwikkelen hun kennis en vaardigheden via 'collaborative community projects'. Elk project staat met de voeten in de echte wereld, meteen ook handig om je cv mee te spijzen! Zo werkte ik mee aan een twitter account dat via historische krantenkoppen van de lokale krant The London Free Press de impact van WOI op de lokale gemeenschap in kaart bracht. Ik stelde ook een 'Heritage Designation' rapport op over een woonhuis in London, Ont. Mijn aanbevelingen over de erfgoedwaarde van het pand presenteerde ik voor de erfgoeddienst van de stad. Ons meest uitdagende project was het zelf uitgeven van een publieksboek boordevol brieven van twee jonge Canadese broers aan hun familie tijdens hun dienst als officieren aan het overzeese front tijdens WOI. Met een team van 14 studenten transcribeerden we alle brieven, maakten we een selectie, gaven we het corpus vorm, schreven we contextuele publieksteksten en verzorgden we de lay-out. Ons boek verscheen in lokale boekhandels en op Amazon en won zelfs de Lieutenant Governor’s Ontario Heritage Award for Excellence in Conservation.

De hele opleiding lang werden we bovendien gestimuleerd om als publiekshistorici in spe in contact te treden met het publiek. We hielden het hele jaar een blog bij, we moesten regelmatig projecten presenteren, en we werden aangespoord om te netwerken en deel te nemen aan (internationale) conferenties. Het bracht me tot in Nashville, Tennessee, waar ik een poster presenteerde tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de National Council on Public History (NCPH), de belangrijkste federatie voor publieksgeschiedenis in Noord-Amerika.

Persoonlijke begeleiding

Nog een laatste pluspunt is dat deze opleiding een maximum van 12 studenten toelaat. Je kan dus rekenen op een erg persoonlijke begeleiding. De lesgevers leren je echt kennen en houden rekening met je eigen interesses, sterktes en zwaktes waardoor je het meeste uit de opleiding kan halen.

Natuurlijk koos ik ook voor de opleiding aan Western omdat het gewoonweg een ongelofelijk avontuur is! Studeren in een verafgelegen land als Canada betekent buiten je comfortzone treden… en dat heeft mij alleen maar leerrijke en vooral fantastische ervaringen opgeleverd! Intussen heb ik al aan meerdere publiekshistorische projecten in België gewerkt en blijf ik ervan overtuigd mijn buitenlandse ervaring méér dan een pluspunt is.