Websiteteksten schrijven

Gepubliceerd op 29-05-2014, laatst bijgewerkt op 20-08-2021.
Taal
Trefwoorden (blogbericht, project)
May 29
10:00

Een bezoeker van een website neemt gemiddeld 4 seconden de tijd om te beslissen of hij op de site zal blijven. Bovendien leest hij teksten niet woord voor woord, maar scant ze. Wil je dat jouw websitetekst gelezen wordt, dan zal je hiermee dus rekening moeten houden. Teksten voor een website worden op een andere manier gelezen –en dus ook geschreven- dan teksten op papier. Hierbij reiken we enkele do’s en don’ts aan voor het schrijven van websiteteksten.

Duidelijke opbouw

Je eerste paragraaf is de belangrijkste. Websitebezoekers scannen zinnen, ze lezen ze niet, je moet hun aandacht dus meteen kunnen trekken én vasthouden. In je eerste paragraaf geef je aan waarover je stuk zal gaan, zonder meteen alles al weg te geven. Prikkel de nieuwsgierigheid van de lezer maar geef ook voldoende informatie waaruit hij kan afleiden of hij wil verder lezen. Kom meteen to the point, vergooi je alinea niet aan overbodige begroetingen, nietszeggende inleidingen of overpeinzingen. Beginnen met een (verrassende) conclusie kan bijvoorbeeld als opener erg prikkelend werken.

Na de eerste paragraaf komt meestal de ‘lees meer’ link. Op die manier kan je meer berichten op één bladzijde presenteren, maar het voorkomt ook dat lezers in het midden van je tekst beginnen te lezen. Lezers klikken bovendien graag, dat is actiever dan louter lezen.

Pas na die ‘lees meer’- link kan je écht beginnen aan je betoog. Denk op voorhand na op welke manier je je betoog wil structureren. Anders loop je het risico dat je in het wilde weg begint te schrijven, pas na veel omhaal aan de essentie komt en ondertussen je lezer bent kwijtgeraakt.

Geef één centraal idee mee per paragraaf en vang dat in een betekenisvolle titel. Grappige titeltjes zijn leuk, maar houden de aandacht van een lezer niet vast. De lezer scant immers de titels voordat hij de tekst zal lezen. Aangezien een scherm minder overzicht biedt dan een blad papier, moeten je paragrafen dus ook korter zijn en zal je meer tussentitels gebruiken.

Bij websites (en in krantenartikels) wordt vaak geschreven volgens een ‘omgekeerde piramide’ waarbij je bij het belangrijkste begint en steeds meer uitdiept en context geeft. Je begint dus niet met een algemeen overzicht en een vraagstelling en werkt zo naar de kern van de zaak toe, maar je begint met de resultaten en weidt dan verder uit.

Gebalde en actieve stijl

Gebruik geen te lange of te ingewikkelde zinnen. Hou het kort, eenvoudig en vooral kernachtig! Denk op voorhand na wat je wil schrijven en vat dat in één zin, niet in drie zinnen die variëren op een zelfde gedachte. Ingewikkelde of dubbele bijzinconstructies zijn uit den boze! Schrap alle woorden die geen betekenis hebben in je zin.

Gebruik een actieve stijl. Nog meer dan op papier, moet een websitetekst actief en snel zijn. Ook je titels maken best in één of enkele woorden duidelijk waarover de paragraaf zal gaan. Titels zijn bovendien geen volzinnen of citaten.

De lengte van je tekst is afhankelijk van de hoeveelheid informatie die je wil meegeven. Korte teksten worden vaak beter geacht dan lange teksten, maar belangrijk is vooral dat je niet meer plaats inneemt dan nodig om je gedachte te formuleren.

Visuele aspecten

Lezen op een scherm blijft vermoeiender dan lezen op papier. Hou hiermee rekening bij het schrijven van je tekst. Maak gebruik van tussentitels, witregels, … om de tekst te ‘verlichten’. Af en toe kan je een belangrijk woord benadrukken door het vet te maken of er een link onder te plaatsen. Dat houdt scannende ogen vast, maar overdrijf hiermee niet en leg geen links onder nietszeggende woorden. Let er bovendien op dat je links naar externe sites in een nieuw venster laat openen, anders ben je je lezer meteen kwijt.

Als je een (belangrijke) opsomming maakt, zet de elementen dan niet in een volzin, maar gebruikt puntjes. Ook dat geeft ademruimte aan een tekst en houdt scannende ogen vast. Een korte samenvatting op het einde, kan maar hoeft niet per se. Je kan bijvoorbeeld de aandachtspuntjes nog eens oplijsten:

  • prikkelende en informatieve beginparagraaf
  • weet waarover je wil schrijven
  • duidelijke structuur
  • één idee per paragraaf
  • korte(re) paragrafen
  • betekenisvolle tussentitels
  • gebald schrijven
  • korte, eenvoudige zinnen
  • belangrijke woorden benadrukken
  • voldoende witregels

Veel succes!