Over de buren van Vooruit

Gepubliceerd op 24-09-2016, laatst bijgewerkt op 02-10-2021.
Taal
Trefwoorden (blogbericht, project)
Sep 24
10:30

Door: Laura Nys

De buren van Vooruit

Op een boogscheut van de lokalen van de vakgroep geschiedenis ligt de befaamde ‘Vooruit’: wervelend kunstencentrum, café én vaste stek voor heel wat studenten en collega’s van deze vakgroep. Trotse Gentenaars weten ongetwijfeld dat de Vooruit oorspronkelijk was opgericht als feestlokaal van de gelijknamige socialistische coöperatie ‘Vooruit’ in 1913.[1] In deze periode hadden arbeidersbewegingen heel wat invloed verworven, en zochten ze naar een gemeenschappelijke ruimte om hun veelzijdige bedrijvigheid in onder te brengen, gaande van politieke acties tot culturele en educatieve avonden. Een nieuw bouwtype was geboren: het ‘volkshuis’. Hoewel bepaalde volkshuizen zoals dat van Gent of Brussel bij velen een belletje doet rinkelen, is de Europese dimensie van de volkshuizengeschiedenis minder gekend. Nochtans heeft Europa volgens sommige schattingen tot wel tweeduizend volkshuizen gekend…

Europese arbeidersbewegingen

De negentiende eeuw wordt gekenmerkt door wetenschappelijke ontwikkelingen en industriële vooruitgang, maar evengoed door sociale ellende, miserabele werkomstandigheden en een haast rechteloze arbeidersklasse. Als reactie op deze armoedige leefomstandigheden ontstaan in heel Europa arbeidersbewegingen in de vorm van vakbonden en politieke partijen, aanvankelijk overwegend vanuit socialistische hoek. In België wordt in 1885 bijvoorbeeld de Belgische Werklieden Partij / Parti Ouvrier Belge (BWP/POB), opgericht, die ijverde voor algemeen stemrecht.

Behalve een vaak repressieve wetgeving, politiecontrole en beperkte financiële middelen, hebben de arbeidersorganisaties ook af te rekenen met een ander probleem: het vinden van geschikte ontmoetingsruimtes. 

Een café heeft ook nadelen

Een voor de hand liggende plek om te vergaderen is het café, maar dit had veel nadelen. De verplichte consumptie (vaak van alcohol) is duur en wordt afgekeurd door de partijleiding, de BWP klaagt over luistervinken in de cafés[2], in Leipzig worden socialistische organisaties vaak de toegang tot etablissementen ontzegd, en het constant verhuizen van lokaal naar lokaal -soms ver verwijderd van de arbeidersbuurten- werkt versnippering in de hand. Naarmate de arbeidersorganisaties groeien, is er bovendien niet enkel behoefte aan vergaderlokaaltjes maar dringt zich ook de nood op aan grotere conferentieruimtes voor (intern)nationale congressen, een spektakelzaal voor ontspanning, leslokalen, burelen voor aanverwante organisaties en afhankelijk van de context ook slaapzalen voor een herberg of werkruimtes voor coöperatieve bakkerijen. Kortom, de arbeidersorganisaties hebben nood aan één gebouw dat ruimte kan bieden aan het steeds veelzijdigere aanbod.

Volkshuizen

Vanaf de late negentiende eeuw duiken overal in Europa ‘volkshuizen’ op. Deze volkshuizen bundelen tal van educatieve, culturele, sociale, commerciële en politieke diensten in één gebouw en zijn een antwoord op de groeiende vraag van arbeiders naar een eigen, onafhankelijke plek in de publieke ruimte. In grote steden willen de arbeiders bovendien niet onderdoen voor de pracht en praal van de burgerlijk gebouwen en nemen ze soms befaamde architecten onder de arm voor de bouw van monumentale volkshuizen. Volkshuizen dienen dus niet enkel sociale en politieke doelen, maar zijn evengoed een prestigieus uithangbord voor de socialistische arbeidersbeweging.

Volkshuis, Maison du Peuple, Casa del Pueblo, Gewerkschaftshaus

Het volkshuis wordt overbodig  Het volkshuizenfenomeen kent een immense variëteit. Afhankelijk van de lokale situatie gaat het initiatief uit van de partij, vakbond of coöperatieve, wordt een bestaand gebouw aangekocht of geeft men opdracht tot de bouw van een nieuw volkshuis. De schaal varieert van een veredeld dorpscafé tot monumentale bouwwerken in de steden, in een klassieke dan wel progressieve bouwstijl. De zeventien Belgische volkshuizen van 1890 worden er 172 aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Hoogtepunt voor de volkshuizen is het interbellum, parallel aan de groeiende macht van de arbeidersbeweging.In 1929 telt de socialistische coöperatie zo’n 336 Belgische volkshuizen.[3] Voor Duitsland lopen de schattingen uiteen van 175 tot 300[4] en in Spanje is er sprake van maar liefst 900 ‘casas del pueblo’ zijn.[5]

Een groeiend betaalbaar vrijetijdsaanbod en de opkomst van de welvaartsstaat na de Tweede Wereldoorlog maken veel functies van het volkshuis overbodig. De meeste houden op te bestaan in de tweede helft van de twintigste eeuw. Sommige volkshuizen worden afgebroken, andere worden verkocht en kennen een herbestemming als café en kunstencentrum (zoals Vooruit, het Café Maison du Peuple in Sint-Gillis of La Bellevilloise in Parijs), als hotel (bv. Arbeiterheim Favoriten in Wenen), of als museum (bv. Arbejdersmuseet Kopenhagen). Hoewel de volkshuizen in hun oorspronkelijke hoedanigheid verdwijnen, blijven ze op die manier wel aanwezig in het stedelijk landschap.

Database

Vooralsnog ontbreekt het historici aan een overkoepelende blik op de Europese schaal van het volkshuizenfenomeen. Hierin komt hopelijk verandering door een recent gelanceerde database van Amsab-ISG. Deze online database situeert de volkshuizen op de Europese kaart en voorziet per volkshuis een fiche met een beknopte geschiedenis, gekoppeld aan beeldmateriaal. Om de database toegankelijk te maken voor geïnteresseerden uit heel Europa, is ze ook beschikbaar in het Engels en Frans.

De database moet worden opgevat als een collectieve work-in-progress: iedereen met kennis over een lokaal volkshuis wordt sterk aangemoedigd om contact op te nemen met Amsab-ISG. Wij verwachten dat het project zowel de academische wereld, de erfgoedsector als mensen met interesse in lokale geschiedenis zal stimuleren om de beschikbare kennis via deze online applicatie te delen en te verspreiden. Op die manier zal de database aanzwellen tot een overkoepelende kennisstructuur die het volkshuizenfenomeen in haar volle omvang en diversiteit kan ontsluiten.  

Laura Nys

Meer weten?

  • De database vind je hier
  • 100 jaar Vooruit en 30 jaar Kunstencentrum Vooruit gaf in 2013 aanleiding tot een publieksproject met Amsab-ISG, STAM, Vooruit en IPG (UGent). Over de geschiedenis van Vooruit verscheen dit prachtig vormgegeven boek van Liesbet Nys.
  • Een algemeen overzichtswerk over verschillende volkshuizen in Europa is Brauman, Annick, Marie Demanet, Maurice Culot, en Marc Gierst. Architecture Pour Le Peuple. Maisons Du Peuple. (Belgique Allemagne Autriche France Grande-Bretagne Italie Pays-Bas Suisse), Brussel: AAM, 1984.
  • In 2017 verschijnt een gloednieuw boek over volkshuizen in verschillende Europese steden. Het boek is momenteel in volle voorbereiding, maar proeven van het opzet kan al in het artikel van ‘Het spektakel van het socialisme. Naar een sociale en architecturale biografie van Europese volkshuizen’, in Tijdschrift Stadsgeschiedenis, 2016, 1. 


Het gebouw dat we vandaag kennen als café en kunstencentrum Vooruit, was ooit het feestlokaal van de socialistische coöperatieve ‘Samenwerkende Maatschappij Vooruit’. Foto: Stad Gent


Deze affiche kondigt de feestelijkheden aan ter ere van het 25-jarig bestaan van de coöperatieve ‘Maison du Peuple’ in Brussel. Archief van de Stad Brussel.


Volkshuizen waren niet alleen plekken van triomf en plezier, maar werden ook gebruikt voor treurigere aangelegenheden. Deze foto toont een rouwstoet bij het ‘Arbeiterheim’ van de Weense wijk Ottakring. Bezirksmuseum Ottakring

 

Voetnoten:

[1] Het feestlokaal was slechts één radartje in het patrimonium van de socialistische beweging in Gent, dat onder andere ook ‘Ons Huis’ aan de Vrijdagmarkt omvatte en de drukkerij tegenover het feestlokaal (momenteel beter bekend als Backstay Bar). Meer weten over het ‘rode patrimonium’ ? Vanschoenbeek, Guy. Onroerend Rood. Het Gentse Oeuvre Au Rouge: Wandeling Langsheen de Bouwkundige Geschiedenis van Het Socialistische Gent. Gent: Archief en museum van de socialistische arbeidersbeweging, 1991.

[2] “De partij wilde een lokaal waar zij gansch vrij over haar bestaan kon overwegen, en, ten behoede van onbescheiden ooren werking kon beraadslagen” Octors, De drie ontwikkelings-tijdperken eener werkersinstelling. Met inleidingsbrief van L. de Brouckère, 13.

[3] Scascighini, La Maison Du Peuple : Le Temps D’un Édifice de Classe, 62; Victor Serwy, “De Volkshuizen in België,” Geïllustreerd 1ste Mei-Album van “Vooruit,” 1929, 27.

[4] Hain en Marohn schatten het aantal op 175, volgens Gorr zouden er mogelijk meer dan 300 volkshuizen geweest zijn in Duitsland. Simone Hain, Stephan Stroux, and Michael Schroedter, Die Salons der Sozialisten : Kulturhäuser in der DDR (Berlin: Ch. Links, 1996), 92; Holger Gorr, “Volkshäuser (houses of the People) in Germany: A Historical Overview from 1900 until Today,” International Journal of Heritage Studies, 2012, 4; Heinz Marohn, Die Volkshäuser : Aufgaben und Wirkung (Leipzig, 1982), 17.

[5] Francisco de Luis Martín and Luís Arias González, Las Casas Del Pueblo Y Centros Obreros Socialistas En España. Estudio Histórico, Social Y Arquitectónico. (Madrid: Editorial Pablo Iglesia, 2009), 76.